Het ging zo goed met Elizabeth. Voor bijna vier weken was ze altijd wel buiten. Verstopte ze zich niet meer in de hut.
Maar sinds ik Shawn heb weggebracht, gaat het opnieuw bergafwaarts. Het is beter dan daarvoor, maar niet veel. Shawn was haar afleiding. Door hem kon ze een beetje vergeten wat er was gebeurt, of er misschien zelfs wel over praten.
Ik kon het niet aanstaan hun zo veel samen te zien, zo close. Maar ik moest het maar verduren, voor Elizabeth. Het leek goed voor haar te zijn.
Nu vraag ik me af of ik het niet beter had kunnen stoppen. Dan had dit minder zwaar gewogen. Maar ik denk ook dat ik mezelf niet had vergeven, als ik dat had gedaan.
Ik wou dat dat Elizabeth en ik waren. Zoals zij en Shawn met elkaar omgingen. Zo vaak bij elkaar. Altijd lachend. Niet dat ik zelf goed mee help aan onze band, door haar zo te ontwijken.
Ik wil weten of er wat gebeurt is tussen hun twee. Wat voor soort relatie ze hadden. Was het vrienden, of was het meer geweest? Ik durf het niemand te vragen, haarzelf al helemaal niet.
Elizabeth slaapt in mijn hut. Nog steeds. Ik had gedacht dat ze, toen ze weer buiten kwam en met Shawn omging, wel weer in haar eigen hut ging slapen. Maar ze bleef stilletjes hier. En heel zelfzuchtig, vond ik het fijn. Kon ik haar in de gaten houden.
Want rustig slapen doet ze nog niet. Ze ligt altijd te woelen, soms wordt haar ademhaling onregelmatig, soms staart ze uren naar het plafond. Niet wetende dat ik dat door heb en dat ik zelf ook nauwelijks slaap.
Ook deze nacht lig ik wakker. Ik luister naar mijn eigen gedachten. Ik luister op de achtergrond naar Elizabeths ademhaling. Als het onregelmatig wordt, spitsen mijn oren zich vanzelf. Maar wonder boven wonder, lijkt deze nacht een rustige te worden.
Schijn bedriegt.
Ze ademt scherp in.
Mijn oren spitsen zich. Ik spiek over de rand van het bed heen. Het lijkt alsof ze rustig slaapt.
Dan ademt ze opnieuw scherp in. En haar ademhaling wordt gejaagd. Dit is anders dan andere keren, heftiger.
Ik sta op, wrijf slaperig in mijn ogen en loop naar het bed toe.
Ik schrik van wat ik zie en ik kijk haar bezorgd aan. "Elizabeth?"
Haar ogen staan wijd open, maar ze lijken niks te zien. Haar handen grijpen naar de dekens onder haar.
Slaapt ze of is ze wakker?
Haar lippen bewegen en fluisteren: "Nee... Stop..." Haar ogen vullen zich met tranen.
"Elizabeth!" zeg ik iets harder. Ik krijg geen reactie.
Waarom ontwaakt ze niet? Ik krijg het benauwd. Dit is vreemd, wat is er met haar aan de hand? Ik ga op haar bedrand zitten en schud aan haar schouders. "Elizabeth!" herhaal ik, nog harder.
"Stop!" schreeuwt ze.
"Elizabeth! Word wakker! Je bent hier!" schreeuw ik terug.
Dan schieten haar ogen naar mij. Ze knippert. Ze ziet me. Haar handen ontspannen. "Peter..." fluistert ze.
Bezorgd veeg ik wat haar van haar bezwete voorhoofd. "Ja. Ik ben hier." Ik verwacht eigenlijk dat ze in huilen uit zal barsten, maar in plaats daarvan gaat ze rechtop in bed zitten en laat ze enkel verslagen haar schouders zakken. Ze kijkt weg.
Mijn bezorgdheid is nog lang niet weg. Onhandig leg ik een hand op haar wang.
Hoe werkt dit.
Dan, alsof het in slowmotion gebeurt, leunt ze langzaam naar voren, tot haar hoofd op mijn borst rust, samen met haar handen. Ik sla mijn beide armen om haar heen, hou haar dichtbij me en streel zachtjes op haar rug. Mijn borstkas gaat rustig op en neer, terwijl ik door mijn neus adem haal.
JE LEEST
The Other Side Of The Moon | Neverland story | Dutch
FantasyWATTY WINNER FANTASY 2019 (Still screaming) VOLTOOID | The Boy Who Would Not Grow Up And The Girl Who Grew Up Too Fast | Het gebeurt altijd op het moment dat je het minst verwacht: Je leven die compleet veranderd. Als je het helemaal op hebt gegeven...