H47. My Little Girl -E-

396 23 41
                                    

De broek is te strak, te glad. De donkerbruine trui prikt en heeft een vervelend stofje om te voelen. Maar ik heb Peters cape. Dat maakt alles goed.

Met een nieuwe outfit aan loop ik de gang op, waar Tinkerbell mij opwacht.

We nemen meteen de eerste deur links, in een lange gang met deuren. Het is donker aan dit uiteinde, maar aan de andere kant schijnt licht door het plafond naar binnen.

We komen in een keuken terecht. Of, het lijkt op een keuken. Het is een propperige ruimte met veel houten werkbanken, potten en pannen die overal rondslingeren, keukengerei zoals pollepels en messen (waarvoor ik een korte overweging maak, maar ik ben er al snel over uit dat ik 1. Tinkerbell niet aan kan en 2. het niet onopgemerkt kan pakken, want ze houdt mij nauwlettend in de gaten) en opslag vaten en kisten. Overal liggen etensresten en vieze spullen. Kortom, het is een stinkende bende. Ik kan er niks aan doen, maar ik krijg de impuls om alles op te ruimen.

Tinkerbell pakt een beker, die er nog redelijk schoon uit ziet en vult deze met water uit een groot houten vat. Ze geeft de beker aan mij.

Ik trek mijn wenkbrauwen op. "Jij eerst."

Tinkerbell neemt diep adem en zucht overdreven. Dan drinkt ze de beker leeg en vult hem opnieuw. Deze keer neem ik hem wel aan en drink hem gulzig leeg. Het vocht loopt niet alleen mijn keel in, maar ook langs mijn mondhoeken naar beneden. Het kan me weinig schelen. Ik vul de beker. En opnieuw. En nog een keer. Ik drink vier bekers achter elkaar, terwijl Tinkerbell verveeld toekijkt. Hoe blij moet ze wel niet zijn met haar baantje als babysitter. Als ik mijn beker voor de vijfde keer vul, heeft ze er genoeg van. "Ben je nou nog niet klaar?"

Ik hou mijn vinger op, drink mijn beker leeg, vul hem voor de laatste keer en knik. "Nu wel."

Ik neem de beker met me mee, mijn handen er stevig omheen geklemd. We lopen de gang verder door. Al die Lost Boys die hier ergens rond lopen... Zullen ze aanvallen? Tinkerbell zal ze niet tegenhouden. Ik weet niet wat ik moet verwachten. Shawn schiet door mijn gedachtes. Hoe ga ik het overleven als híj mij zou aanvallen?

Tinkerbell klimt het trapje op en opent het luik in het plafond. Knipperend tegen het felle zonlicht klim ik achter haar aan. Ik kijk om mij heen, het brede dek over. Een dikke paal zit in het midden, de mast, en als ik naar boven kijk, hangen donkergrijze zeilen doelloos naar beneden, met een wind die nauwelijks waait. Het ruikt er naar de zoute zee, een niet bepaald onaangename geur voor mij. Op het dek staan allemaal jongens. Met aangespannen, opgetrokken schouders wacht ik af, maar er gebeurt niets. Het lijken normale jongens. Ze kijken alleen traag op om te kijken of er een bedreiging door het luik komt. Maar als ze mij zien, gaan ze verder met waar ze mee bezig waren: dek schrobben, voornamelijk. Ze zouden de helft in de keuken aan de gang moeten zetten. Ik laat mijn ogen over de jongens glijden, maar vind geen Shawn. Een gemengd gevoel van opluchting en teleurstelling ontstaat in mijn onderbuik.

"Wacht hier." Mompelt Tinkerbell. Voordat ze vertrekt, fluistert ze één van de jongens iets in zijn oor. De jongen laat zijn bezem prompt vallen en draait zich om. Vanaf dat moment haalt hij zijn blik niet meer van mij af. Ongemakkelijk sta ik in het midden van het dek, terwijl Tinkerbell het halfdek op klimt en door een deur verdwijnt.

Mijn hart klopt in mijn keel als ik besef dat ze nu waarschijnlijk de man gaat ophalen, die te beschuldigen is voor al mijn en Peters problemen, de man die tussen het kamp en een zorgeloze, gelukkige toekomst staat. Mijn kaak trekt bij de gedachte aan hem.

De jongen staart me nog steeds aan. Ik probeer glimlachen, maar ik krijg geen reactie. Ik loop naar hem toe, stel mezelf voor: "Hoi! Ik ben Elizabeth," en steek mijn hand voorzichtig uit, maar zijn lichaam komt niet in beweging. Ongemakkelijk trek ik mijn hand weer in en knik even. "Oké dan."

The Other Side Of The Moon | Neverland story | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu