H14. Breakfast In Bed -P,E-

671 32 35
                                    

Peter

Ik heb gefaald.

Ik moest de wacht houden bij de toasts, ontbijt voor Elizabeth. Maar ik ben in slaap gevallen. De hele nacht ben ik wakker gebleven, echt, voor het geval ze iets nodig had. Ze sliep echter als een blok.

Het werd ochtend, toen begin middag, toen het kamp op gang kwam. Het was ongewoon laat voor ons, maar iedereen was doodop van de afgelopen dagen. Er werd ontbijt gemaakt. Elizabeth sliep nog. En nu ik ook.

Mijn hoofd hangt in mijn handen en mijn lichaam is stijf van de hele tijd in een stoel zitten, maar op dit moment kan ik er doorheen slapen. Niet dat ik ooit diep slaap.

"Je kunt vliegen." Hoor ik een schorre stem zeggen.

Mijn ogen schieten open en ik zie Elizabeth rechtop in het bed zitten. Haar haar zit door de war, ze is verre van schoon, maar ik ben blij haar zo te zien. Er ligt een gezonde blos op haar wangen en ze zit, rechtop. Nog steeds kijkt ze leeg uit haar ogen, maar het is iets beter dan gisteren.

Hoe lang is ze al wakker? Heeft ze me nodig gehad?

Ik bloos beschaamd, ik weet niet of alleen wakker worden wel goed was. 

Is ze wakker geschrokken? Of voelt ze zich juist bedreigd dat ik hier zit? Heeft Tinkerbell wat over mij gezegd?

"Uhm, ja." Duf sta ik op en reik haar een fles water. Zelf ga ik op de bedrand zitten. Ze deinst niet voor me terug, maar drinkt de fles in één keer leeg.

Dat is een goed teken, toch?

"Ik kan vliegen. We kunnen allemaal vliegen. We gebruiken het alleen bijna nooit." laat ik haar weten.

Met een hand veegt ze langs haar mond en geeft de fles terug. "Waarom niet?"

Ik haal mijn schouders op. "Het is niet erg praktisch. Het valt te veel op en het is extreem uitputtend. De meeste jongens kunnen niet langer dan één minuut achter elkaar vliegen."

"Nog steeds meer dan mij," mompelt ze.

Ik glimlach er voorzichtig om, niet wetend of ze het als grapje bedoelt. Ik zet de fles weg en pak van het kastje het dienblad met de toasts, samen met vers fruit, nootjes, extra brood en wat vis. Een maaltijd die door de jongens is klaargemaakt. Iedereen had zijn best gedaan het beste te verzamelen. "Hier, klaargemaakt door de jongens. Hoe, uhm, hoe voel je je?"

Elizabeth pakt het dienblad aan, maar houdt haar blik strak naar beneden gericht.

Zuchtend vervloek ik mezelf voor deze onnozele vraag. "Sorry. Dat had ik niet hoeven vragen. Het spijt me zo, Elizabeth. Het spijt me dat ik je dit heb aangedaan."

Ze fronst. "Het was niet jouw schuld." Ze trekt zich terug tegen het hoofdeinde aan. Verder van mij vandaan. "Toch? Hoe zou het jouw schuld kunnen zijn?"

Ik weet wat ze bedoelt. Wat ze eigenlijk vraagt; maakte jij er deel van uit? Was dit de bedoeling? Ik schud mijn hoofd. "Nee, ik bedoel..." ik bijt op de binnenkant van mijn onderlip. "Ik heb je het bos in laten gaan, met zo weinig bescherming. En ik had... Ik had zelf mee moeten gaan."

Ze ontspant zich weer.

Ik haal opgelucht adem.

Er klinkt gekraak en ze begint aan haar toasts. Ik ben blij dat ze eet. Jasper zei al dat ze die lekker vond. Ze steekt mij ook een broodje toe, maar ik glimlach en schudt nee. Ze moet nu vooral zo veel eten als ze kan. 

"Je kan me niet altijd beschermen, weet je. Tinkerbell," haar ogen schieten weg bij het zeggen van haar naam. "had dit gepland. Het was gebeurt. Of je me nou na drie weken het bos in liet, of drie jaar."

The Other Side Of The Moon | Neverland story | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu