Hoofdstuk 30.

379 30 1
                                    

Ik slaap door al het lawaai van de grievers heen, zo vermoeid ben ik. Minho's lichaam heeft zich beschermend om me heen gekronkelt, zijn hartslag klopt in mijn oor. Geeuwend word ik wakker, er valt een zonnestraal op mijn gezicht. Ik maak me voorzichtig los, ervoor zorgend dat Minho niet wakker wordt. Op de toppen van mijn tenen loop ik naar buiten, ik zal het hier toch wel missen, maar ik ben wel blij dat ik hier weg kan. 'Hey, Sonya.' klinkt het achter mij. Thomas staat achter mij. 'Hey.' zeg ik terug, hij ziet er moe uit. 'Gaat het wel?' vraag ik. Hij knikt. 'Ik moet je iets vertellen.' zegt Thomas en hij gaat op een boomstronk zitten, ik ga naast hem zitten. Fronsend kijkt Thomas voor zich uit. 'Ik heb het gehoord van Ryan.' zegt hij, ik zucht, volgens mij weet iedereen van de laar dat Ryan onderdeel is van wicked. 'Ik ben net zoals hij.' Ik schrik van zijn woorden. 'Hoe bedoel je?' vraag ik, afwachtend kijk ik naar hem. Zijn blik staat vol met pijn. 'Ik ben onderdeel van wicked, volgens mij heb ik geholpen met dit labyrint te ontwerpen.' zegt hij. 'Oh, Thomas.' Troostend leg ik een hand op zijn schouder. 'Ik...ik wilde dat ik dat nooit had gedaan.' Thomas'stem klinkt gebroken. 'Thomas, luister goed naar me.' zeg ik, eventjes zoek ik naar woorden, maar ik weet al zeker wat ik moet zeggen. 'Jij bent geen onderdeel van wicked, je hebt ingezien dat je fout was en volgens mij zal je alles doen om die fout recht te zetten.' Overtuigd knikt hij. 'Ik zal er alles aan doen om jullie hier weg te krijgen.' zegt hij. Ik glimlach. 'Je bent niet zoals Ryan.' zeg ik en loop dan van hem weg. Wicked heeft echt iedereen pijn gedaan.

We maken ons klaar om te vertrekken, ik gesp juist mijn rugzak op mijn rug als ik geroep hoor. Harriet staat tegen Gally te roepen, ik loop richting hen, maar wordt tegengehouden door Minho. 'Laat hen.' fluistert hij. Het geroep is tot hier te horen. 'Je wilt dus liever hier blijven dan bij mij te zijn!' roept Harriet hem toe. Gally kijkt gepijnigd naar het woedende meisje voor hem. Hij wil zijn hand op haar schouder leggen, maar ze slaat hem weg. 'Harriet, luister, blijf hier, je wilt niet weten wat daarbuiten is.' zegt hij sussend. Harriets gezicht wordt rood. 'Ik ga hier niet blijven zitten! Lafaard die je bent!' roept ze Gally toe en dan loopt ze van hem weg. Ik ruk me los van Minho en loop mijn vriendin achterna. Snel kan ik haar inhalen en wanneer ze mij ziet valt ze huilend in mijn armen. 'Ik begrijp het niet, ik dacht dat hij van me hield.' Ik weet niet wat ik moet zeggen en aai sussend over haar haar.

We staan met een deel van de laarders voor de poorten, we zijn klaar om te vertrekken. Gally en zijn vrienden blijven hier, Harriet gaat mee met ons. Gally en Harriet zijn beiden te koppig om hun keuze te veranderen. Binnen een minuut zullen we vertrekken, ik help Chuck met zijn veters, die maar open blijven gaan, vanuit mijn ooghoek zie ik Gally en Harriet afscheid nemen. Het ziet er hartverscheurend uit, de twee geliefden kussen elkaar nog voor een laatste keer. Harriet komt op ons afgelopen. 'Gaat het?' vraag ik, kort knikt ze, maar ik zie de tranen in haar ogen. Minho komt naast me staan en trekt me in zijn armen. Hij plant een kus op mijn kruin. 'Hier gaan we dan.' fluistert hij in mijn oor. In de verte hoor ik Alby iets schreeuwen, de groep komt in beweging en we lopen het labyrint in.

We lopen al een tijdje, ik weet dat we halfweg zijn, momenteel heb ik nog geen problemen met het tempo, maar ik merk dat anderen wel moeite hebben. Chuck vooral, hij loopt achteraan, maar hij is vastberaden om bij ons te blijven, ik zie dat Thomas naast hem gaat lopen. Het plan is dat Thomas samen met Teresa als eerste het gat induikt, daar de code intikt en dan ons komt waarschuwen. Moeizaam gaan we vooruit, Minho loopt als eerste en ik weet dat hij het tempo laag houdt, maar hij wil hier zo snel mogelijk weg, net als ik.

In de verte zie ik de afgrond naderen, we zijn er, maar dan zie ik de groep grievers die ons staan op te wachten. Minho stopt vooraan en iedereen houdt zijn pas in. 'Wat nu?' vraagt hij als ik en Alby bij hem komen staan. 'Vechten.' zeg ik. Alby knikt en draait zich om. 'Trek je wapens!' roept hij. Iedereen doet wat hij zegt, ik neem mijn mes stevig vast in mijn handen. 'We zullen moeten vechten! Wees niet bang!' roept hij, maar ik zie aan de gezichten dat ze bang zijn. 'Denk eraan, het is nu vechten of voor eeuwig in angst leven.' voeg ik eraan toe, iedereen kijkt geschokt naar mij, maar ik zorg ervoor dat mijn gezicht van staal is, ze mogen geen angst bij mij zien. Ook al is die er wel, vooral om één van hen te verliezen. 'Klaar!' roept Alby, iedereen zet zich klaar om te sprinten. Ik draai me om richting de grievers. 'Nu!' Alby's stem klinkt in mijn oor, adrenaline stroomt door mijn lijf en ik ren schreeuwend op de grievers af.

De eerste griever die ik tegenkom, verliest een van zijn poten. De griever is afgeleid door Alby die voor hem staat met zijn bijl, ik grijp mijn kans en klim op zijn rug. Met volle kracht plant ik mijn mes in de ruggengraat van de griever. Slijm spuit op mijn handen en ik glijd neer van de dode griever. Alby is al vertrokken naar een volgend gevecht, ik kijk om me heen en zoek een nieuw slachtoffer. In de verte zie ik Teresa, Thomas en Chuck langs de vechtende groep lopen, een griever gaat hen achterna. Ik trek een sprintje en net op het moment dat de griever op Thomas wil springen hak ik zijn staart af. Krijsend draait de griever zich om, ik zie achter hem hoe Thomas dankbaar naar me kijkt, ik knik even naar hem en slaag erin om te glimlachen. Ik spring op en ontwijk de angel van de griever.

Drie grievers heb ik ondertussen al gedood, maar er zijn er nog veel te veel. Ik zie in de verte hoe Alby in een hoek wordt gedreven, hij wordt tegen een muur geduwd, maar plots verdwijnt die muur. Zijn tijd is gekomen, hij moet naar de meisjes. Verward kijkt Alby om zich heen, hij kruipt recht en begaat de fout om zijn rug te keren naar de griever. De muur sluit niet snel genoeg en ik zie hoe een griever zijn angel in Alby steekt. Ik gil en begin me een weg te banen naar Alby, die levenloos op de grond ligt, maar dan sluit de muur en Alby is verdwenen. Woedend stort ik me weer in de strijd.

Group B meets Group A (the maze runner)Where stories live. Discover now