Hoofdstuk 12.

551 37 4
                                    

'Ga weg!' Mijn ogen schieten open, ik kijk recht in de ogen van Ryan, ze zijn bloeddoorlopen en staan wild. 'Ga weg! schreeuwt hij luid. 'Ry...Ry..Ryan.' stotter ik. Zijn ogen staan vol met woede. 'Ga weg!' roept hij weer. 'Ryan, dit ben jij niet, dit doet wicked met je, herken je me dan niet meer.' Het is misschien hopeloos, maar ik moet het proberen. Ik weet niet op wat ik had gehoopt, misschien een blik van herkenning, een waas van de oude Ryan, maar zijn gezicht blijft woede uitstralen. 'Sonya, ik weet wie je bent en ik haat je.' Hij herkent me dus wel, maar hij haat me ook. Ik slik de tranen weg die opkomen. 'Waarom? Waarom haat je me?' vraag ik. 'Waarom! Alsof je dat niet weet, het is allemaal jouw schuld, ik haat je.' 'Nee, ik weet het niet!' ik begin nu ook te roepen. 'Jij hebt heel mijn familie uitgemoord!' Ik trek bleek weg, dat kan niet waar zijn. 'En ga nu weg!' roept hij weer en hij draait zich om in de kooi. Zonder protesteren draai ik me om, ik loop naar de andere kant van de laar. Newt, ik moet Newt vinden.

Uiteindelijk vind ik Newt, nog steeds slapend in zijn hangmat. Ik schud hem wakker en sla snel mijn hand voor zijn mond, zodat hij de anderen niet kan wakker maken. Zijn ogen springen open. Hij fronst zijn wenkbrauwen, maar dan ziet hij de tranen in mijn ogen. Ik loop naar buiten en ga tegen een boomstronk zitten, kijkend naar het nog steeds nasmeulende kampvuur. Newt komt voor me zitten, zijn voeten staan tegen de mijne. 'Wat is er, zus?' vraagt hij rustig, zijn haar zit nog altijd door elkaar van het slapen. Ik vertel hem over Ryan, over zijn geschreeuw en wat hij mij daarmee had verteld, bij mijn laatste woorden begon ik te huilen, mijn schouders schokken lichtjes. Newt had aandachtig geluisterd, en zijn blik is vol met medelijden. 'Hé, zusje toch.' Hij komt naast me zitten en trekt me tegen zich aan. 'Ik kan niet geloven dat ik zijn familie heb uitgemoord.' zeg ik snikkend. 'Dat heb je ook niet gedaan.' Ik maak me los van Newt en kijk hem in de ogen. 'Dat kan je toch niet weten, ik kan vanalles gedaan hebben voordat ik in de korf terechtkwam.' Hij schudt zijn hoofd. 'Nee dat kan ik niet weten, maar wat ik wel weet, is dat jij zoiets nooit zou doen.' 'Hoe weet je dat?' Hij lacht eventjes. 'Omdat jij mijn zusje bent, en je lijkt heel goed op mij, ik ken je beter dan je denkt en trouwens Ryan is gestoken door een griever, misschien hallucineert hij vanalles.' Ik knik kort en nestel me weer tegen hem aan. 'Sorry dat ik je wakker heb gemaakt.' zeg ik zachtjes. 'Hé, jij bent mijn zus, natuurlijk mag je mij wakker maken, zeker voor zulke dingen.' Ik kalmeer. 'Bedankt.' fluister ik. Als antwoord krijg ik een kneepje in mijn arm. Ik kan het niet laten, ik blijf denken aan Ryans woorden: 'je hebt heel mijn familie uitgemoord!' 

Newt is de anderen gaan wakker maken, de renners blijven vandaag hier, vanwege de verbanning. Ik loop naar de keuken en zie dat Wok al druk bezig is. Ik laat de pannenkoeken liggen, daar had ik totaal geen zin in, het zou te veel herinneringen opwekken. Ik pak een broodje en krijg een geroerd ei van Wok, snel loop ik naar de eetzaal. Even later krijg ik gezelschap, Minho komt voor me zitten. 'Ik ben blij te zien dat je eindelijk weer eet.' Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht, maar die verdwijnt even snel als hij gekomen is. Minho steekt zijn hand op en zwaait naar iemand achter mij. 'Hey, Sony...Newt bedoel ik.' Ik rol met mijn ogen, maar moet toch lachen, ik zie dat Minho ook zelf eens moet grinniken om zijn grapje. Newt komt naast me zitten. 'Haha, zeer grappig Minho.' 'Natuurlijk is het grappig, ik vertel het, duhn' zegt Minho met een knipoog, waardoor ik mijn lach moet onderdrukken. Minho hoort het toch en kijkt met pretoogjes naar mij. 'Wel ik ben in elk geval blij dat je Sonya hier aan het lachen maakt.' zegt Newt oprecht blij. 

We staan voor de deuren, deze dag was een hel, Minho had nog geprobeerd mij op te vrolijken, maar hoe hard hij ook probeerde, het was niet gelukt. We staan allemaal voor de deuren. Ze zullen elk moment sluiten. Thomas staat naast me. Minho en Newt staan vooraan met een stok, net als de andere keepers. Twee jongens komen aangelopen met een stille Ryan tussen hen in. Ik krijg een krop in mijn keel. De jongens zetten Ryan in het midden neer, er wordt een band rond zijn keel gehangen die vasthangt aan een stok die Alby vast heeft. Ryan ogen gaan door het publiek en dan ziet hij mij, vol haat kijkt hij me aan. Ik krijg tranen in mijn ogen, maar ik knipper ze weg, nu moet ik sterk zijn, ik recht mijn rug. Ryan blijft me vol haat aankijken. Ik ben bang voor die blik. De deuren komen in beweging, de keepers zetten een stap vooruit, waardoor Ryan naar de uitgang wordt geduwd. Ik pak Thomas arm vast, maar blijf kijken naar Ryan. Ik besef niet hoe hard ik in zijn arm knijp, maar hij laat het zonder jammeren toe. Ik kijk toe hoe Ryan dichter en dichter het labyrint wordt ingeduwd. Ik moet me tegenhouden om niet te gaan schreeuwen. 'Ik haat je, Sonya.' Ryan zegt het net luid genoeg dat ik het nog kan horen, hij zegt mijn naam met zoveel haat dat ik nog harder knijp in Thomas'arm. Ik voel hoe mijn hart in mijn keel klopt. 'Het spijt me, Ryan'. denk ik, 'ik zal je blijven onthouden, net als ik je heb beloofd. Ik zal je onthouden als mijn Ryan,' en ik werp nog een laatste blik op de Wicked-Ryan, dan zijn de deuren gesloten. Ik laat het eindelijk toe dat ik begin te huilen, ik druk mezelf tegen Thomas aan, ook al ken ik hem niet zo goed, toch aait hij troostend over mijn haar. Ryan is weg, voorgoed. Newt en Minho komen naar ons toe. 

Ik maak me los van Thomas en zie dat er blauwe plekken op zijn arm zitten. Ik wil net sorry zeggen, als hij zijn mond opendoet. 'Het is niet erg, Sonya.' Ik knik en draai me om. Newt en Minho staan voor me, ik wil in Newts armen vallen, maar in plaats van in zijn armen, beland ik in die van Minho. Hij schrikt eventjes, maar houdt me toch stevig vast. Mijn tranen maken zijn shirt nat. Er valt een soort onrust over me heen, ik moet alleen zijn, dus ruk ik me los van Minho en loop richting het bos. 

Ik kom aan bij onze boom, maar ik klim er niet in. In de verte hoor ik het geluid van de grievers, ik hoor een menselijke gil. Ryan besef ik. Tranen stromen over mijn wangen, en ik begin te schreeuwen, ik schreeuw de longen uit mijn lijf. Mijn hart is in duizend stukjes gebroken, en Ryan heeft er een zak vol van meegenomen. 

Group B meets Group A (the maze runner)Where stories live. Discover now