Hoofdstuk 18.

510 31 0
                                    

Het is nu al de derde dag dat ik als renner rondloop in het labyrint. De ochtend na ons gesprek, was er een ongemakkelijke sfeer tussen ons, maar nu is het weer normaal. Ook al weet ik nu zijn gevoelens voor mij, ik ben blij dat hij aanvaard heeft dat we gewoon vrienden zijn, maar ik weet dat hij hoop koestert, ik ben zeker dat hij dat heeft gekregen door mijn gesprek met Teresa af te luisteren. Ik zie hoe Minho naar me kijkt als hij denkt dat ik het niet zie. Toch moet ik wel toegeven, dat mijn hart er wel sneller door gaat slaan. Het is bijna tijd voor onze pauze.

'Hopelijk heeft Wok iets lekkers gemaakt, want ik ben het zat om appels te eten.' zegt Minho en hij knabbelt met lange tanden aan zijn appel. 'Het is wel gezond.' zeg ik en ik hoe mijn appel naar hem op en neem er smakelijk een hap van. 'Mmm, vitaminen.' Hij rolt met zijn ogen. 'Ik zou er alles voor geven om ooit nog eens van mijn leven een lekkere, ongezonde pizza te eten.' zegt Minho zuchtend. Ik krijg water in mijn mond bij de gedachte aan pizza. 'Hopelijk vinden we dan snel een uitgang, ik beloof dat ik je dan meeneem naar een pizzeria.' Hij spuugt in zijn hand en steekt hem naar mij uit. 'Beloofd?' Ik walg even, maar spuug dan ook in mijn hand en schud de zijne. 'Beloofd.' Hij veegt zijn hand af aan zijn broek. 'Kom op we moeten vertrekken, ik wil naar een pizzeria.' Ik rol met mijn ogen en Minho draait zich om. Snel veeg ik mijn hand af aan zijn shirt. Hij draait zich razendsnel om. 'Hé!' roept hij uit. 'Dat zet ik je betaald.' HIj spuugt weer in zijn hand en komt op me afgelopen.Ik draai me om en loop half gillend half lachend weg.

Ik draai de hoek om en blijf verschrikt staan, waarom hadden we die klikkende geluiden niet gehoord? 'Hebbes!' Minho komt naast me staan en veegt zijn hand aan mij af. Daarna beseft hij pas dat ik niet op hem reageer. Hij kijkt naar de plaats waar mijn ogen op gefixeerd zijn. Een griever maakt zich klaar om ons aan te vallen. 'O, shuck, kom op Sonya.' Ik sta versteend te kijken, mijn lijf begint te rillen, ik ben bang, doodsbang. Minho trekt aan mijn arm en ik wend mijn blik af. 'Kom op!' Ik beveel mijn benen om hem te volgen.

De klikkende geluiden zitten nog steeds achter ons, ik concentreer me op Minho's rug. Hij weet duidelijk waar we naartoe kunnen. Een schuilplaats? Hij zal waarschijnlijk niet terug naar de laar lopen, omdat ten eerste: we zijn te ver weg en ten tweede: de griever zou veel schade aanrichten op de laar. Doordat ik alleen zijn rug bekijk besef ik niet dat we op een afgrond lopen. Gelukkig trekt Minho me net op tijd weg. We staan tegen een muur gedrukt, of eerder gezegd Minho staat tegen de muur gedrukt, hij drukt mij tegen zichzelf aan. Ik sta te trillen op mijn benen en ben doodsbang. De griever passeert links van ons, maar hij gaat te snel, hij vliegt de afgrond in. Het gevaar is weg.

Minho staat met gefronste wenkbrauwen naar de afgrond te kijken, terwijl ik er voorzichtig naartoe loop. Er is geen spoor meer te zien van de griever. Mijn hartslag vertraagt en ik veeg het zweet van mijn voorhoofd. 'Gaat het, Sonya?' Minho. Ik weet niet waarom, misschien door de doodsangst, misschien doordat hij me gered heeft, misschien gewoon omdat ik hem leuk vind, maar ik stort me in zijn armen en druk mijn lippen tegen de zijne. Gretig beantwoordt hij de kus. Ik laat mezelf achteroverleunen in zijn armen. Mijn handen woelen door zijn haar. Een warm gevoel baant zich een weg door mijn lichaam. Minho verstevigt zijn grip om mij. Hij moet zich ver vooroverbuigen om me te kussen, maar hij heeft er duidelijk geen problemen mee. Blozend trek ik mij terug. Verlegen lach ik naar hem. Hij kijkt me liefdevol aan. 'Was daar nu echt een griever voor nodig?' Ik lach en maak me los van hem. Hij schudt even met zijn hoofd en krijgt dan een ernstige blik in zijn ogen.

Hij loopt naar de muur en raapt een steen op. 'Wat doe je?' Ik kijk hem vragend aan. Hij glimlacht. 'Even iets uittesten.' Hij gooit de steen in de afgrond, ik bekijk de vallende steen, maar plots is hij verdwenen. 'Hoe...hoe is dat mogelijk?' Minho haalt zijn schouders op. 'Geen idee, maar wat ik wel weet is dat de griever daar ook is in verdwenen.' Mijn hersens draaien op topsnelheid. 'De schuilplaats van de grievers misschien.' zeg ik. 'Misschien.' Minho gooit nog een steen naar dezelfde plaats en net als de vorige verdwijnt hij. Ik ga met open mond naast Minho staan. Ik voel hoe zijn hand over mijn rug glijdt. 'Misschien is die pizzeria dichterbij dan je denkt.' zegt hij lachend. Hij trekt me tegen zich aan en drukt een kus op mijn kruin. Die friendzone is duidelijk verdwenen.

We lopen terug naar de laar met het beste nieuws tot nu toe. We hebben een uitgang. Een uitgang gevuld met grievers, maar nog steeds een uitgang. Net voordat ik de laar wil inrennen, duwt Minho me tegen een muur, uit het zicht van de laar. Hij kust me weer. 'Je wil niet weten hoe lang ik ernaar heb verlangd om dat gewoon te doen.' Verlegen kijk ik naar beneden. 'Het is moeilijk, maar ik moet verder. Ryan wilde dat.' Minho trekt zijn wenkbrauwen op. 'De dag voordat hij het labyrint inging heeft hij me dat verteld. Hij wist dat hij onder controle was van wicked en hij zei dat ik moest verdergaan, iemand anders moest zoeken.' Minho's ogen lichten op. 'Ik ben blij dat je mij hebt gekozen.' En hij wrijft zijn neus tegen de mijne, en drukt nog een kus op mijn lippen. Waarna hij de laar binnenloopt, snel volg ik hem.

Newt komt op ons afgelopen. 'Jullie zijn daar, kom snel mee, Teresa en Thomas hebben iets gevonden.' Ik trek mijn wenkbrauwen op, wat zou hun ontdekking zijn? 'Wij ook!' zegt Minho vrolijk. Het gezicht van Newt kan niet opgewekter worden. 'Serieus?' Ik en Minho knikken. 'Kom op, dan gaan we snel naar de anderen.' Samen lopen we naar de leidershut.

Thomas en Teresa staan voor de andere keepers. Ze zijn duidelijk op ons aan het wachten. Newt gaat naast Alby staan en fluistert iets in zijn oor. Alby zet grote ogen op en kijkt naar ons, ik kan mijn glimlach niet van mijn gezicht vegen. Hij schraapt zijn keel. 'Zo te zien hebben we twee ontdekkingen vandaag, wie wilt er beginnen?' Teresa en Thomas kijken ons verwonderd aan. 'Wij willen wel, aangezien dat de rest nog te verbaasd is.' zegt Minho. Hij loopt naar voren en gaat naast Thomas staan, waarbij hij even een klopje geeft op Thomas schouder. Ik loop er ook naartoe en neem mijn plaats in naast Minho. 'Laten we van het begin beginnen.' Minho vertelt ons verhaal, van de griever tot de ontdekking, hij laat wijselijk de kus eruit, maar toch kan hij het niet laten om eens vrolijk naar mij te kijken. Ondertussen kijk ik naar de rest, iedereen luistert aandachtig naar Minho. Mijn broer ook, maar zijn ogen flitsen tussen ons twee, Newt heeft duidelijk door dat er iets aan de hand is. 'Nu is het jullie beurt.' zegt Minho en hij zet een stap naar achteren, ik volg hem. Zonder dat iemand het ziet, geef ik Minho snel een kneepje in zijn hand.

Thomas en Teresa vertellen over hun ontdekking. Het blijkt dat ze deze dag in de kaartenkamer hebben doorgebracht. Ze hadden op het idee gekomen om enkele kaarten op elkaar te leggen. Daardoor hadden ze verschillende woorden ontdekt, ze weten niet waarvoor, maar met onze ontdekking kan het zijn dat we deze code misschien nodig zullen hebben om hier te ontsnappen. 'Bedankt' zegt Alby, 'iemand nog vragen.' Bijna alle handen schieten in de lucht.

Group B meets Group A (the maze runner)Hikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin