Hoofdstuk 8.

655 36 0
                                    

Ik vertel heel ons verhaal, ik vertel mijn leven in de korf en de tocht naar hier. Alby, Thomas en Minho luisteren geduldig, en laten me uitspreken. 'Wow.' is het enigste wat Thomas zegt. 'Dat kan je wel zeggen, ja' Minho wendt zich tot mij 'dus als ik het goed begrijp, waren jullie met alleen maar meisjes.' Ik knik. 'Dat is volledig het tegenovergestelde van hier.' zegt Alby. 'Hoe bedoel je?' vraag ik, ik ben wel nieuwsgierig naar hun verhaal, volgens wat ik nu al weet, denk ik dat er hier alleen maar jongens zitten. Wat, inderdaad, het tegenovergestelde was van in de korf. Alby begint alles uit te leggen. Alles is bijna hetzelfde, de box, het labyrint, zelfs het bos ziet er identiek uit. Hoewel er bij ons jongens waren bijgekomen, blijkt dat er hier nog geen enkel meisje was aangekomen, totdat ik hier binnenkwam. Het is best wel grappig, want het is net ofdat ik tegenover de andere meisjes zit, alleen maar in jongensvorm, Alby is net als Harriet, de leider. Minho is Olive, een loper of zoals ze het hier zeggen een renner. En Thomas is als Rachel, maar hij heeft nog niemand zoals Aris. 

'Is het goed als je je verhaal vanavond vertelt aan iedereen bij het kampvuur?' vraagt Alby. 'Natuurlijk, geen probleem.' We zijn onderweg naar de ziekenboeg. Alby toont me de weg. Thomas en Minho zijn renners en moeten hun weg nog gaan noteren, ze doen precies hetzelfde als wij, rennen, de weg noteren, een uitweg zoeken. 'Hier is het, ga maar naar binnen.' Ik bedank Alby eventjes en loop dan de ziekenboeg binnen, Ryan ligt op een bed zijn voet is in verband gewikkeld. Ik loop naar hen toe en smijt me in zijn armen. 'Ik heb je gemist' breng ik uit. 'Ik jou ook.' Hij plant een kus op mijn kruin. 'Gaat het iets beter?' Hij knikt, ik voel bijna niks meer. 'Gaat het met jou, je bleef zolang weg?' Ik knik. 'Ik heb alles moeten vertellen, maar zij hebben me ook vanalles verteld.' Ik vertel hem wat ik te weten ben gekomen. 'Interessant.' Dat is zijn reactie. Ik glimlach. 'Inderdaad.' 

Bij het kampvuur merk ik dat het aantal jongens ongeveer evenveel is als het aantal meisjes bij ons. Ze kijken allemaal gebiologeerd naar mij, het was waarschijnlijk een tijdje geleden dat ze een meisje hadden gezien. Alby komt naar me toe gelopen, met een blonde jongen naast zich. Ik kijk met geknepen ogen naar de jongen, hij lijkt op... op... mij. Hetzelfde blonde haar, dezelfde ogen, we zouden broer en zus kunnen zijn, en met dat ons geheugen gewist is, zou dat inderdaad kunnen. Alby merkt het ook op, net als Ryan. Ik voel hoe alle ogen op ons gericht zijn. De jongen kijkt met een bestuderende blik naar mij. Zou ik ook zo naar hem kijken? 'Bizar.' fluistert Ryan. Zijn ogen schieten heen en weer tussen ons. 'Jullie zijn bijna identiek.' Ik ben sprakeloos, net als de jongen zo te zien. Alby doet zijn mond open. 'Sonya, dit is Newt, Newt, dit is Sonya.' Sprakeloos geef ik Newt een hand. 

'Sonya, Sonya.' Ik ben nog steeds sprakeloos naar Newt aan het staren. 'Sonya!' Alby zwaait voor mijn ogen. Ik schud met mijn hoofd en kijk hem aan. 'Wat?' 'Wil je je verhaal vertalen?' 'Ja, ja, natuurlijk.' Mijn hoofd is nog een beetje wazig na de ontmoeting met Newt, maar ik slaag er toch in om heel mijn verhaal te vertellen. Ryan luistert ook geboeid, sommige dingen die ik vertel, zijn zelfs dingen die hij nog niet weet. Ik besef het soms maar half, maar ik ken Ryan eigenlijk nog maar een paar dagen, het lijkt wel een eeuwigheid. Ik was recht gaan staan, om mijn verhaal te vertellen, eenmaal dat ik klaar ben, ga ik weer gaan zitten. Ik mis de rest, Harriet vooral, ik zag haar elke dag, nu zal dat niet meer lukken. Ik kijk wazig voor me uit terwijl de jongens om me heen schreeuwen. 'Meisjes! Een hele groep meisjes!' 'Wat betekent dat?' 'Is dit een teken?' 'Wat moeten we met hen doen?' Ryan slaat zijn arm rond me heen, ik had het niet door, maar ik was beginnen wenen. Snel veeg ik de tranen van mijn wangen.

Alby maant de menigte tot stilte. 'Iemand nog vragen? Steek je hand in de lucht dan.' Alby kijkt me vragend aan, alsof hij wil weten of ik dit aankan, ik knik en ga weer recht gaan staan. Er staan verschillende jongens met hun hand in de lucht. Alby verheft zijn stem. 'Sonya zal jullie aanwijzen, zeg jullie naam als je aan de beurt bent.' Ik wijs een random jongen aan. 'Gally, kunnen we jullie vertrouwen?' er klonk iets gemeens in zijn stem. 'Ja, jullie kunnen ons vertrouwen, mocht je het gezien hebben, wij zijn maar met twee, en jullie zijn met vijftig, eenenvijftig?' Ik kijk vragend naar Alby. 'Zesenvijftig' zegt hij. Ik vervolg. 'Volgens mij zal het moeilijker zijn voor ons om jullie te vertrouwen.' Daarmee besluit ik mijn antwoord. Ik wijs een kleinere jongen aan, hij is duidelijk jonger dan de rest. 'Chuck, Is jullie geheugen ook gewist?' Ik knik. 'Ik weet niks meer tot het moment dat ik in de box aankwam.' 

Er zijn ontelbare vragen. Van de vraag 'hoeveel meisjes er zijn?' 'ook zesenvijftig en nog een jongen, zonder ons meegerekent' die werd gesteld door een jongen genaamd Winston, tot de vraag 'Welke planten verbouwen jullie?' gesteld door Zart 'Verschillende, tomaten, aardappelen enzoverder, ik kan ze niet allemaal opnoemen.' Bijna alle handen zijn verdwenen, behalve één die van Newt, ik probeerde hem expres te vermijden, maar nu kan ik er niet meer omheen. 'Newt?' 'Als hoeveelste kwam je aan in de box?' Die vraag is persoonlijker dan de andere, maar ik heb zo al een vermoeden waarom hij het vraagt. 'Tweede, jij?' 'Tweede.' Ik bijt op mijn lip, dit is dus mezelf in jongensvorm. Newt heeft nog een vraag. 'Welke functie had je?' 'Ik ben leider, na Harriet.' Newt wrijft met zijn hand door zijn haar. 'Ik ook, na Alby dan.' 'Dat had ik al verwacht.' Hij kijkt onbegrijpend naar me. 'Het klinkt misschien raar, maar het is net alsof jullie elk lijken op één meisje.'

Ik wijs naar Alby. 'Harriet.' Ik wijs naar Thomas. 'Rachel.' Dan wijs ik naar Minho. 'Olive.' Ik wijs naar Clint. 'Anastasia' Chuck. 'Lucy' Ik wijs naar Gally. 'Beth.' Ik wijs naar de jongen die zichzelf Wok had genoemd, ik betwijfel of dat zijn echte naam is. 'Mix.' Ik lach bij de gedachte aan Mix. Als laatste wijs ik naar Newt. 'Ik.' Hij haalt diep adem. Dit is zo bizar. De jongens beginnen te roepen, ze willen allemaal de naam weten van het meisje dat bij hen hoort. Deze keer maant Newt hen tot stilte. 'Stop ermee, iedereen, Sonya en Ryan zijn waarschijnlijk volledig uitgeput van deze dag.' Ik zucht, hij heeft gelijk. 'Ik stel voor dat we allemaal gaan slapen, en dat we er morgen verder over praten.' Ik en Ryan krijgen elk een hangmat aangewezen, ik val als een blok in slaap.

Group B meets Group A (the maze runner)Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt