Hoofdstuk 23.

484 28 0
                                    

'Minho!' roep ik lachend uit, het is al donker en achter ons brandt het kampvuur. 'Kom mee.' zegt Minho lachend en hij trekt me mee naar het bos. Eenmaal in het bos aangekomen, duwt hij me tegen een boom. 'Minho.' fluister ik, hij kijkt me recht aan in mijn ogen. Mijn armen plaats ik om zijn nek en ik trek hem naar me toe. Voorzichtig tilt hij me op en drukt me tegen de boom, ik sla mijn benen om zijn middel. Nu komen we op dezelfde hoogte. 'Sonya.' fluistert Minho. Ik kan me niet meer inhouden, ik druk mijn lippen op de zijne, gretig beantwoord hij mijn kus. Mijn handen woelen door zijn zwarte haren. Hij maakt een patroon van kussen van mijn mond naar mijn nek, zijn warme adem blaast in mijn nek. Ik klamp me aan hem vast, we maken ons los van de boom en Minho legt me neer op de grond. Mijn benen liggen tussen de zijne, hij buigt zich voorover en kust me weer. Mijn handen liggen op zijn rug en even later glijden ze onder zijn shirt, Minho kreunt onder mijn aanraking. Snel gaat hij verder met het kussen en nu lig ik boven op hem, ik voel hoe zijn handen onder mijn shirtje glippen en ik voel zijn warme handen op mijn blote rug.

We schrikken op van onze kuspartij door een ijselijke gil, een griever. Mijn gedachten flitsen naar de laatste keer dat ik in het labyrint was, hoe een griever ons had gevolgd. De doodsangst van toen kruipt weer in mijn lichaam, versteend staar ik voor me uit, ik ga naast Minho zitten en begin snel in en uit te ademen. Ik sla mijn armen om mijn knieën heen en begin zachtjes heen en weer te wiegen. Weer klinkt er een gil, waardoor ik nog sneller begin te ademen. Ze kunnen niet hier komen, denk ik. Ik blijf heen en weer wiegen. 'Sonya?', ik voel een hand over mijn voorhoofd glijden. Verschrikt kijk ik op en dijns achteruit, Minho kijkt me geschrokken aan. Mijn lichaam stopt met trillen en ik val terug in de werkelijkheid, ik voel tranen in mijn ogen prikken. 'Sonya.' zegt Minho en hij neemt me vast in zijn armen, ik begin tegen zijn shirt te huilen. Ik ben zo bang, doodsbang. 'Ik wil hier weg.' fluister ik. Minho drukt een kus op mijn kruin. 'We zullen hier uit komen.' fluistert hij. Hij tilt me op en draagt me naar de slaaphutten, hij legt me neer in een hangmat en even later voel ik zijn warme lichaam het mijne omsluiten. Rusteloos val ik uiteindlijk in slaap in zijn armen.

'De renners zullen wapens moeten maken en rugzakken.' Ik zit naast Alby te bespreken hoe we de organisatie van onze ontsnappingspoging moeten aanpakken. 'Ja, wij zullen daar ook bij moeten helpen, net als Teresa en Harriet.' Ik knik. 'De rest moet zijn taken verder doen.' zeg ik. 'De bouwers moeten ook meer helpen met het verbouwen van de groenten bij Zart.' Ik knik instemmend. 'We zullen flessen moeten vullen met water uit de beek.' zegt Alby. 'Hebben we genoeg flessen?' vraag ik. 'Enkele, misschien zullen er ook nog mensen moeten kijken voor iets anders om water in op te slaan.' zegt Alby. 'De bouwers kunnen daar voor kijken.' Alby knikt instemmend. 'Bij de lunch zullen we dit allemaal vertellen.' Hij zucht en laat de balpen neervallen, hij wrijft over zijn gezicht en leunt achterover in zijn stoel. Ik strek me ook uit, we zitten hier al een tijdje. 'Sonya?' vraagt Alby op een ernstige toon. 'Ja, Alby.' Ik kijk hem bestuderend aan, hij fronst zijn wenkbrauwen. 'Denk je, denk je dat ik ook naar het andere labyrint zal worden gestuurd?' Ik schrik door de vraag daar had ik nog niet aan gedacht, maar het was wel logisch, nu dat Harriet hier was. 'Ik...ik weet het niet.' Alby kijkt gepijnigd voor zich uit. 'Ik kan jullie toch niet in de steek laten.' fluistert hij. Ik leg een hand op zijn arm. 'Het zal niet zo snel gebeuren, je moet eerst het labyrint in en daar dan door een muur vallen en aangezien we nu toch niet het labyrint ingaan, lijkt me het zeer onwaarschijnlijk.' Zijn blik wordt zachter en hij ontspant duidelijk, maar toch zit er nog steeds een vleugje bezorgdheid in zijn blik. Hij zal steeds op zijn hoede zijn vanaf nu, denk ik.

'Begrijpt iedereen wat hij moet doen?' vraag ik en mijn stem galmt door de eetzaal. Iedereen knikt en zuchtend ga ik neer zitten, Alby zegt nog even smakelijk tegen iedereen en ploft dan naast me neer op de bank. 'Je hebt het geweldig gedaan.' fluistert Minho in mijn oor, ik begin te blozen. Alby kijkt ons aan en rolt met zijn ogen. 'Ugh, Minho, je bent echt veranderd sinds je nu met Sonya bent.' Minho lacht lief naar mij en vestigt dan zijn blik op Alby. 'Jaloers, Alby?' vraagt hij en de zwarte jongen lacht spottelijk. 'Natuurlijk niet. Sonya is totaal mijn type niet. Niet grof bedoeld hoor.' Ik lach. 'Dat dacht ik ook niet.' Aan de andere kant van onze tafel klinkt er gegiechel, Teresa moet lachen om iets wat Thomas in haar oor fluistert. Gally en Harriet zijn niet veel beter. 'Ugh, ik ga even buiten kotsen.' zegt Alby en hij loopt weg, we blijven nu met ons zessen over en we liggen allemaal plat van het lachen.

Iedereen doet zijn werk, ik heb nu al twee rugzakken gemaakt en de jongens zijn goed bezig met de wapens. Wij, de meisjes, hebben nu al zeven rugzakken klaar. Het is alweer tijd voor het avondmaal.

Met mijn buik vol loop ik naar buiten, gevolg door Harriet en Teresa. In de verte zien we een groepje voor de poorten staan. De poorten zijn nog steeds open. 'Niet goed.' zeg ik en ik trek een sprintje naar de poorten, de meisjes volgen mij. Luid ademend ga ik tussen Alby en Minho staan. 'Wat gebeurt er?' vraag ik. 'Geen idee.' zegt Alby en hij kijkt met een angstig gezicht naar de poorten. 'Ze moesten nu al gesloten zijn.' zegt Minho. Ik zet grote ogen op. Angstig staan we naar de deuren te kijken, ik laat mijn hand in die van Minho glijden. Het begint al donker te worden en de poorten zijn nog steeds niet gesloten. Ik hoor de scherpe kreten van de grievers. Ik schrik op. 'Weg iedereen, verschuil je!' roep ik uit. Iedereen kijkt me aan. 'Kom op, de grievers zullen hier bijna zijn.' Bij het woord grievers komt iedereen in actie.

Group B meets Group A (the maze runner)Where stories live. Discover now