Hoofdstuk 14.

581 34 0
                                    

Ik word wakker gemaakt door een luide sirene. Ik herken het meteen, de box is aangekomen, het klinkt precies hetzelfde als in de korf. Dit is de eerste keer dat de box aankomt, sinds ik hier ben. Met moeite sta ik recht van mijn ziekenbed, gelukkig kunnen mijn benen mijn gewicht dragen. Naast een zeurende hoofdpijn ben ik fysiek in orde. Mentaal niet. Ik loop uit de ziekenboeg en zie dat iedereen naar het midden van de laar loopt, snel trek ik een sprintje. Ik baan me een weg door de menigte, ik was vergeten dat er hier zoveel jongens waren, ik had grotendeels in mijn eigen wereldje geleefd hier. Ik zie dat Newt en Alby bij de box staan. Ik speur de menigte rond om Minho te zien, maar besef dan dat hij net als de andere renners in het labyrint zit. Ik richt mijn aandacht weer op Newt. Hij springt op de box en doet hem open.

'Het is een meisje.' roept Newt. Ik zet een stap dichter bij de box, misschien is het Harriet of iemand anders uit de korf, maar wanneer ik in de box kijk, herken ik het meisje niet. Newt kijkt naar boven. 'Sonya, misschien wil jij eventjes hier komen, jij bent hiervoor beter geschikt, denk ik.' Ik knik, misschien was het inderdaad beter als ik voor dit meisje kijk, ik spring in de box. Het meisje is bewusteloos. Ik buk bij haar neer. Ik leg mijn hand op haar voorhoofd, ze heeft duidelijk koorts. 'Jef! Clint!' roep ik. De med jackers komen naar voren. 'Breng haar naar de ziekenboeg!' beveel ik. Het voelt goed om weer controle te hebben, het voelt meer aan als in de korf. De jongens springen in de box en tillen voorzichtig het meisje op, daarna lopen ze met haar voorzichtig naar de ziekenboeg, ik blijf eventjes bij de box staan. Nu hoor ik het geroezemoes. 'Een meisje?' 'Wat betekent dat?' Ze stellen zichzelf dezelfde vragen als toen ik hier aankwam, maar deze keer is het anders. Dit meisje hoort niet bij de meisjesgroep. 'Aris.' mompel ik zachtjes. Natuurlijk, dit meisje is Aris hier.

Het meisje is nog steeds niet wakker, ik zit naast haar bij haar bed. De jongens voelen zich ongemakkelijk bij haar. Ik bestudeer haar ondertussen, ik zoek dingen waarmee ik haar kan vergelijken met Aris, maar ik vind niks. Ik kijk naar haar handen en zie een klein stukje papier uitsteken, dat had ik nog niet eerder gezien. Voorzichtig open ik haar hand en pak het briefje eruit. 'Zij is de laatste, ooit.' Dat klonk niet goed, dit moet ik aan Newt en Alby vertellen. 'Jef!' De med jack komt direct aangelopen, ik vraag of hij eventjes bij het meisje wil blijven en dan ga ik op zoek naar Newt en Alby.

Ik zie Newt als eerste, hij staat te praten met Minho. Ze staan allebei met hun rug naar me toe, terwijl ik hun nader hoor ik hun gesprek. 'Niks? Echt helemaal niks.' zegt Newt. Ik zie dat Minho zijn hoofd schud. 'Niks zelfs geen hoopje kleren, oftewel is hij spoorloos verdwenen oftewel hebben de grievers niks van hem overgelaten, wat vreemd is want normaal verteren ze de kleren niet.' zegt Minho. Ryan denk ik. Stil blijf ik achter hun staan, mijn hart gaat als een razende tekeer. 'En je hebt overal gezocht?' Minho knikt. 'Niet vertellen aan haar.' zegt Newt. Wat! Hij wilt dit niet vertellen aan mij, ik heb toch het recht om dit te weten. 'Dat was ik ook niet van plan.' zegt Minho. Ik schraap mijn keel. Geschrokken kijkt het tweetal om. 'Wat heb je gehoord?' vraagt Newt. 'Genoeg.' zeg ik kort, ik zorg dat ze horen hoe kwaad ik op hun ben. Ik wil kwaad weglopen, maar besef dan waarom ik hier naartoe ben gekomen. Ik loop naar Newt toe en prop het briefje in zijn hand. 'Wat is dit?' vraagt hij verbaasd. 'Dit had het meisje bij zich.' En na dit gezegd te hebben, loop ik woedend weg.

Even twijfel ik erover om het labyrint in te gaan, om Ryan te gaan zoeken. Dan zou ik hem kunnen uitleggen dat ik zijn familie niet had uitgemoord, maar zou hij me wel geloven? Misschien zou wicked ervoor zorgen dat hij me bleef haten. Zou hij uberhaupt nog in leven zijn? Mijn ogen vullen zich weer met tranen. Wat als ik het labyrint inga en weer een weg terugvind naar mijn labyrint, naar Harriet en Rachel en Olive en al de rest. Zij zouden me helpen om over het verdriet heen te komen. Net als ik besluit om erin te rennen, word ik tegengehouden door de deuren, die net sluiten. Ik zucht, ik zit hier opgesloten, tussen al deze jongens. Dan gaan mijn gedachten terug naar het meisje, snel ren ik naar de ziekenboeg.

Aangekomen, zie ik dat het meisje rechtop zit, met een mes in haar handen, wijzend naar Jef. 'Sonya.' zegt Jef opgelucht. Ik zwaai kalmerend met mijn armen naar het meisje. 'Laat dat mes zakken, alsjeblieft.' Het meisje vestigt haar blik op mij. 'Rustig.' zeg ik. Het meisje fronst haar wenkbrauwen. 'Die jongen.' Ze wijst naar Jef. 'zei dat er hier alleen maar jongens waren, maar jij bent een meisje.' Ik glimlach. 'Ja, ik ben een meisje.' Het meisje ziet er kalmer uit, ze voelt zich duidelijk meer op haar gemak, nu ze weet dat ze niet het enige meisje is. 'Wat doe ik hier?' 'Je bent hier naartoe gestuurd.' zeg ik. 'Waarom?' Ik zucht. 'Dat weten we niet.' Ze knijpt haar ogen dicht. 'Waarom herinner ik me niets?' Ik zet een stap dichter naar haar toe. 'Niemand herinnert zich iets als ze aankomen in de box.' zeg ik. 'Jij ook?' Ik knik. 'Dus jij kwam hier ook toe.' Ik schud mijn hoofd, ze kijkt me niet begrijpend aan. 'Ik ben niet hier aangekomen in de box, ik kom uit een ander labyrint.' 'Labyrint?' Ik knik. 'Ja, we zitten vast in een labyrint.' Haar ogen worden groot. 'En jij komt uit een ander labyrint, hoe?' Ik glimlach. 'Lang verhaal, dat zal ik je later vertellen, maar eerst zal ik je rondleiden.'

De persoonlijkheid van het meisje lijkt zo hard op dat van Aris, dat ik erbij moet lachen. Ik voel me op mijn gemak bij haar, ze doet me herinneren aan mijn leven bij de meisjes. Ik toon haar alles. Het is tijd voor het avondeten, ik loop samen met het meisje naar de eetzaal. Ze neemt alles in haar op. De stampot van Wok staat voor onze neus te dampen. Het heeft bijna geen smaak. Mix en Wok lijken misschien op elkaar, maar het is duidelijk wie de beste kok is. We zitten alleen aan een tafeltje, zo te zien hebben de jongens besloten om ons met rust te laten.

Na het avondmaal is er een kampvuur, ik zal het meisje moeten voorstellen aan de rest. Zelf ken ik ook nog niet al de jongens. We lopen naar een groepje jongens, waaronder Newt en Minho. Ik ben nog steeds kwaad op hen. Ik haal adem en stel haar voor. 'Groentje, dit is Minho, de keeper van de renners.' Ze geeft hem een hand. 'Dit is Newt, tweede commandant, na Alby hier.' En ik wijs naar Alby. Ze heeft hen beide een hand. Ze slaat zo te zien alles op in haar hoofd. 'En dit is Thomas.' Als ik het goed had en dit meisje Aris moet voorstellen, dan moet ze een connectie maken met Thomas, die Rachel voorstelt. En inderdaad, wanneer het meisje Thomas een hand heeft, zie ik de blik. 'Teresa, mijn naam is Teresa.' Ze kijkt vrolijk, maar haar blik blijft gevestigd op Thomas. Ik wist het wel, die twee hebben een connectie, ik moet eventjes lachen. Waardoor de aandacht op mij wordt gericht. Ik loop weg en laat Teresa bij Thomas achter, ze is in goede handen. Ik ga tegen een boomstronk zitten en kijk in het kampvuur. De glimlach verdwijnt van mijn gezicht, dit was de eerste dag zonder Ryan.

Group B meets Group A (the maze runner)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu