Hoofdstuk 15.

555 33 5
                                    

Het kampvuur is bijna uitgedoofd. Mijn ogen zijn gericht op Thomas en Teresa, ze zitten iets verderop te praten en te lachen, verdrietig kijk ik toe. Plotseling hoor ik een beweging naast me, Minho komt naast me zitten. 'Je bent nog steeds kwaad, hé.' Hij stelt het niet als vraag. Ik negeer hem gewoon. Ik kijk naar de punten van mijn schoenen. 'O, komaan, ga je me nu ook nog negeren.' Ja. Antwoord ik in gedachten. Hij blijft koppig naast me zitten en ik blijf hem koppig negeren.Eventjes kijk ik opzij en direct heb ik spijt, hij is me aan het aankijken en er verschijnt een grijns op zijn gezicht als hij ziet dat ik me omdraai. 'Zie je wel, je kan me niet blijven negeren.' Ik rol met mijn ogen, maar blijf hem aankijken. 'Heb je echt niks gevonden?' vraag ik voorzichtig. Zijn grijns verdwijnt onmiddelijk. Hij krijgt een harde blik in zijn ogen. Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, sorry, Sonya.' 'Dus het kan zijn dat hij nog in leven is?' Er zit een lichte hoop in mijn stem. 'Hoogstwaarschijnlijk niet.' Er valt een pijnlijke stilte. 'Heb je Newt al vertelt over je droom?' Ik schud mijn hoofd. 'Luister, Sonya, Newt is je broer, hij wilde je dat niet vertellen over Ryan omdat hij je wil beschermen.' Ik neem diep adem, zo had ik het nog niet bekeken. Direct voel ik me schuldig. 'Hij zit daar achter die boomstronk.' zegt Minho.'Bedankt.' fluister ik.

Newt drinkt van een honingachtige drank. Hij kijkt wazig voor zich uit. 'Newt?' Hij kijkt naar me om. 'Ahn, zusje, kom erbij.' Ik ga naast hem neerzitten. 'Het spijt me.' zeg ik. Newt legt zijn arm om me heen.'Hé, het is normaal dat je zo reageert, je hield van hem.' 'Hou.' zeg ik zacht. 'Ik hou nog steeds van hem.' Newt is even stil. 'Ik moet je iets vertellen.' Hij trekt zijn wenkbrauwen op en kijkt me nieuwsgierig aan. Ik haal even diep adem en vertel hem dan over de droom. Hij luistert aandachtig. 'En je denkt dat dat echt gebeurt is?' vraagt hij, toen ik was uitgepraat.Ik knik. 'Ik kon er zelf niks aan veranderen, ik was gewoon een toeschouwer, als je droomt is dat toch niet zo.' Hij knikt en neemt nog een slok van de drank. 'Wat is dat?' Hij glimlacht. 'Een receptje van Gally.' 'Wat zit erin?' 'Geen flauw idee.' Het klinkt verkeerd om iets te drinken, waarvan je niet weet wat erin zit. 'Ook een slok.' Newt wijst met de fles naar mij. 'Nee, bedankt, ik drink liever geen onbekende drankjes.' Hij grinnikt. 'Je zal er niet van doodgaan hoor, kijk naar mij, ik ben nog steeds springlevend.' Ik schud mijn hoofd. 'Toch bedankt.' Ik steek mijn vuist uit, even later duwt hij de zijne ertegen. 'Ik ben blij dat we geen ruzie meer hebben.' zegt hij. 'Het is normaal dat broers en zussen soms wel eens ruzie hebben.' zeg ik lachend. 'Zusje toch.' en hij wrijft over mijn haar.

'Tijd om te gaan slapen, iedereen.' roept Alby achter ons. Ik en Newt komen vanachter de boomstronk vandaan. We lopen naar de slaaphutten. 'Slaapwel.' zeg ik tegen Newt. 'Slaapwel.' zegt hij terug en hij loopt naar zijn hangmat. Ik loop naar de mijne. Rustig doe ik mijn schoenen uit en ga liggen, ik hoor hoe de rest ook in zijn hangmat kruipt. Minho ligt aan mijn ene kant aan de andere is er een lege hangmat. Ryans hangmat. Ik draai me op mijn zij, waardoor ik naar de hangmat kijk. Het lukt me maar niet om in slaap te vallen, overal om me heen hoor ik gesnurk en trage ademhalingen, ik ben waarschijnlijk de enigste die nog wakker is. Mijn aandacht is gevestigd op de lege hangmat. Het is net of het symbool staat voor de leegte in mijn hart.

Met een zucht sta ik op, ik kan toch niet slapen. Dus besluit ik een wandeling te gaan maken. 'Hé, wat is er?' hoor ik een slaperige stem achter mij zeggen. Ik draai me om en zie dat Minho rechtop zit. 'Kan niet slapen.' zeg ik. 'Ryan?' vraagt hij. Ik knik. 'Wacht, ik ga mee.' en hij bukt zich voorover om zijn schoenen vast te gespen. Ik weiger zijn gezelschap niet, en samen lopen we naar buiten. 'Minho?' ik zie nog net de contouren van zijn gezicht in het donker. 'Ja?' Ik zoek even achter de juiste woorden. 'Ik wil mee morgen in het labyrint.' Hij stopt abrupt. 'Wat?' Ik stop ook. 'Je hebt me wel gehoord.' Hij snuift. 'Je moet wel een goede reden hebben.' Die heb ik inderdaad. 'Ik wil naar de plaats gaan waar je ons gevonden hebt.' zeg ik zelfverzekerd. Dit moet ik doen, ik wil weten of het mogelijk is om terug te gaan. 'Je wilt terug.' Ik knik, blij dat hij het begrijpt. Hij zucht. 'Oké, dan, morgen ga je mee met mij, je hebt geluk, de sectie waar je naartoe wilt, is morgen open.' We lopen terug naar de slaaphut.

'Zal het lukken om te slapen?' vraagt Minho bezorgd. 'Ik weet het niet, ik mis Ryan.' Ik voel mezelf rood kleuren. 'Hij kwam altijd bij me liggen als ik niet kon slapen.' Minho ademt luid in. 'O.' We staan eventjes stil voor elkaar. Minho schraapt zijn keel. 'Je kan wel bij mij liggen als je wilt, puur vriendschappelijk, natuurlijk.' Ik moet even nadenken over zijn voorstel. Ik weet dat ik niet zal kunnen slapen als ik nee zeg, en ik heb mijn rust nodig voor morgen in het labyrint. 'Zoek iemand anders.' Ryans woorden klinken plots door mijn hoofd. Minho is mijn vriend, meer niet. Nu toch nog niet. 'Oke.' zeg ik zachtjes. Minho loopt naar zijn hangmat en gaat erin liggen. Hij klopt op de plaats voor hem. Aarzelend loop ik ernaartoe en ga ik bij hem liggen. Zijn kin komt net boven mijn hoofd, ik kan goed zijn hartslag horen. Mijn tenen komen net tot aan zijn scheenbenen. Hij legt zijn arm rond mijn middel. 'Slaapwel.' fluistert hij. 'Slaapwel.' Ik voel zijn warmte door mijn kleren heen. Ik zet alles uit mijn hoofd en luister naar Minho's hartslag, die trager begint te kloppen. Op zijn hartslag val ik eindelijk in slaap.

Group B meets Group A (the maze runner)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu