Hoofdstuk 1.

1.4K 53 2
                                    

De sirenes loeien luid, ik kijk op, ik zei net tegen Rachel dat het raar was dat de box zo laat kwam. Als je van de duivel spreekt, iedereen loopt snel naar het midden van de Korf. Rachel loopt naast haar en wanneer ze bij de box aankomen, neemt zij de leiding. 'Iedereen stil.' Rachel bukt en doet de deuren open. Harriet komt naast me staan, ik kijk naar mijn vriendin, we wisten beiden niet wat te verwachten, na Aris kon alles gebeuren. In de box stonden er dozen, en een kooi met een varken. Mooi zo, we hadden nood aan wat nieuwe voorraden. In de hoek zat er een figuur, Rachel springt in het gat. De persoon kijkt op, het is een jongen. 'Het is een jongen.' roept Harriet als mededeling voor diegenen die het niet kunnen zien. Aris komt naar voren, ik kijk naar hem. Wat zou er in zijn hoofd rondgaan, hij zou nu niet meer de enigste jongen zijn. 

Rachel klimt uit de box, direct gevolgd door de jongen, het nieuwe groentje. Ik loop naar hem toe, het is mijn taak om de groentjes rond te leiden. Rachel stuurt iedereen terug naar haar werk, Aris blijft staan, net als ik en Harriet. Aris blijft op een afstandje, hij wacht waarschijnlijk op Rachel, die twee zijn onafscheidelijk. Harriet loopt naar de jongen, en heeft hem een hand. 'Harriet' hoor ik haar zeggen. De jongen knikt, Rachel en Harriet lopen weg. Rachel loopt direct naar Aris, ze beginnen direct druk te praten. Ik blijf over met de jongen. Hij kijkt verbaast rond zich heen, het is inderdaad indrukwekkend hier. Ik loop naar hem toe, hij heeft zwart haar en groene ogen. Hij is knap, knapper dan Aris. Ik steek mijn hand uit, hij grijpt hem vast en schud hem. Ik wil hem niet los laten, die aanraking heeft iets vertrouwds, ik kijk op en kijk recht in zijn ogen. Ik glimlach. 'Sonya.' Hij lacht, hij heeft een prachtige lach.

Ik leid hem rond door de korf, wij noemen het de korf. Ik toon hem alles, de slaapplaatsen, de boerderij, waar ook de keuken is, het werkhok, waar enkele meisjes bezig zijn dingen te maken die we later kunnen gebruiken. Als laatste toon ik hem de leidershut, waar ik, Harriet en Rachel slapen, en ondertussen nu al een maand slaapt Aris hier ook, in een aparte kamer. Lies is bezig om een extra bed te plaatsen, hier zal deze nieuwe jongen slapen. Hij had nog niks gezegd tijdens de rondleiding, maar toen Lies naar buiten is gelopen, doet hij zijn mond open. 'Bedankt voor de rondleiding.' 'Geen probleem hoor, dat is mijn taak.' 'Je doet je taak zeer goed dan, ik heb een vraagje.' 'Vraag maar raak, daarvoor ben ik hier.' Hij kijkt twijfelend. 'Waarom kan ik mij niks meer herinneren?' Ik weet het antwoord niet op die vraag, niemand weet dat. 'Het is normaal, niemand van ons kan zich iets herinneren als ze hier aankomen, je naam zal binnenkort wel terugkomen, maar dat is alles.' Hij kijkt verslagen, alsof hij geen raad weet met al deze chaos. 'Hé, je bent hier niet alleen, oké?' Hij kijkt recht in mijn ogen, iets in zijn ogen zorgt ervoor dat ik deze jongen vertrouw. 'Oké.' zegt hij zachtjes. 'Dit is hier je slaapplaats, je bent hier nog met één andere jongen, al de rest zijn meisjes, je zal hem waarschijnlijk snel ontmoeten, zijn naam is Aris.' Hij zuchtte opgelucht. 'Gelukkig maar, ik dacht dat ik hier helemaal alleen zou zitten tussen al deze meisjes, iets te veel oestrogeen voor mij.' Ik moet lachen om zijn grapje. 'Rust maar wat uit.' Hij knikte en loopt naar het nieuwe bed, hij ploft erop neer. Hij is duidelijk blij om te zitten. Ik loop net naar de deur als ik hem iets hoor zeggen. 'Sonya?' Ik draai me om en zie hem naar me kijken. 'Ja?' Hij begint te blozen. 'Mag ik naar je toe komen als ik hulp nodig heb?' Ik glimlachte. 'Natuurlijk, graag zelfs.' Ik loop naar buiten, mijn hart klopt sneller dan normaal. De rest van de dag denk ik aan de nieuwe jongen. Ik denk aan mijn leven voor de korf, had ik hem gekend, stelt hij me daarom zo op mijn gemak? Mijn geheugen wilt nog altijd niets losgeven, wie ook onze herinneringen heeft afgenomen, die heeft zijn werk veel te goed gedaan. Uitgeput val ik die avond neer op mijn bed, ergens in mijn achterhoofd zegt een stemmetje dat hij in de kamer hiernaast is, ik moet mezelf tegenhouden om niet naar hem toe te gaan, wat gebeurt er toch met me? Woelend val ik uiteindelijk in slaap.

Group B meets Group A (the maze runner)Where stories live. Discover now