13.1: Klein hart, grote mond

819 41 7
                                    

"Je- je bent geweldig." Hijgend en licht bezweet door de intensiteit waarmee Harry teder en langzaam mijn ruggengraat kust probeer ik mezelf terug kalm te krijgen.

"Ben je al moe, Louis de Geweldigste?" Een lach ontsnapt uit mijn mond, typisch.

"Mh, ik denk dat ik bijna moe ben, Harry de aller-aller-geweldigste." Ook hij grinnikt en komt terug voor me zitten. Onmiddellijk kruip ik dicht tegen hem aan en duw ik hem achterover zonder het liefdevolle contact tussen onze lippen te verbreken. Voor de voorlopig laatste keer laat ik mijn handen over zijn strakke lijf glijden om hem dan liefdevol verschillende kusjes verspreid over zijn gezicht te geven. Harry vindt het allemaal goed, zolang zijn armen maar om me heen kunnen blijven. Vermoeid leg ik mijn hoofd tegen Harry's borstkas aan. Na een ettelijke seconde merk ik dat hij uiterst langzaam en voorzichtig een kus op mijn slaap geeft en even door mijn haar gaat. Mijn hart wil maar niet tot bedaren komen. Tien sensuele minuten met Harry en het is helemaal van streek. Nog tien minuten meer en je moet me redden; dat kan mijn zwakke hartje niet aan.

"Mag ik nu wel mee naar de markt?" Ik snuif komisch,

"Zit je daar nu nog altijd mee in je hoofd?" Lui rol ik van hem af en ga rechts van hem liggen, tegen hem aan in plaats van op hem.

"Ik vind het maar niks als ik je niet meer kan ruiken of beschermen. Wie weet gebeurt er wel iets en als Aurus of zo ook nog mee gaat dan kan ze je niet beschermen."

"Maar goed dat ik zo'n geweldig magische tovenaar ben dan." Even trilt Harry's borstkas, maar daarna is hij weer serieus. "Nee, alle gekheid op een stokje, ik zou het super leuk vinden om dat mee te maken. Je zult me maar even moeten missen. Zolang ken je me nu ook weer niet."

"Nee, maar zo graag heb ik nog nooit iemand bij me willen houden. Ik had een vreselijk slechte periode, stond op het puntje van de afgrond, jij hebt me vastgehouden en me een stap achteruit doen zetten. Ik ben nog niet weg van de afgrond, maar ik wil er ook niet meer van afspringen." Ik zucht, door de lange dag is de hoofdpijn zich langzaam aan het opstapelen in mijn hoofd en wordt denken moeilijk.

"Ik wist niet dat het zo slecht ging... Maar ik ben blij dat ik je heb kunnen helpen. Ik zie je graag Har." Mijn oogleden voelen verdacht zwaar aan en zonder dat ik het weet vallen ze toe.

"Ik heb je precies zwaar afgemat..." Harry's stem klinkt plagend maar ik kan niets meer doen dan hummen, overwelmd door de warmte van het deken die de slaap met zich meebrengt. Toch zindert het na dat hij de woorden niet terug zei.

"Slaap zacht Lou." Ik glimlach en buig iets dichter naar hem toe zodat ik hem een kus op zijn gladde wang kan geven.

"Slaap wel."

Slaperig rol ik me op mijn zij en strek ik mijn arm uit, zoekend naar de mooiste jongen die er is voor mij. Ik frons als ik hem echter niet vindt en tast het bed blindelings verder af. Hij is er echt niet. Teleurgesteld open ik mijn ogen. Het duurt even voordat ik eindelijk iets anders zie dan zwarte vlekken door het felle zonlicht, maar ik glimlach tevreden als ik hem deze keer wel vind. Harry zit gewoon aan zijn tafel, schrijvend aan een document voor zich.

"Goeie morgen...Je eten staat onder te wachten. Ik ruik het al meer als twee uur dus ik zou niet te lang wachten als ik jou was." Even gaat zijn blik twijfelachtig de kamer rond waarna hij terug met dat prachtige exemplaar ogen van hem naar een saai blad papier/perkament staart. Ik antwoord eerst echter niet en kom overeind, zonder vreselijk veel pijn en stijfheid dit keer.

"Jij bent ook weer de onpersoonlijkheid zelve." Mijn ogen blijven gefixeerd op hem, maar hij reageert niet. Komaan Har, je kan zo veel meer zijn dan gevoelloos en hard. Als hij terug opkijkt krijg ik de reactie die ik wou, hij is gekwetst. Ik wil hem niet kwetsen, natuurlijk niet, maar het zet hem wel aan het denken. Ik sta op en merk dat ik slechts een dun lapje stof rond mijn geslachtsdeel draag en kruip beschaamd terug in bed, onder de lakens waar mijn lichaam beschermd is van alle pottenkijkers. Zo kan ik toch niet de kamer verlaten?

Mijn eeuwige zonde - Larry Stylinson (vampier)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu