24.2: Confuus

486 28 1
                                    

Ik schrik me te pletter als ik een vrouwelijke figuur zie, achter me. Het duurt even voordat ik haar nog steeds fel opgemaakte gezicht in te veel dure gewaden kan herkennen. Zij was aardig, als enige, op het feest. Adelinda, zeg maar Lin.
"Het interesseert me even niet wat voor boom het is. Het doet goed dienst."
"Hij is geneeskrachtig." Haar ogen bestuderen me nieuwsgierig, ik word er alleen maar geïrriteerd van. Kunnen ze me nu niet even met rust laten?!
"Hij functioneerde anders even goed als elke andere boom." Ze grijnst, geamuseerd door mijn slechte stemming. Ze verdient mijn botte commentaar niet, maar ik heb geen behoefte aan gezelschap, behalve als het van mijn mooie vampier is.
"Ga je zo maar een jonkvrouw verlaten? Dat is niet erg nobel."
"Ik heb geen idee wat nobel is, maar ja, kijk nog maar eens goed." Arrogant rol ik met mijn ogen voordat ik naar binnen loop, recht naar mijn kamer. Daar stop ik mijn handen in een kom water die later door de pot moet. Onmiddellijk zwelt de wonde op en voel ik mijn eigen hartslag door elke vezel van mijn lichaam pompen. Ik bijt enkel op mijn lippen en laat verder geen geluid horen. Ik vertrouw het niet met al die vampiers die nu aan het vergaderen zijn. Het liefst zou ik zachtjes 'ik hou van je Beer' fluisteren, maar mijn ego krenkt al in elkaar bij de gedachten dat ook vreemde mannen met verkeerde instellingen dat kunnen horen. Het water weerspiegelt mijn bezwete gezicht. De inspanning heeft ervoor gezorgd dat samen met het zweet ook alle protesterende emoties eruit zijn gevloeid. Nu voel ik me enkel leeg een eenzaam, verlangend naar mijn sterke keizer. Ik zucht zachtjes, de verleiding om het toch te fluisteren is groot, erg groot. Voordat ik mezelf er niet meer van kan weerhouden neem ik een stompje potlood en de achterkant van Harry's oude mededeling. Vaag maak ik er lijnen op, lijnen die een gezicht moeten voorstellen. Je kan je wellicht bedenken dat als je zoiets voor de eerste keer moet doen, het niet echt gaat zoals je wilt. Een opstapeling van frustraties. Ik zou het zo in twee kunnen scheuren als het niet van Harry was geweest. Eerlijk gezegd ruikt het zelfs naar hem plus zijn woorden staan erop. Ik krijg het niet over mijn hart om het te vernielen. Het potlood voelt nog steeds vreemd aan tussen mijn vingers en maakt niet de gewenste bewegingen waardoor ik sommige rare strepen wel in zijn haar moet verwerken (al zal dat gewoon een zwart vlak zijn). De tekening wordt echt belachelijk vergeleken met Harry's schilderij, en ik ben niets nuttig aan het doen. Ik zucht en bedenk me dan pas dat ik beter beneden bij de zieken kan gaan kijken, misschien wat praten, gewoon gelukkige Louis zijn. Ik hoop dan wel ten zeerste dat er geen overleden mensen liggen, want dan loop ik weg, serieus. Behendig en vluchtig vind ik de weg naar beneden. Uit voorzorg doe ik toch maar weer de irriterende doek voor, ook al zouden de meeste mensen genezen moeten zijn. De zware deur opent gemakkelijk dankzij mijn spierbundels bij mijn armen (waar ik toch wel trots op ben ondanks dat het geen vampierkracht heeft). Meteen zie ik vele mensen die me opmerken en naar me glimlachen. Ik glimlach terug en bekijk ze allemaal eens goed. Ze zitten brood met wat water te eten, helemaal tevreden lijkt het wel. Al het vuil en de geur van ontlasting lijkt hun niet te deren. Al snel kom ik Karel tegen. Hij eet gulzig en is al minder zweterig dan de laatste keer toen ik hem zag. Gelukkig maar, als zijn vrouw alleen zou achterblijven zou het een ramp zijn. Samen met nog maar 1 kant kan ze nooit genoeg verkopen om zelf wat te kunnen kopen of alleen op het veld werken.
"Het gaat al beter zie ik." Hij knikt. Zijn ogen vinden tevreden de mijne.
"Daarnet kwam er een mooie vrouw voorbij, op zoek naar jou." Veelbetekenend trekt hij een wenkbrauw naar me op. Als hij nu eens zou weten dat ik me niet in vrouwen interesseer maar in spierbundels zoals hij.
"Wel, ze heeft me gevonden." Hij grijnst en drinkt wat voordat zijn vettige haar naar achteren wordt gestreken en hij me terug aan kan kijken.
"Dan ben jij wel erg snel terug om..." Ik schud enkel grijnzend mijn hoofd na een neppe felle lach die nog wel oprecht klonk. Ik haat het als ik me anders moet voordoen, maar het is voor mijn en Harry's eigen goed.
"Ik zal nog even verder gaan, dan kan ik sneller naar de vrouw." De komische toon ontgaat hem niet. Maar goed dat hij niet snapt dat het ironie is door de knipoog die ik erbij verkoop.
"Heer Louis..." Het woord heer. Ik zal er nooit aan wennen want ik ben nog steeds niet meer dan een boer.
"Ja...?" Ik draai mijn hoofd in de richting van de vrouwelijke stem. Een meisje van mijn leeftijd met blond haar en fel blauwe ogen glimlacht naar me terwijl haar pasgemaakte vriendinnen me aankijken alsof ze me zo in bed willen sleuren. Was ik bij de mannen maar zo populair... "Ben je een protestant?" Ik frons, goede vraag, wat ben ik nu eigenlijk? Ik kniel voor haar neer waardoor de anderen giechelen en me verleidelijk aankijken. Ook zij moesten eens weten waar ik eigenlijk verlang. Het zijn niet de decolletés waar ze me nu volledige inkijk in geven.
"Dat ik het zelf niet weet. Ik weet niet wie voor wat staat en wat alles inhoudt. Ik vind het belangrijker dat je onthoudt wie mensen zijn, en niet wat." Nu klink ik net als een filosoof, een priester misschien, maar stiekem vind ik mezelf gewoon te slim klinken. Het is mijn mening, en daar vroeg ze naar.
"Als je tijd als Comes erop zit, kom je ons dan bezoeken? We zullen je een warm welkom geven." De rechtse brunette. Haar vingers spelen met het stof bij haar boezem, maar het werkt niet afleidend voor mij. Ik zou het liever niet zien. En dan dat warm welkom, dat zullen ze wel in vuur en vlam willen zetten met passie.
"Ik weet niet hoe alles gaat verlopen, maar ik zal er aan denken als." Ik geef ze een lieve blik maar mentaal zucht ik om hun geslijm.
"Eigenlijk weet je niets." Ik frons opnieuw - het lijkt besmettelijk te zijn want Harry heeft het ook - en glimlach dan naar de figuur die op me af komt. De vrouw van in de tuin, van op het feest. Adelinde, ik mag haar.
"Precies, en dat is het veiligste voor iedereen."

Mijn eeuwige zonde - Larry Stylinson (vampier)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu