30.1: Illusie

355 16 0
                                    


Harry's lichaam is koud. Ik probeer het te negeren maar sinds mijn brandende verlangens zijn ingelost, begin ik het steeds kouder te krijgen. Het dunne laken biedt me helaas niet veel steun. De man langs me ligt met zijn ogen half open wat voor zich uit te staren - even mooi als anders. Zijn roze lippen zijn voorzichtig uit elkaar geweken en zijn frons is aanwezig.
"Har," Ik wrijf zachtjes met mijn koude vingers over zijn stevige bovenarm. Hij draait zijn hoofd en glimlacht verliefd.
"We moeten..." Hij laat de woorden in de lucht hangen, alsof ze niet gezegd geweest zijn en likt dan langs zijn lippen.
"Ik weet het. Ik ga eerst even wat aantrekken." Zijn vinger glijdt sensueel over mijn buik als hij zich dan toch terugtrekt en knikt.
"Je hebt het koud." Ik grinnik en schud mijn hoofd om die constatering terwijl ik een broek en hemd vind.
"Jij hebt het pas koud Beer." Hij merkt het zelf niet. Ik kruip terug in het bed en leg mijn hoofd op het kussen. "Zullen we gewoon...?" Vermijden wil ik niet, maar fijn is anders. Harry's ogen hebben al een oranje gloed als zijn kaken zich op elkaar zetten en hij zijn ogen over mijn bovenlichaam laat gaan - lees nek.
"Mijn controle bij jou op dit moment is-" Daarstraks had hij het ook erg moeilijk om tijdens de oplopende passie me niet te bijten. Ik heb hem toen geprobeerd te kalmeren, maar eens hij zijn tanden er daadwerkelijk in zet, is er niet veel dat ik kan doen.
"Gewoon rustig aan." Ik beweeg ongemakkelijk, de afstand tussen ons is nog te groot. "Ik weet wel niet of ik alles-" Harry knikt al, zijn kaken zo strak dat ik mijn vinger er aan kan snijden. Zijn tanden zitten eronder verborgen.
"Je kijkt maar wat lukt."
"Oké." Ik probeer zo kalm mogelijk te blijven, en dat lukt best goed, maar me laten bijten vind ik sowieso niet fijn. Laat staan als er nog eens onaangename beelden voor mijn ogen heen zullen flitsen. Harry's handen zijn nog steeds bar koud. Ik probeer er niet onder in te krimpen als hij erg voorzichtig en medelevend me dichter naar zich toe trekt, tot op zijn schoot. Half naakt als hij is werkt het even afleidend, totdat ik de koude lippen in mijn hals voel, en niet veel later de prik. "Leve-nos de volta." En weg zijn we.

'Louis lieverd, open je ogen.'  De stem, Harry's moeder. 'Rustig, jij controleert Louis. Enkel jij controleert wat je voelt en wat je doet. Jij kiest ervoor om je ogen open te doen.'
'Ik ben bang van de echte wereld.'
'Dat maakt het net zo mooi.' Ze is moederlijk. Je hoort de glimlach door haar warme stem heen. Net zoals bij Beer. 'Harry wacht op je.'
'Ik kan je nooit goed bedanken...'
'Dat moet niet. Vertrouw enkel je eigen verstand en hart Louis. Onthoud dat en vertel het tegen mijn zoon. Intuïtie.'

Felle flitsen, en meer.

'Pas op!' Ik schrik me te pletter door Christiaans stem en laat me dan ook aan de kant duwen. Hij vecht tegen de aanstormende man en legt hem zonder problemen neer. Iets verderop staat Harry tegenover een veel stevigere en grotere man. Ze grommen naar elkaar en draaien rondjes waarna de man de keizer aanvalt en ik mijn adem scherp vast houdt. Mag ik zelfs iets doen? Ik probeer een snelle spreuk om ze uit elkaar te halen. Het werkt niet. Het lijkt wel alsof er geen magie meer in mijn lichaam zit. Maar het moet wel! Harry! Gefrustreerd geef ik alles en alles. Een oorverdovende pijn in mijn hoofd doet me jammerend op mijn knieën zakken. Vanaf het moment dat ik ermee stop stopt de pijn ook. Wat is dit? Christiaan helpt me emotieloos overeind en trekt me weg. Weg van het gevecht. Weg van mijn geliefde.
'Nee, ik moet naar Harry toe!' Verwilderd geef ik een snok aan zijn armen maar zonder magie krijg ik de massa nooit in beweging. Oh dit komt niet goed...

Flits flits.

'Louis? Word wakker schat.' Ik kreun als ik Harry's bezorgde stem hoor, het klinkt zo ver weg. 'Komaan. Open je ogen.' Ik doe wat hij zegt en staar recht naar een smerig vies plafond. Fronsend bemerk ik dat er een klein raampje met tralies voor zit, wat is dit? Vragend zoek ik een antwoord in Harry's blik. Hij zegt echter niets en kijkt me medelevend aan. Ik kruip in zijn armen, op een andere manier opzoek naar steun. Mijn hersenen helpen me daarbij niet echt.
'Het spijt me, ik kon hem niet aan.' Zijn stem klinkt gebroken en het verbaast me zelfs dat zo'n egoïstische vampier-keizer als hij, dat toe durft te geven. Troostend kus ik zijn kaaklijn en laat ik het gebroken en vettige haar door mijn even vuile handen glijden.
'Ik kon je niet helpen.' Mijn nietige stem doet me in elkaar krimpen van schande.
'Iemand deed iets tegen je, je kon er ook niets aan doen.' Troostend wrijven zijn grote handen over mijn rug. Ik durf de volgende vraag niet meer te stellen: wat nu? Onze levens liggen niet meer in onze handen en het voelt verschrikkelijk aan. Voor even ben ik terug een onbelangrijke stip op het pad van een dictator. 'Luister naar me Louis, het feit dat wij nog leven betekent dat we te belangrijk of gevaarlijk zijn om te vermoorden.'
'De rest?' Hij zegt niets, ik zwijg en leg mijn hoofd op zijn schouder.
'Vieze vuile homo's! Laat elkaar los!' Voordat ik het besef val ik achteruit op de grond en hoor ik nog net een luide krak. Harry schreeuwt het uit van de pijn. Het is een schelle, diepe, hopeloze té echte schreeuw. Zo echt, je voelt hoe de Harry's kronkelende lichaam pijn uitspat naar je. Meteen trilt mijn onderlip en span ik mijn vuisten aan. Als ik mijn ogen van de schreeuwende Harry om een rug die in een rare positie ligt afhaal zie ik pas wie er langs de kale man staat. De man die me dit ellendige leven heeft gegeven om het ook van me te kunnen beroven, samen met dat van de machtigste keizer ooit. Jean.

Mijn eeuwige zonde - Larry Stylinson (vampier)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu