16.1: Relaties

610 46 15
                                    

Volgens mij doet staan zelfs pijn door Harry's verbrande huid. Hij wipt voortdurend van de ene voet op de andere, nerveus en ongemakkelijk, ondanks dat hij er zo stoer uit ziet. Ik geef mijn 'vader' enkel een boze blik en wil Harry helpen, maar zijn huid is nog te gevoelig.

"Kan ik iets doen Har?"

"Ik denk dat je al genoeg gedaan hebt. Kunnen we gaan?" Onbeleefd als de verwekker is onderbreekt hij mijn conversatie, dwingt hij ons tot dingen die we niet willen, en wil hij ons laten voorgaan. Alsof hij toch ineens manieren heeft.

"Je zit nog steeds in Harry's huis hoor. Volgens mij bepaalt de gastheer altijd wat we doen, zonder geweld." Ik sneer het naar hem toe en houd Harry's rode huid nog steeds in de gaten. Het blijft er maar vies uitzien, maar dat is omdat iemand weer overgevoelig voor magie moest zijn.

"Dat klopt Louis. Volgens wij zijn we nog steeds niet tot een akkoord gekomen, zonder geweld." Harry heeft zijn mooie stem teruggevonden, al klinkt ze wat benepen. Hij hoest een keer en gaat ons voor naar de eetzaal. Ik ga veilig naast de vampier zitten, de pijnlijke gezichten die hij trekt als hij op zijn verbrande achterste moet gaan zitten, het zou grappig zijn als het niet zo serieus zou zijn. Hij heeft er echt last van, dat mooie gezichtje dat verrekt uit pijn. Jean neemt plaats tegenover ons. "Wel, jij wou praten." Jean zegt niets en staart me enkel intimiderend aan. Zijn grijze haar en blauwe ogen geven hem een wijs maar eng uitzicht waardoor ik lichtjes terug krimp in mijn stoel. Kon ik maar achter Harry kruipen, of in hem. Zolang ik maar niet zo'n intens contact met Jean heb.

"Ik wil mijn zoon leren kennen."

"Oh nu wel! Hoe durf je jij-" Harry onderbreekt me door een stille hand op mijn schouder te leggen. Ik frons enkel en heb al zin om de kamer te verlaten. Wat denkt hij?

"We moeten toch samenwerken William. Je zou het zo goed kunnen doen onder mijn begeleiding."

"Ik wil niet worden zoals jou en noem me al helemaal geen William." Ik grom, maar verhef mijn stem niet. Even is het doodstil. Geen van ons beide wilt er iets aan toevoegen of toegeven. Koppigaards dat we zijn.

"Je zou William moeten heten, dat weet je. Louis werd enkel wel toegelaten. Voor mij ben je William." Mijn ogen spuwen vuur, hij durft.

"En voor mij ben je een vieze oude man die zich in het midden van mijn leven ineens met alles komt bemoeien. Ik wil je niet leren kennen. Jaren heb ik ernaar verlangd, en net als ik me er over heb gezet kom je aan kloppen." Mijn handen liggen als vuisten op tafel terwijl Jean nadenkend voor zich uit staart.

"Hoe zie je onze samenwerking dan?"

"Niet." Harry gromt en zendt me een waarschuwende blik.

"Ten eerste Louis, we moeten een middenweg vinden. Ten tweede hadden we net een gesprek dat jij afkapt." Ik heb de neiging om met mijn ogen te rollen maar doe het niet als ze vervelend beginnen te prikken. Aan wiens kant staat hij nu eigenlijk? Ik dacht aan de mijne...? Harry legt onopvallend zijn hand onder tafel op mijn bovenbeen, om me te kalmeren vermoed ik. Ik zeg geen woord meer tegen beide mannen.

"Wil- Louis, wat vind je ervan als ik je netjes lesgeef, zonder privé ermee te bemoeien?" Ik bijt onrustig op mijn onderlip, dat klinkt redelijk, maar mijn eerste standpunt was dan ook dat ik helemaal niks met hem te maken wou hebben. Dan doe ik nog een grote toegeving. Ze staren me beiden maar aan waardoor ik geïrriteerd de tafel voor me bestudeer.

"Ik kan niks beloven." Opluchting verschijnt op Harry's gezicht terwijl Jean zijn gezicht onveranderd blijft. Emotieloze zak.

"Oké, ik weet niet of het je interesseert, maar ik weet dat dit moeilijk voor je is. Je moeder en ik zijn beiden koppige volharde mensen. Combineer dat met mijn woede en haar temperament en je krijgt een gevoelig, kwetsbaar iemand. We hebben het niet gemakkelijk voor je gemaakt, dat weet ik." Ik reageer deze keer niet, de krop zit me in de keel. "Ik kan je daar mee helpen."

Mijn eeuwige zonde - Larry Stylinson (vampier)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu