29.2: Wazig

311 20 0
                                    

Geen van ons beide durft iets te zeggen. We willen mijn dromen niet aanhalen. Wel, de keizer Harry wil het wel aanhalen, maar mijn geliefde Beer denkt aan mij en wil dat juist niet.
"Je moet nog wat eten." Harry's stem doorbreekt mijn wazige gedachten. Ik lach aangeslagen door de alcohol.
"Ik heb geen honger." Mijn hoofd voelt grappig aan achteraan in mijn nek en het plafond bevat gekke lijntjes.
"God, je bent zo dronken." Ik draai mijn hoofd richting de diepe hese stem en grijns. Zijn grijns is minstens even oprecht en doet me genieten van het leven.
"Helemaal niet. Jij weet niet eens wat dronken zijn is, vampier." Ik leg nadruk op het laatste woord. Beer zijn gezicht betrekt even.
"Toch wel. Ook ik heb mindere periodes gehad."
"Waar ik niks over weet, dus jij moet de mijne ook niet weten." Mijn buik trekt onheilspellend samen maar ik weet niet waarom. In mijn hoofd voelt alles nog steeds te prettig aan, onecht. Alsof dit eindelijk een goede droom is na al die slechte.
"Tweehonderd jaar vergeleken met drie dagen is wel even groot verschil hoor lieverd." Zijn tanden zijn nog zichtbaar maar hij fronst.
"Je bent verdrietig." Fronsend en bezorgd om mijn Beer reikt mijn hand naar zijn prachtige gezicht. Hij is verder weg dan ik dacht. Mijn hand grijpt naar zijn lege stoel om er voor te zorgen dat ik niet val.
"Soms wel ja." Hij denkt dat ik zo dronken ben dat ik dit zal vergeten, maar nee. Morgen vroeg weet ik nog hoe hij zwaar zuchtte en het glaasje leeg maakte in een soepele geoefende beweging.
"Ik wil je helpen." Kinderachtig sta ik op en wiebel ik op mijn benen. Mijn blaas denkt dat hij gaat ontploffen, maar ik negeer het en grijp de stoel nu ook met mijn andere hand vast. De keizer is verward door mijn toenadering maar staat het wel toe dat ik langs hem ga zitten. De bank is groot genoeg voor ons twee.
"Je bent daar nu niet voor in de juiste staat Boo." Ik glimlach om de naam maar schud dan vastbesloten mijn hoofd.
"Dat is niet mijn schuld. Ik ben nog perfect in staat om... Om... Wat zei ik?" Krullen worden uitgeschud als hij me braaf tegen hem aan probeert te leggen. "Ik moet pissen." Opnieuw lacht hij, maar deze keer laat hij zijn greep losser zodat ik kan opstaan.
"Ik moet toch niet helpen ofwel?" Mijn benen knikken maar ik bijt erdoor heen en wandel koppig naar de deurpost om die kort vast te nemen. "Als je het waagt om op te grond te pissen hé." Ik lach uitgelaten en laat mijn broek zakken waarna ik netjes mijn behoefte doe. Als ik terug door de deur kom met mijn broek in mijn handen begin ik te grijnzen. Harry's blik is onbetaalbaar. "Jij bent dus zo iemand als je dronken bent." Ik grinnik en grijp naar de fles, Harry neemt echter mijn pols vast.
"1. Ik ben niet dronken. En euhm- trie, wat bedoel je met zo iemand?" Hij lacht en trekt me op zijn schoot. Mijn broek valt uit mijn handen, ik laat ze liggen. Harry's koele lippen tegen mijn koude nek aan geeft een betoverend gevoel. Heel teder kust hij zijn weg naar mijn oor. Graaf mijn graf al maar, hij gaat hees fluisteren.
"Zo iemand die late activiteiten wel bevallen." Zijn lippen vinden mijn oorlel en doen me kreunen. Als ik me half naar hem toe draai merk ik dat zijn ogen een rode gloed hebben. Hongerig, nog steeds. Spijtig dat ik net geen zin heb in bloedzak spelen. Ik draai mijn hoofd en vind zijn lippen. Zachte lieve lippen. Ik mompel wat verdwaasd als hij mijn handen onder zijn hemd vandaan haalt. "Ik denk dat het beter is als we gaan slapen." Ik lach en zoek terug de weg naar zijn warme buikspieren met mijn handen. Volgens mij snapt hij niet wat hij zelf zei, dit is grappig.
"Ik snap het! Een woord spelletje noem je dat hé?" Hij grinnikt en kust spontaan mijn voorhoofd. Ogen even rood als mijn bloed, maar een licht hart door mijn verdwaasde hersenen.
"Ja, zoiets. Enkel bedoel ik het echt. Van stil liggen en niets doen." Ik zucht en trek hebberig aan zijn hand.
"Jij bent maar saai vanavond hoor." Opnieuw rode pretoogjes met een blauwe gloed in. "Je ogen zijn wel grappig. Ik heb nog nooit iemand gezien met die kleur."
"Dat hoop ik voor jou." Charmant vouwen zijn lippen zich tot een glimlach. Zijn handen nemen me vast. Hij snapt het, eindelijk. Ik laat me op het bed neerleggen en ben tevreden als hij naast me komt liggen. Als ik naar hem toe rol houdt een sterke arm me bij mijn borstkas tegen. Verdwaasd volg ik de lijn en kom ik bij Beer uit.
"Als je nu die fles haalt kunnen we veel plezier maken."
"Ik heb even geen zin in plezier Louis." Hij glimlacht en probeert de afstand subtiel te bewaren. Zijn armen zijn gewoon te sterk.
"Wees niet zo sterk!" Gefrustreerd laat ik mijn armen zakken en sla ze voor mijn borst. "Je wilt me alleen maar gebruiken, klootzak die je bent!" Ik roep het veel te luid en kruip dramatisch van hem weg.
"Ik wil je alleen maar beschermen Boo."
"Viezerik! Ga weg." Huilend gooi ik het kussen naar hem toe. Inziend dat hij me niet wilt.
"Zo bedoelde ik het niet. Louis, ik wil heel graag die dingen met je doen. Kom hier." Zijn brede armen doen me twijfelen, maar al snel snik ik het uit in zijn armen. Hij zorgde daarvoor, denk ik. Ik weet het niet meer.
"Niemand wil me om wie ik ben. Allemaal gebruiken ze me!" De man is stijf en hard, zelfs mijn tranen doen hem niet breken.
"Ik wel Boo. Shh." Zijn lippen kussen mijn voorhoofd teder terwijl ik vermoeid mijn hoofd tegen zijn schouder aanleg. Hij wilt me wel? Hij wilt me niet gebruiken - ook al snap ik dat ik goed in bed ben en men me daarvoor zou willen. Net als bij de vervloekte magie.
"Echt? Jij bent lief." Kinderlijk draai ik met mijn vingers aan het touwtje van zijn hemd. Het beweegt grappig.
"Jij bent veel liever. Zullen we samen gaan slapen?" Ik frons en bestudeer de man zijn gezicht. Hij is erg mooi.
"Waarom praat je zo raar?" Ik ben geen kind hoor. Wat denkt hij? Hij grinnikt en kust de kruin van mijn hoofd nogmaals.
"Laat maar Boo. Voor iemand die niet meer tot twee kan tellen, kan je je nog prima redden."
"Ik kan wel tellen. Het was gewoon een zware dag." Gemeend moe nestel ik me tegen hem aan, en laat ik me meenemen door een snelle roes van slaap. De man houdt me stevig tegen zich aan en streelt liefdevol door mijn haren. Hem moet ik onthouden.

Mijn eeuwige zonde - Larry Stylinson (vampier)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu