31.0: Rendez-vous

306 15 1
                                    

"Dus...heb ik iets belangrijks gemist?" Zain trekt vragend een wenkbrauw naar me op terwijl Christiaan naast me enkel grijnst, hij verwachtte dit van me. Harry kucht ongemakkelijk om de aandacht op te eisen, hij is immers de keizer, de rest moet luisteren.
"Ik werk je straks wel bij." Meteen schud ik mijn hoofd en draai ik mijn bovenlichaam naar de rest toe.
"Ik zou het graag van iemand anders horen." Om niets te moeten zeggen - en omdat hij waarschijnlijk nog dorst heeft, drinken Liam en Neil gelijktijdig hun drank op.
"Wat?" Zain schudt meteen zijn hoofd en glimlacht sereen. "Dat is niets voor mij." Harry doet me naar hem kijken door subtiel mijn bovenarm aan te raken.
"Ik laat het je zien, helemaal." Twijfelend tuit ik mijn lippen.
"Ik heb al genoeg bloed verloren vandaag, toch bedankt." Een wrange glimlach van mij doet Harry beseffen dat ik gelijk heb. Zijn blik klaart op terwijl hij zijn tanden op elkaar klemt en knikt. "Chris?" De man zucht en drinkt zich eerst wat moed in voordat hij knikt.
"Wel, Harry heeft zijn plan uitgelegd en wij hebben het met discussiepunten nog aan gepast en hopen dat we het niet moeten gebruiken."
"Ons plan is nog niet slim genoeg, weet dat." Liam lijkt nog niet tevreden te zijn met de resultaten en benadrukt in mijn bijzijn de zwakte die er nog is. De mogelijkheid tot verliezen.
"Je bedenkt wel iets, zoals altijd." De blonde man glimlacht zorgenloos - ik hoop nog niet in dronken staat, en tuurt in de verte naar wat andere mensen.
"En...wat is het plan juist?" Binnen een tiende van een seconde kijken ze elkaar allemaal aan met open mond. De vastberadenheid in Harry's donkere blik zegt echter genoeg, ze moeten zwijgen.
"We betrekken je eerst liever niet. Je bent Comes, weet je." Hij benadrukt het lelijke begrip, ik ben zoveel meer dan dat, dat weten ze allemaal, en toch is er niemand die me wilt verdedigen.
"Weet je Harry, vergeef me, je wilt hem overal uit laten, maar zie je dan niet hoe betrokken de jongen eigenlijk al is? Dit gaat om hem, deels! Jij bent veel te afgeleid en onervaren om alles zelf te doen, zonder deze geweldige jonge wicca." Zain is echt overtuigend, wauw. Dat had ik niet verwacht, hij leek zo...ik weet niet. Harry's kaaklijn is absoluut perfect doordat zijn tanden brutaal op elkaar knarsen, boos, aangedaan.
"Excuseer hoor vriend," auw, dat klonk vijandig, "maar ik heb in meer oorlogen gevochten en gewonnen dan jij. Vluchter." Dit was absoluut niet de bedoeling, Neil lijkt het ook te merken.
"Wow, we gaan geen oude koeien uit de sloot halen hé. We waren het al deels eens." Liam springt snel bij, de gladde prater.
"Ja, geen onenigheid om domme dingen die niet eens meer dingen genoemd mogen worden." Zijn bruine ogen kijken Harry intens aan, deze zijn woorden niet voor anderen bedoelt. Har lijkt te ontspannen en laat zijn gefrustreerde houding verzachten door zijn schouders terug te ontspannen.
"Oké, sorry." Het kost hem bijna zijn tong om die woorden eruit te krijgen, maar mijn mooie vriendje verontschuldigt zich dan toch.
"Laten we het maar over iets anders hebben." Christiaan lijkt even opgelucht als mij door meteen de drank achterover te slaan. Harry's gezicht staat te neutraal, hij vindt het nog steeds niet oké. De grote ader in zijn nek verraadt hem als hij een slok van het brandend goedje neemt. Niemand lijkt een ander onderwerp op te willen brengen. Een dat het vorig overtreft is toch niet mogelijk.
"Heb je nog meer van dit spul?" Onschuldig laat de blonde man al zijn lege glaasjes zien.
"Oh, maar ik denk dat jij wel genoeg hebt gehad voordat je de hele kelder leeg drinkt." Liam grinnikt om het beteuterde gezicht van Neil na Hars opmerking.
"Ooit van te veel gehoord?" Ongelovig kijk ik de vampier aan, hij haalt enkel zijn schouders op.
"Vampiers kunnen wel wat aan hoor."
"Zeker van jouw kaliber." Christiaan glimlacht om zijn eigen geslaagde opmerking. Als de ogen van de mannen tegenover me de ruimte opvallend verkennen draai ik me onwetend half om. De andere mannen van de raad praten veel zachter en kijken mij nu ook allemaal weer aan - opnieuw. Ik weet dat ik er goed uit zie, maar dit begint wel vervelend te worden. Uit het niets stappen een paar jonge kerels naar me toe. Aangezien ze vertrouwd lijken met menselijke traagheid steken ze hun grote handen al van ver uit zodat ik ze beleefd kan schudden.
"Louis." De mannen knikken glimlachend en wringen zich ook rond het steeds kleiner wordende tafeltje.
"Nick en Tim." Ik glimlach beleefd en probeer de reactie van de anderen te peilen, maar hun gezichtsuitdrukkingen zijn praktisch onleesbaar.
"Je past hier wel echt in dit wereldje. " Geen idee wie nu Nick of Tim is, maar een compliment is altijd fijn - ik hoop toch dat het er eentje is. Velen hier hebben al veel bloed doen vloeien, vaak misschien onnodig. Pas ik daarbij? Ben ik een van hun? Wil ik dat wel zijn?
"Je went er aan." De linkse man leunt even ontspannen op de tafel voordat hij verder gaat.
"Jij lijkt toch jezelf te blijven, hou dat zo. Dat is het allerbelangrijkste." Ik vertrouw ze niet, maar knik toch. Willen ze mijn leven komen voorspellen of gewoon een ontmoeting? Beleefd blijven kan zo moeilijk zijn voor oprechte mensen zoals ik.
"Waar sturen jullie op aan?" De man lacht waardoor de andere het handig over neemt.
"We proberen je gewoon in te schatten jongeheer." Ik glimlach wrang en zoek even de kalmte in Harry's diep groene ogen op. Het werkt niet, ze verbieden me niets.
"Dat is nergens voor nodig, toch bedankt." Zain en Neil hebben een klein glimlachje rond hun mond hangen terwijl Liam het eerder een raar gesprek lijkt te vinden.
"Ik denk dat het beter is als jullie gaan voordat er te veel gebeurt." Harry's brede lichaam is niet naar iedereen toe gedraaid maar toch luisteren de leden allemaal onmiddellijk en verlaten ze lichtvoetig de ruimte. Ik volg ze tot in de hal.
"Tot nog eens Louis!" Ik zwaai ongemakkelijk naar Christiaan en mijn drie nieuwe beschermers.
Als de deur in het slot valt zucht ik opgelucht, iets wat Beer stiekem doet grijnzen. Die kuiltjes staan hem veel te mooi.
"Wat?" Nep geïrriteerd stap ik naar hem toe. De man laat zijn gekruiste armen terug langs zijn zij vallen om mij voorzichtig via mijn heupen dichter bij hem te krijgen.
"Je blijft me verrassen." Ik trek een wenkbrauw op en doe afgeleid het bovenste knopje van zijn hemd alvast open. Zijn lippen hangen speels open om kort mijn voorhoofd een tedere kus te geven.
"Dat zie ik als een goed ding." Zonder hem meer te geven knipoog ik kort naar hem voordat ik mijn weg naar boven maak. Het lange gestalte van de vampier volgt me moeiteloos naar boven, ik heb hem geprikkeld.
"Louis, wacht." Ik grinnik en kijk over mijn schouder naar de krullenbol.
"Jij kan makkelijker sneller gaan dan mij hoor, Beerie." Een kleine frons en grom doen me snel zijn kamer binnen gaan voordat hij subtiel de deur sluit en me dominant tegen de koude muur aanduwt.
"Niet op de gang, zo'n namen..." Ik glimlach enkel als zijn lippen me kusjes geven in mijn hals. Het zijn tedere lieve zoenen, geen wild gedoe. Ze zorgen ervoor dat ik me zo geliefd voel door dit kille wezen voor me. De blik in zijn ogen doet me even stoppen met ademhalen. "Ik wil nog even iets met je oefenen."
"In bed?" Ik trek plagend een wenkbrauw aan en zie hoe hij het moeilijk heeft niet te glimlachen om mijn opmerking.
"Op bed is gepaster." Deze keer grijnst hij wel onschuldig.

Mijn eeuwige zonde - Larry Stylinson (vampier)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu