HOOFDSTUK A

6.3K 124 8
                                    

Ik gooi mijn rugzak over mijn schouder en loop weg van het huis dat ooit een thuis was. Mam had er niks omheen gedraaid, ze zei dat ik eruit moest en hier sta ik dan.

Ik heb nog net even een paracetamol van 1000 milligram naar binnen kunnen gooien zonder dat ze het door had. Ze heeft pap wel wat uit te leggen, tho.

Mijn zwarte oversized vest is niet echt wind proof, maar altijd beter dan helemaal niks. Voor de rest draag ik nog een zwarte broek met mijn zwarte Dr. Martens.
Om mijn hele outfit te laten vloeken, draag ik onder het zwarte vest een hele foute, keiharde regenboog t-shirt. Het was ooit mams lievelings shirt, maar sinds er een brand gat van een sigaret in zit, haat ze het shirt.

Trouwens niet mijn sigaret. Het waren nooit mijn sigaretten, gewoon de verkeerde feestjes en verkeerde mensen.

De drank zal je uiteindelijk inderdaad kapot maken, maar wat dan? Ik sta op straat, dood mijn eigen ouders nog wel, ben mentaal zo goed als gestoord en heb met iedereen ruzie door mijn haat voor mensen.
Ik heb toch niks om voor te leven.

Nu ben ik niet zo zelfmoord gericht. Ik ben er nog steeds over eens dat je voor een reden op de wereld bent gezet, ook al was je een 'ongelukje', zoals ik in mijn geval. Ik geloof dat alles gebeurt met een doel en dat het zo voorbestemd was, alleen is niet alles koetjes en kalfjes.

Zoals in mijn geval.

Met mijn kaken op elkaar geklemd, loop ik door het park heen. Het park is zo'n tien kilometer verwijdert van het huis waar mijn ouders wonen. Hoe ik nu zo snel in het park terecht ben gekomen? De buschauffeur is een vriend van me. Marcel is heel aardig, niet helemaal honderd, maar wel heel aardig. Hij heeft me een keef van een feest opgepikt, omdat ik een week van te voren zei dat hij eens langs moest komen. Ik was overduidelijk dronken, maar Marcel had alles heel letterlijk genomen en duidelijk gemaakt toen hij zei dat hij voor mij uit ging kijken omdat hij me als een zusje zag. Ik kende hem twee uur toen hij me dat noemde.

"Waar gaat de reis nu weer heen?" Had hij gevraagd. Ik had mijn hoofd geschud en zei dat hij zich geen zorgen meer om mij moest maken; ik ging de stad verlaten en hij wist dat ook wel.

Nu ben ik ergens dol gelukkig dat hij me nog een flesje water had aangereikt.

Door verschillend gefluit achter me, draai ik me om. Op het bankje zit een groepje jongens die duidelijk dronken zijn. "Hey!" Roept er een en alle ogen staan spontaan op mij. "Kom eens hier!" Roept de andere. "Nee." Antwoord ik en loop weg.

Snelle voetstappen achter me en ik verstijf als zijn hand aan mijn schouder trekt. Mijn blik is dodelijk en in een beweging grijp ik zijn hand en slinger de man over mijn schouder, op de grond. Met mijn laars sta ik op zijn borst en druk zijn ribben fijn. "Raak. Me. Nooit. Meer. Aan." Dreig ik gevaarlijk, laat hem los en loop dan weg. "Klootzak." Mompel ik nog, terwijl ik mijn schouder probeer schoon te vegen met mijn handen.

Met een snelle pas loop ik richting het trein station. Zodra ik in een andere omgeving ben, kan ik langzamerhand een nieuw leven opbouwen zonder dat iemand mij tegenhoudt of herkent.

Ik trek de capuchon van mijn vest over mijn hoofd en neem plaats in de trein. Zwart reizen heb ik al meer dan een keer gedaan om te weten op welke plekken je moet zitten, hoe laat je naar de wc moet gaan en welke excuses je kunt gebruiken voor het geval dat de conducteur plotseling op andere tijden dan dat gepland was, verschijnt.

Maar nu is alles nog rustig. Tot zover geen conducteur, wel mensen om me heen maar niemand
die ik ken en ik kan met gemak even mijn ogen sluiten. Ik neurie wat in mezelf mee op We Don't Have To Take Our Clothes Off van Ella Eyre. Oortjes, hoe slecht het ook is, hard genoeg staan zodat ik absoluut niemand om me heen kan verstaan.

Zucht. Ik neem een slok van het flesje dat ik van Marcel had gekregen.

De trein begint langzaam te rijden nadat het fluitje van de conducteur door de gangpaden heen galmden. Een reis van Amsterdam naar Amerika. De trein brengt me naar het meest verre vliegveld en vanuit daar vlieg ik naar de Verenigde Staten van Amerika. Macey heeft een enkele ticket voor me geboekt naar Arizona, het zuid-westen van de VS. Macey zat eerder altijd bij mij op school, we deden samen een opleiding bij de luchtmacht: ik als piloot en zij als stewardess. Beiden zijn we uitgegroeid tot elkaar beste vriendinnen, hoe ironisch. Alleen is Macey afgestudeerd tot tegenstelling van mij. Ik kan vliegen, ik heb gestudeerd voor F16 piloot, maar mijn examen heb ik niet gemaakt. De dag voor mijn examen zijn er dingen gebeurt waar je 's nachts niet meer van kan slapen en 's ochtends niet meer van in de spiegel wilt kijken. Je kunt dus wel nagaan dat als ik niet eens meer naar mezelf kan kijken, ik niet in een hok kon zitten vol met zwetende studenten voor hun examen.

Hoe dan ook, Macey is vorig jaar, direct na het examen, verhuist naar de VS; voor een baan natuurlijk en haar familie, die altijd al in Amerika heeft gewoond. Ik zit nu in een paar weken vakantie van werk.

Mijn 'familie' daartegen komt uit het noorden van Nederland. Waarom we ooit naar Amsterdam zijn verhuist is voor mij ook een vraag, want wat moet een boerenfamilie nou in de hoofdstad van Nederland? Een stad vol met dure merken, drukte, rijtjes huizen en normale huizen, maar absoluut geen boerderijen. Een stad die een en al handel uitstraalt.

Geen idee, maar mam houdt ervan, denk ik.

"Hey, Mace." Neem ik eindelijk op nadat mijn telefoon een aantal secondes heeft gerinkeld. "Hey! Waar ben je nu?" "Uh-" mijn ogen glijden naar de digitale kaart die boven het gangpad hangt. "Ik ben bijna in Polen." "Polen?! Jees, Juul! Dat is een takke eind vanaf Amsterdam!" "Ik moet nog naar Arizona, weet je nog?" Herinner ik haar even. "Oh ja...!" Lacht ze aan de andere kant van de lijn. "Ik zal je tickets wel boeken nu." "Dat had je toch al gedaan?" Ze lacht. "Nee, Juul. Dat kan toch helemaal niet als ik niet weet vanaf welk vliegveld je vertrekt?" "Oh ja."

"Thanks alvast voor het boeken. Tot in Arizona." Eindig ik het gesprek. "Wacht!" Schreeuwt ze.
"Ja?" Vraag ik wat vermoeid. "Bij welk vliegveld wordt je nu afgezet door die trein?" "Oh, Warschau, het Frederic Chopin (WAW) vliegveld." "Top. Dan ga ik nu boeken."

"Oké, thanks. Doei." "Doei!"

Zuchtend leun ik naar achteren in de stoel en val langzaam in slaap.

======

Hi👋🏻.

Het eerste hoofdstuk is altijd lastig om te schrijven, maar het wordt beter!! hopelijk haha...

Hoe dan ook. Doei. Thanks voor lezen x
xoxo Nobody439

TOUCH ME. |✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu