29. 16 November 2018

19 1 0
                                    

''Thank you for holding me when I needed light, when I needed kindness, when I needed love.'' – Dhiman

Zes dagen, 144 uur en 8640 minuten hadden Jona en ik niet met elkaar gepraat. Het was niet dat Jona niet wilde praten, juist het tegenovergestelde. Jona stuurde me elke avond een berichtje voordat hij ging slapen, of althans ging proberen te slapen.

Jona had al sinds dat hij een kind was slaapproblemen, hij zat daarom ook al lang aan de slaappillen. Als hij zijn slaappillen niet innam, duurde het soms wel uren totdat hij in slaap viel. Jona had nog nooit slaappillen in moeten nemen als hij alcohol op had, of als hij met mij sliep.

Maar hij was niet de enige die slecht had geslapen. Elke nacht werd ik meerdere keren wakker. De ene nacht had ik goede dromen, waardoor ik 's ochtends wakker werd met een schuldgevoel en miste ik Jona nog erger. De andere nacht had een nachtmerrie en werd ik wakker met dezelfde gevoelens.

Ook op school probeerde Jona met me te praten, maar dit ging een stuk moeilijker nu we in andere klassen zaten. Vaak probeerde hij tussen de lessen door contact te zoeken en in de pauze zat hij nog steeds bij ons.

Hij deed zijn best om het goed te maken, om zijn fout recht te zetten. Ondanks dat hij niet fout zat, Hannah zat fout en dat wist ik, vond ik het moeilijk om hem te vergeven. Jona wist dat Hannah gevoelens voor hem had en hij had duidelijk moeten maken waar zijn grenzen lagen.

Zelfs Levi had meerdere keren zijn excuses aangeboden voor het gedrag van zijn zusje en me gevraagd of ik met Jona wilde praten. Ik wilde wel met Jona praten, maar ik kon het beeld van hem en Hannah niet van mijn netvlies krijgen.

Ik was Jona ontzettend dankbaar voor het feit dat hij geduld had, maar ik vond het daardoor nog moeilijker om niet met hem te praten. Ik wist dat Jona zich ontzettend schuldig voelde en ik wilde dat niet.

Mijn gedrag was egoïstisch. Ik dacht alleen maar aan mijzelf in deze situatie en had geen enkel moment gedacht aan hoe Jona zich voelde. Ik wist dat ik Jona zou vergeven en dat ik hem ontzettend miste, maar hij wist dat niet. Ik had het hem niet verteld.

Vaak ging Jona naast me zitten in de pauze en raakte hij me kort aan, soms zelfs zonder het door te hebben. Onze vrienden zeiden er niks over. Ze wisten allemaal wat er was gebeurd, de meeste waren er zelfs bij geweest.

Gisteravond had Jona me weer een berichtje gestuurd, voordat hij zou gaan slapen. In het berichtje vertelde hij dat hij me miste, waarop ik twijfelend terug had gestuurd dat ik hem ook miste.

''Je hebt mijn trui aan,'' stamelde Jona, die opeens voor me stond. Ik volgde zijn blik en zag dat ik vanochtend inderdaad zijn trui aan had gedaan. Hij keek me verbaasd aan, maar al snel sierde een glimlach zijn knappe gezicht.

''Eh ja.'' Mijn stem was schor en ik sprak zacht. Jona pakte een stoel naast mij in de lege aula, waar ik aan het wachten was tot dat de bel ging en mijn eerste uur begon.

Ik keek Jona in zijn ogen aan en het viel me toen pas op hoe slecht hij eruit zag. Hij had enorme wallen onder zijn ogen, zijn snor was zichtbaar, een teken dat hij niet de moeite had genomen om zich te scheren en zijn haar zat rommelig. Een schuld gevoel betrad mijn lichaam.

''Ik slaap niet zo goed,'' bekende hij toen hij de blik op mijn gezicht zag. Ik knikte.

Ik schraapte mijn keel en speelde met mijn vingers. ''Sorry.''

''Het is niet jouw fout.'' Hij schoof zijn stoel een stukje dichterbij, zodat zijn knie de mijne raakte en dit keer trok ik mijn knie niet terug. Ik schudde mijn hoofd.

''Het is wel mijn fout, als ik gewoon..'' Ik wilde verder praten maar mijn stem stierf af. Jona legde twijfelend een hand op mijn been en dat zorgde ervoor dat ik hem weer aankeek. Zijn ogen waren opgezwollen.

''Denk je dat je me kan vergeven?" vroeg hij toen. Ik knikte hevig, ik heb je al vergeven, probeerde ik te zeggen met mijn ogen. Ik legde mijn hand op die van Jona, hopend dat hij de boodschap begreep.

''Jij mij ook?'' vroeg ik hem zachtjes. Hij wilde in protest gaan, maar net op dat moment ging de bel.

Ik stond op van mijn stoel, schoof deze weer onder de tafel en wilde weg lopen maar Jona hield me tegen, door mijn hand vast te grijpen. Mijn hoofd kwam tegen zijn borst aan en heel even kon ik vergeten wat er gebeurd was. Heel even voelde het weer als eerst, alsof alles weer goed was.

Jona deed een stapje terug, om te zorgen dat ik me niet oncomfortabel voelde en liet daarna mijn hand los. Mijn lichaam schreeuwde dat ik terug moest gaan, dat ik in zijn armen moest kruipen en dat dan alles weer opgelost zou zijn, maar mijn hoofd wist wel beter.

Ook al had ik hem vergeven, ook al had hij spijt, onterecht of niet, het zou nog wel even duren tot dat alles weer goed en opgelost zou zijn. Ik wist dat het mijn eigen schuld was, als ik Jona had geloofd de minuut dat hij mijn kamer in was gekomen, dan was dit niet gebeurt.

Maar dat had ik niet gedaan en nu moesten we beide de gevolgen aanvaarden, om er uiteindelijk sterker uit te komen, als dat het geval was. Ik hoopte met heel mijn hart dat Jona mij ook kon vergeven, voor mijn egoïstische gedrag en voor het weinige vertrouwen dat ik in hem had.

''Altijd,'' beantwoordde hij mijn vraag. Hij glimlachte en pakte mijn gezicht tussen zijn handen. Mijn adem stokte in mijn keel, maar Jona drukte een kusje op de bovenkant van mijn hoofd. Onzeker sloeg ik mijn armen om zijn middel, waardoor een vertrouwd gevoel mijn lichaam betrad.

Jona liet mijn gezicht los en ook mijn armen verlieten zijn middel. Ik deed een stapje terug en liep langzaam naar mijn les. Ik wilde geen afscheid nemen van Jona, ik wilde hem niet weer opzadelen met mijn onzekerheid.

Toen ik me omdraaide en hem nog een laatste blik gunde, nam ik mijn besluit. Ik zou hem vanavond bellen en alles terugdraaien. Zijn slapeloze nachten zouden na vannacht over zijn, als hij me zou vergeven.

Ik hoopte het met mijn hele hart, dat hij me weer toe zou laten in zijn hart, net als ik hem weer toe had gelaten. Ook al wist ik diep vanbinnen dat hij daar nooit weg was geweest.

Met rode wangen kwam ik mijn lokaal binnen en ging ik snel naast Alex zitten. ''Je hebt met hem gepraat,'' constateerde ze.

Ik knikte en liet mijn handen over mijn gezicht glijden, waarna ik ze samen vouwde. Alex glimlachte en draaide haar hoofd, zodat ze me kon aankijken.

''Hoe ging het?'' vroeg ze, de blij blik in haar ogen was niet te negeren.

''Goed, denk ik,'' mompelde ik zachtjes. Ik speelde het moment opnieuw af in mijn hoofd en mijn wangen werden nog roder.

''Hebben jullie gezoend?'' Ik schudde mijn hoofd.

''Nee, alleen gepraat,'' vertelde ik haar. Ze knikte en richtte daarna haar ogen op het bord.

Ik legde mijn armen op de tafel en legde mijn hoofd erboven op. Langzaam droomde ik weg, met Jona in mijn gedachten.

JonaWhere stories live. Discover now