Hoofdstuk zes: hoe pennen een eigen leven kregen

48 5 0
                                    

Edilo was de eerste die de stilte brak. "Ik ben er voor je," zei hij simpelweg.

Gevuld met dankbaarheid, die ze niet wilde laten zien, knikte ze, terwijl ze op haar onderlip beet. Zijn woorden verspreidden een warmte door haar hele lichaam. Het was grappig hoe zijn glimlach haar hele dag altijd weer goed kon maken. Bijna alles wat hij zei, kon haar opvrolijken. Zelfs simpele woorden als 'ik ben er voor je' konden haar wereld doen verschuiven. Dat was raar, aangezien niemand dit met haar kon doen. Zelfs Lysander, de persoon die ze van iedereen toch wel het meest vertrouwde, deed dit niet met haar.

Ze keek hem met een opgetrokken mondhoek aan, te zwak om nog te kunnen glimlachen. Waarschijnlijk had ze ook gewoon de zin niet om vriendelijk te doen en had het niets met zwakte te maken. Edilo daarentegen legde zijn hand op die van haar en kneep er zacht in. Waarom was Edilo zo lief? Ze kon het niet helpen om het zich af te vragen. Zijn vriendelijke gebaren riepen emoties in haar op die ze graag weg wilde stoppen. Ze wilde niet breekbaar zijn. Ze wilde niet kwetsbaar overkomen. Op sommige momenten had ze het gewoon nodig om met rust gelaten te worden, om even te kalmeren. En nu net op het moment dat ze weer een beetje rustig was, moest Yannick iets doms zeggen en Edilo juist iets aardigs. Soms had ze gewoon een beetje tegenvuur nodig en niet dit lieve gedoe van haar beste vriend. Altijd als zij verdrietig was, moest Edilo weer zo lief doen en kreeg zij weer tranen in haar ogen. Stilte, dat was waar ze nu naar verlangde. En naar een grote steen op het hoofd van Yannick; dat zou momenteel ook niet verkeerd geweest zijn.

"Oké, ik denk dat dit allemaal genoeg drama was voor een dag..." zei meneer Donovan ongemakkelijk, terwijl hij zichzelf afwezig op zijn hoofd krabde. "Pak jullie tassen en ga maar. Ik geloof dat Thibault op jullie aan het wachten is voor Grote Boek Studies!"

Ze pakten hun tassen in stilte en schoven hun stoelen aan. Edilo bleef, zoals gewoonlijk, loyaal op haar wachten bij de deur. Het was een lief gebaar en het deed haar goed. Ze irriteerde zich maar aan zichzelf: hij had zijn leven op het spel gezet om haar te redden en zij ging zeuren omdat hij te lief was? Ze had haar hele leven al gezegd dat ze geen typische drager ging worden, maar dit was toch echt wel de gedachtegang van zo'n beetje iedere drager op Edaron. In ieder geval als die van haar moeder. Toen ze samen de klas uitliepen, ademde Lori even diep in en draaide zich om naar hem. "Edilo... Ik wilde je gewoon even bedanken voor alles. Ik zou niet weten wat ik zonder je zou moeten." Ze slikte moeizaam in de hoop om haar keel weer een beetje te bevochtigen. "Zorg alsjeblieft goed voor jezelf wanneer ik weg ben."

Edilo's hoofd klapte terug en riep uit: "Waar heb je het over? Waag het niet om zoiets ooit nog te zeggen!" Hij zuchtte even en sprak op een zachtere toon verder. "Lori, alsjeblieft. Zeg dat nooit meer. Wees weer blij!" Zijn hand vond haar kaak en hij glimlachte triest naar haar. "Ik mis je glimlach."

Haar ogen vulden zich met nieuwe tranen, die ze snel weg knipperde. Haar lippen krulden omhoog en ze knuffelde Edilo. Zijn warme armen voelden goed om haar middel, alsof ze daar thuishoorden. Het was – wederom – een vreemd gevoel, maar het voelde goed. Vreemd en toch geweldig. "Ik hou zo veel van je, Edilo. Ik zou je vertrouwen met mijn leven. Dat is waarom ik het niet aan je kan vertellen..." Ze trok zich terug uit de knuffel en deed een stap naar achteren. Plotseling walgend van zichzelf. Als ze het hem zou vertellen, zou het ook zijn dood worden. De mensen zouden voor niets en niemand stoppen. "Je bent beter af als je het niet weet, kijk naar wat het met mij gedaan heeft. Sinds ik het weet heb ik niet meer gelachen, het heeft me gebroken. Ik wil niet dat dit ook met jou gebeurt!"

"Het zal me niet breken, Lori. Ik ben sterker dan je denkt..." zei hij zachtjes, terwijl hij haar bemoedigend in haar arm kneep. "Vertel het me maar als je er klaar voor bent, oké?"

Zijn brede glimlach lichtte de gang haast op, net als haar dag. Haar hart maakte een sprongetje en ze keek hem weer in zijn ogen. Hoezeer hij haar ook uitnodigde om het haar te vertellen en hoezeer ze hem ook vertrouwde, wist ze dat ze dit niet kon doen. Het zou onverantwoordelijk zijn. "Dat weet ik wel." Ze begon met lopen. Edilo volgde haar, maar leek niet tevreden met haar antwoord. "Ooit zal ik het je vertellen, denk ik."

EdaronWhere stories live. Discover now