Hoofdstuk twaalf: wat was dat toch met die dromen?

34 3 0
                                    

"Serieus, Felicia?" Een norse drager met dikke, zwarte haren veegde vermoeid haar steile haren uit haar gezicht. "Wat is er in hemelsnaam mis met jou? De arme jongeling viel in een levensslaap, dat is niet iets waar je om hoort te lachen. We weten allemaal dat je anders bent, maar waar denk je dat je mee bezig bent? Wil je soms dat iedereen het weet? Is dat het? Wil je aandacht..." snauwde Felicia's moeder haar dochter toe."... Nou? Die ga je niet krijgen. Je bent helemaal niet speciaal. Je bent niet als Lori, niet eens als haar lieve vriendje Edilo. Je bent verschrikkelijk, hoor je me? Verrot tot op het bot! Dat is alles wat je bent. Ga nu onmiddellijk je mond wassen. En doe dit keer een beetje je best."

Het eerste wat Felicia opviel was dat haar moeder het meende. Het was niet iets dat uit woede gezegd werd, in plaats daarvan was het de waarheid. Of in ieder geval zoals Feronique het zag... Felicia keek beschaamd neer op haar handen, grote handen met lange witte vingers met zwart gelakte nagels.

Dat waren Lori's nagels niet... Haar nagels waren rood.

Hoe kwam het dat haar moeder haar toch altijd weer zo slecht kon laten voelen? Niemand had ook maar enige invloed op haar, dus waarom zorgde haar moeder er dan weer keer op keer voor dat Felicia zich schaamde voor wie ze was? Normaal gesproken moest ze om iedere beschuldiging lachen, vond ze alles grappig en bespottelijk. Waarom was dit dan zo anders? Waarom gaf haar moeder haar iedere keer weer het gevoel dat ze nutteloos was, dat ze daadwerkelijk slecht was?

Haar handen gingen door haar steile haren en ze nam de dikke zwarte staart met haar in haar handen. Niet eens zeker waarom. Een onhoorbare zucht ontsnapte uit haar mond. Dit zou weer een lange preek worden en waarschijnlijk een hoop straf. Er liep een rilling over haar rug bij het woord straf. Wat zou haar moeder dit keer weer verzinnen? Zenuwachtig trok ze aan de grote pluk haar in haar hand om bij de les te blijven.

Dat as zwart haar... Wat was hier aan de hand? Ze had geen zwart haar, haar haar was bruin. Haar haar had golven, dit haar was stijl. Dit kon niet kloppen.

De nep glimlach, die Felicia's moeder buiten het huis droeg, had plaatsgemaakt voor de vernietigende blik die ze thuis altijd op haar gezicht had. Felicia had zich altijd al afgevraagd waarom haar moeder haar altijd zo walgend aankeek, terwijl ze buitenshuis juist deed alsof alles in orde was. Felicia was alleen maar goed om haar moeder lief over te laten komen. En ze vond het zowaar verschrikkelijk.

Vol schaamte draaide ze zich om en liep naar de wasbak toe. Ze pakte het blauwe stuk zeep en keek haar moeder nog een laatste keer moedeloos aan, in de hoop dat ze haar deze keer wel zou vergeven. Ze kon er altijd op hopen, toch? Als ze de afgelopen jaren geen hoop had gehad, dan had ze zichzelf waarschijnlijk al lang van kant gemaakt. Ze moest blijven hopen, hopen op vergeving en een beter leven. Hoe stom en zwak het ook was.

Ze voelde zich zo raar, hoe was dit mogelijk? Ze deed niets van dit, ze maakte deze bewegingen niet eens! Deze gedachtes waren niet van haar... ze wilde weg.

Maar nee, haar moeder vergaf haar nooit. Haar moeder haatte haar en Felicia had nooit begrepen waarom. Het is niet dat ze haar moeder ooit iets had aangedaan. Haar moeder vertelde haar gewoon al van kinds af aan dat ze slecht was. Dat ze verrot was en dat ze net zo goed dood kon zijn. Waar andere moeders een liedje zongen voor het slapen gaan, zei Felicia's moeder tegen haar dochter dat ze volkomen waardeloos was. Door de jaren heen was Felicia het gewoon gaan geloven.

Ze was een slecht persoon, dat was vast de grote reden dat iedereen een hekel aan haar had. Als iedereen toch al een hekel aan haar had, waarom zou ze zichzelf dan niet ook haten? Felicia had nooit geweten waarom ze zo anders was, waarom ze zo gemeen kon zijn of waarom ze anderen manipuleerde. Op de een of andere manier was ze menselijker, wat op Edaron geen goed iets was. Waarschijnlijk was haar karakter zelfs op Aarde nog verrot. Ze was slecht en ze hoorde nergens thuis. Tenminste, dat was wat haar moeder zei, en als haar moeder het zei, moest het wel waar zijn. Toch?

EdaronWhere stories live. Discover now