Hoofdstuk negen: een vreemde droom en een nog vreemdere gave

45 4 0
                                    

Boem!

Boem!

Boem!

"Jezus Christus, wie maakt er van die herrie op dit goddeloze uur?" bromde George. Hij draaide zich om en legde zijn kussen op zijn hoofd om het geluid buiten te sluiten.

Boem!

Boem!

Boem!

Toen het eindelijk tot hem doordrong dat het zijn deur was, dwong hij zichzelf om op te staan. Hij haalde zijn hand door zijn haar en zuchtte even. Terwijl hij een legergroene polo van de grond raapte en deze over zijn hoofd trok, slenterde hij in de richting van de deur. Zijn voeten sleepten over de houten vloer; George tilde zijn voeten nooit op in zijn huis, want hij had een hekel aan het krakende geluid dat de vloer steeds weer liet ontsnappen als zijn voet contact maakte met de grond. Toen hij halverwege de gang was, begon de persoon aan de andere kant van de deur nog harder te bonken.

Het was een wonder dat de deur nog niet uit de opening geslagen was.

"Ja ja, ik kom er aan!" riep de lijvige man van middelbare leeftijd, met duidelijk hoorbare ergernis in zijn stem.

Toen hij de deur eindelijk opende, doemde een bekend gezicht voor hem op. Een vrij lange man met een gemiddeld postuur en ruig haar, dat hij achter in zijn nek vastgebonden had, gaapte hem aan. Een zwarte regenjas was om hem heen geslagen. Maar wat de man echt opvallend maakte, waren zijn helblauwe ogen, die al je ingewanden konden laten bevriezen door je alleen maar aan te kijken.

"Kilian?" vroeg George gorgelend. Zijn ogen waren tot spleetjes geknepen en zijn mond hing half open in een gaap. "Wat doe jij hier nu nog?"

"Hallo, George," antwoordde Kilian langzaam. Hij tilde zijn hoofd op en keek in George's groene ogen, waarbij een gemene grijns op zijn gezicht verscheen.

George keek hem vragend aan. Iets aan de grijns was totaal misplaatst en gaf hem een naar gevoel. Onheilspellend.

Hij had altijd al geweten dat er iets aan Kilian niet in orde was, maar nooit had hij wat met deze kennis gedaan. Hij had gedacht dat hij veilig was onder de bescherming van de PEO. Hij had heus wel gemerkt dat Kilian steeds hoger op de sociale ladder begon te klimmen en dat hij steeds belangrijker werd. Niemand wist precies hoe hij dat deed, maar George had zo zijn vermoeden. George wilde zijn mond opentrekken, maar voor hij dit kon doen, stak Kilian zijn vinger in de lucht. Het was doodstil.

Plotseling pakte Kilian het hoofd van George met beide handen vast en sloeg het tegen de deur aan. Een hard krakend geluid galmde door het kleine appartement – of het van de deur of van George's hoofd kwam, was een mysterie. Kilians pupillen werden groter en een duistere glimlach verscheen op zijn gezicht.

"What the hell, Kilian!" schreeuwde George terwijl hij naar zijn bloedende neus greep. Hij riep het wel, maar hij wist heel goed wat er aan de hand was.

Het was eindelijk zover. Ze hadden hem niet meer nodig en Kilian was hier om hem te laten boeten. Ze waren erachter gekomen. Ze wisten het.

Zijn hart begon sneller te bonken terwijl hij terug het appartement in strompelde, terwijl hij zijn neus dichtkneep om de stroom bloed die duidelijk gestimuleerd werd om zijn neus te verlaten, tegen te houden. Wetend dat er niets was wat hij kon doen, deed hij niet de moeite meer om de deur dicht te draaien of om te vechten – dat zou het hem alleen maar moeilijker maken.

Hij draaide zich om en keek op naar Kilians sinistere gezicht. Zijn ogen waren wijd opengesperd van opwinding en zijn neusvleugels trilden bij iedere versnelde ademhaling.

EdaronWhere stories live. Discover now