Hoofdstuk 28: het gesprek

26 2 0
                                    

Aan het einde van de dag, toen ze haar dagelijkse visioen weer gehad had, besloot ze om toch maar een keer tegen haar ouders te gaan praten. Ze woonde dan wel thuis, maar eigenlijk had ze geen beleefd woord meer met haar ouders gewisseld na die middag. Met haar vader had ze zelfs nog langer niet gesproken, aangezien hij er niet eens bij was geweest op dat moment - iets dat ze hem overigens nog altijd kwalijk nam. Haar ouders hadden nog één poging gedaan om een beschaafde conversatie met haar aan te gaan, maar toen Lori hen stomweg had genegeerd, hadden ook zij het opgegeven. Lori woonde er eigenlijk alleen nog, want gesproken werd er niet meer. Lori keek haar ouders niet eens meer aan, puur en alleen omdat haar hart iedere keer een beetje afstierf als ze haar ouders in hun ogen keek. Ze hoopte dat als de tijd voorbij ging, ze ook steeds minder pijn zou voelen en ze uiteindelijk zelfs weer een normaal leven zou kunnen leiden.

Tot nu toe had haar tactiek gewerkt. Steeds minder begon ze op te merken dat haar ouders überhaupt thuis waren en steeds vaker merkte ze dat het haar allemaal niets meer interesseerde. Daarnaast was ze er nog steeds niet zeker van dat ze met ze zou kunnen praten, zonder weer woedend te worden en het weer op het lopen te zetten. Daarom hield ze haar mond en bleef ze bij haar tactiek. De laatste dagen begon er echter iets aan haar te knagen; een vreemde neiging om met haar ouders te moeten praten en een verklaring te krijgen voor alles. Ze wilde gewoon weten waarom haar ouders niet van haar hielden, zodat ze het achter zich kon laten.

Felicia en zij hadden verschillende wegen naar huis genomen en ondanks dat ze tegenwoordig zo veel met elkaar optrokken, waren ze nog steeds geen vriendinnen. Zeker niet; haar afschuw voor Felicia was zelfs een beetje toegenomen. Ze had meer respect voor de drager gekregen - ze bewonderde haar kracht en haar moed - maar met de toename van haar respect, was het laatste beetje sympathie dat ze voor haar had, verloren gegaan. Het feit dat Felicia leek te genieten van ieder moment dat ze Lori pijn kon doen, hielp dan ook niet bepaald mee om Felicia aardiger te gaan vinden.

Ze slenterde chagrijnig over de straten heen en keek voor het eerst in een lange tijd niet om zich heen. Haar blik bleef gefocust op het grindpad dat voor haar lag en op de plekken waar haar voetstappen gestaan hadden, kolkten stofwolkjes omhoog. Van de wereld om zich heen kreeg ze weinig tot niets mee: zelfs op de vriendelijke groeten van vrolijke buren of schoolgenoten reageerde ze niet. Ze was simpelweg te druk bezig met alle mogelijke uitkomsten van het naderende gesprek te analyseren om ook maar iets op te merken van wat er verder gebeurde.

Vandaar dat ze niet merkte hoe een paar jongelingen gierend van het lachen achter elkaar aanrenden met de tuinslang, hoe twee vliegaards krassend opvlogen toen de jongelingen aan kwamen stampen en hoe de moeder van één van het stel met haar vuist zwaaide. Het tafereel was zo vredig dat het niet op zijn plek leek, zeker niet als je bedacht dat Lori zo meteen het gesprek van haar leven moest voeren.

De laatste weken, sinds de eerste les eigenlijk al, had ze een constant met spierpijn gelopen, maar de adrenaline die nu door haar lichaam gierde, verdrong deze pijn helemaal. Ze wist eerlijk gezegd niet eens zeker waarom ze zo opgewonden was; ze zou gewoon met haar ouders gaan praten. Het was niet dat ze dat nog nooit had gedaan. Toch leek ze de zenuwen maar niet onder controle te krijgen en enkel met grootste moeite wist ze zichzelf ervan te weerhouden om zich om te draaien en nog even te wachten. Haar maag zat in de knoop: ze wilde dit eigenlijk helemaal niet.

Ze had ondertussen al drie weken niet met haar ouders niet gesproken en tot nu toe was dat allemaal goed gegaan. Het was toch niet nodig om met haar ouders te praten over waarom ze niet van haar hielden? Dat wilde ze helemaal niet weten, zei ze in zichzelf. Toch wist ze dat dit niet waar was. Ze wilde niets liever dan een verklaring, een beetje liefde; acceptatie. Een reden was alles waar ze naar verlangde.

Want hoezeer ze hen ook niet meer kon uitstaan, het waren nog steeds haar ouders. En iedereen wilde liefde van hun ouders, zelfs al voelden ze als vreemden. Haar huis was ondertussen haar thuis niet meer; het was een leeg omhulsel geworden en ergens wist ze ook wel dat Liselore en Leonarde niet echt meer ouders voor haar waren. Ze verzorgden haar en hadden haar toevallig op de wereld gezet, maar in de laatste weken was Lysander meer een vader voor haar geweest.

EdaronWhere stories live. Discover now