Hoofdstuk 22: wederdiensten

28 2 0
                                    

Lori stond op, met haar ene hand op haar knie en haar andere tegen haar maag gedrukt. De sporthal draaide rondjes voor haar ogen. In plaats van één kwaadaardige grijns op Felicia's lippen, zag Lori er een stuk of tien. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en langzaam maar zeker veranderden alle Felicia's zich weer in één enkele gemene drager. Lori's ogen rolden onbeheerst in haar kassen, waarna ze deze even sloot om weer tot rust te kunnen komen. Felicia's duistere grijns veranderde in een soort onrust. "Gaat het wel?"

Haar stem klonk bezorgd, ze drukte haar hand op haar buik en ging plat op de grond zitten. Wanhopig probeerde ze haar ademhaling onder controle te krijgen, maar de pijn in haar maag was net even te veel. Ze kon de blauwe plekken bijna voelen groeien.

"Gaat het een beetje, Lori?" Ze voelde een hand op haar schouder. Versuft draaide Lori zich om en keek recht in de tropisch blauwe ogen van Edilo. Zijn gezicht stond bezorgd, maar zodra hij Felicia hoorde vragen of Lori normaal wilde doen en een keer niet zo overdreven wilde doen, veranderde zijn gezicht naar onweer. Edilo had nog nooit zo boos gekeken, zijn mondhoeken stonden naar getrokken en zijn handen waren tot vuisten gebald. Zijn grote neusgaten bewogen onrustig heen en weer, alsof hij heel snel en overdreven adem aan het halen was. De blik in zijn ogen bevroor al Lori's ingewanden. Ze waren zo koud en afstandelijk, dat het haar bijna pijn deed. Hij keek Felicia aan met pure haat. Niet zomaar irritatie, maar pure afgunst.

"Nu ben je te ver gegaan, Felicia." Hij knakte zijn knokkels. "Als ik jou was zou ik maar leren die menselijke kant van je te onderdrukken, want anders grijp ik je nog voor dat de mensen dat zelf kunnen doen."

Zijn stem klonk dreigend, hij was minstens een halve kop groter dan Felicia geworden in het afgelopen half jaar, zijn blonde haar hing voor zijn ogen. Hij deed een stap naar haar toe. "Weet dat ik geen grapje maak," zei hij, met moeite om zichzelf in de hand te houden, "blijf verdorie van Lori af."

Ze stak haar hand in de lucht en wuifde Edilo weg als een vlieg. Ze wierp hem een oogverblindende glimlach toe en zette haar handen in haar zij. Argeloos zei ze: "Je zou me nog niet kunnen verslaan als je het heel hard probeerde. Jij bent dan wel langer, maar ik ben ouder én sterker." Een spottende lach sierde haar lippen. "Ik bedoel maar..." Ze greep het vel van Edilo's dunne armen. "Heb jij überhaupt wel spieren?"

Toen verloor Edilo zichzelf. Hij trok zijn arm los en liet deze met gebalde vuist op Felicia's neus belanden. Een krakend geluid echode door de zaal heen, wat iedereen van hun gevechten deed opkijken. Alles leek te vertragen; Edilo die pijnlijk met zijn hand schudde, Felicia die vloekend naar haar neus greep, meneer Carleone die gehaast naar hen toe kwam lopen, Lori die nog steeds verdwaasd opstond om zich bij Edilo te voegen, de zusjes die beiden geschokt hun handen voor hun mond sloegen en Ylsa die vergeefse moeite deed om niet in lachen uit te barsten. Lori wist zelf niet helemaal hoe ze zich moest voelen en hoe ze zichzelf een houding moest geven. Aan de ene kant wilde ze niets liever dan in lachen uitbarsten, zoals Ylsa had gedaan, maar aan de andere kant was ze ook een beetje verbijsterd.

"Edilo, wat heb je in hemelsnaam gedaan?" riep meneer Carleone verontwaardigd uit. Hij had een arm om Felicia's schouder geworpen en kneep met zijn andere hand in Felicia's bloedende neus, die een vreemde kleur blauw had gekregen.

Met verschrikte ogen keek Edilo naar het tafereel wat zich voor zich afspeelde. Lori pakte hem bij zijn hand en gaf er een geruststellend kneepje in. Ze kon zien dat zijn spieren zich een beetje ontspanden, maar zijn ogen stonden nog steeds gespannen. "Bedankt, Edilo," was het enige wat ze kon uitbrengen. Ze fluisterde het haast en haar stem klonk rauw. "Bedankt dat je het voor me opnam."

Zijn mondhoek krulde omhoog, maar hij keek haar niet aan. Lori zette een stapje dichterbij en kneep nog eens in zijn hand. Haar hart leek bijna uit haar borst te springen. Met een scheef lachje keek ze toe hoe Felicia's neus steeds dikker en blauwer werd. Toen Edilo zag dat Lori aan het glimlachen was, gaf hij haar een duwtje, waardoor hun handen elkaar loslieten. Hij had een brede grijns op zijn gezicht. De schrik was plotseling weggezakt, leek het wel. "Ze verdiende het wel, hè?"

EdaronWhere stories live. Discover now