Hoofdstuk achttien: mensen gespot!

32 2 0
                                    

Tijdens ecologiekunde hadden ze de opdracht gekregen Sapiënkruid te plukken. Als dit in kleine porties gebruikt werd, kon het gebruikt worden om het leven iets te verlengen. Haar opdracht was om dit juiste gewicht te raden. Lori vond het een prachtig kruid, maar ze wist ook dat het gevaren met zich meebracht. Eén gram te veel kon namelijk het laatste zijn wat je ooit at en juist dat fascineerde haar; het was het enige dodelijke kruid op Edaron.

Ze keek als betoverd naar het kruid. De kleine roze blaadjes waren verspreid over de bruine aarde. Unieke donkerpaarse nerven leken over het kruid heen te zweven. Kleine gele bloementje popten uit de boven kant van het roze kruid. Groen gras vergezelde het vredige plaatje. Iemand die niets van kruiden af wist, zou misschien gedacht dat dit prachtige uitzicht niet gevaarlijk was. Maar Lori wist beter.

Met slechts één blad zouden de mensen een hele familie uit kunnen roeien. Met dit hele veld iedereen op Edaron. Ze zuchtte en strompelde naar het veld toe. Ze zakte door haar knieën. Haar hand vond één enkel blad van het moordwapen. Met haar duim aaide ze zacht over het oppervlak van het blad. De kleine haartjes kietelden haar huid. Ze volgde de donkere nerven met haar vinger. De nerven van het blad waren de enige waarschuwing dat het niet was wat het leek. Ze brak het blad los van haar stam. Een zwakke glimlach speelde om haar lippen.

Want dit was niet het blad voor de les, nee, dit was haar wapen. Haar enige mogelijke vorm van verzet. De enige mogelijkheid om ervoor te zorgen dat ze een kans zou hebben. Het blad was te groot, te dik. Dodelijk. De glimlach had haar lippen nog steeds niet verlaten, wat zorgde voor een verontrustend beeld. Ze stopte het blaadje in de binnenzak van haar blouse en tikte er vervolgens op met haar hand.

Ze hoorde een takje kraken en even was ze stil. Haar handen vielen langs haar zijde en ze deed alsof ze weer aan het werk was. Het bleef echter stil.

Haar hand vond haar binnenzak weer, waar het dodelijke kruid veilig opgeborgen was. Ze hurkte neer naast het veld en begon de kruiden weer te onderzoeken. Haar ogen gleden over het oppervlak. Haar handen raakten de bladeren voorzichtig aan en haar knieën werden nat van de vochtige aarde. De kruidige geur en de heldere kleuren verscherpten haar zintuigen. Het was vreemd hoe een enkel blad zo veel met iemand kon doen. Alleen al door naar de bladeren te kijken, kreeg ze rillingen van opwinding en hoop.

"Je vindt die bladeren wel heel interessant, Lori," hoorde ze de scherpe stem van Felicia klinken. Een koude lach drong haar oren binnen. Lori keek op en zag Felicia voor haar staan, haar handen in haar zij en haar neus opgetrokken. Een gemeen lachje hing rond haar lippen. "Misschien zelfs wel een beetje te interessant."

"Wat moet jij nu weer?" vroeg Lori geërgerd. De irritatie rolde door haar botten. Kon niemand haar vandaag dan met rust laten? Was een beetje rust te veel gevraagd? Het was ronduit vervelend. Het zou niet zo moeilijk moeten zijn om gewoon even rust te hebben. Al was het maar heel even om haar gedachten op een rijtje te kunnen zetten.

"Ik wil even een deal maken." Gegniffel klonk. "Ik vertel niemand over jouw twijfels en dingen als jij niemand verteld over mijn ouders."

Lori slikte. Hoe kon Felicia daar nu over weten? Niemand zou toch gepraat hebben? Lysander en Edilo zouden dat nooit doen. Haar ouders evenmin. Niemand anders wist erover. Dat kon niet. De irritatie die ze zojuist gevoeld had, vloeide weg uit haar lichaam en maakte plaats voor een nieuw gevoel: verwarring. Het zou niet mogelijk moeten zijn dat Felicia wist over haar twijfels. Als ze daarover wist, zou ze haar leven in haar handen hebben. Als Felicia haar mond open zou trekken, had ze een probleem. Dan wist ze zeker dat ze geen kans meer maakte. Met of zonder Sapiënkruid. Ze keek Felicia met grote ogen aan. "Ik weet niet waar je het over hebt."

Felicia zakte door haar knieën, aangezien Lori nog altijd op de grond zat, tot ze slechts enkele centimeters bij Lori vandaan was. "Ik denk dat je dat best weet."

EdaronKde žijí příběhy. Začni objevovat