Hoofdstuk zeven: even tot rust

42 5 0
                                    

De klas brak onverbiddelijk uit in chaos.

"Wat heeft ze geschreven?"

"Is ze wakker?"

"Wat staat er op dat briefje?"

"Ah... Meneer, toe nou. Vertel het ons!"

"Wat is er aan de hand?"

Lori krabbelde langzaam weer omhoog; ze was totaal in de war. Haar handen wilden maar niet stoppen met bibberen, ze klemde verwoed haar tanden op elkaar en haar spieren waren helemaal aangespannen, als staalkabels. Haar hoofd klopte ook nog eens door een verschrikkelijke pijn – een stekende pijn die ze nog niet eerder gevoeld had. Haar spieren voelden alsof Lori honderden kilometers had gerend en haar huid voelde alsof hij in de brand stond en van alle kanten aangevallen werd door hete naalden. Ze liet een onderdrukte kreun horen toen het kloppende gevoel in haar hoofd erger werd en het liet haar voelen alsof ze op het punt stond om te sterven.

Met haar handen probeerde ze naar haar hoofd te gaan om het te masseren, maar toen ze haar armen probeerde op te tillen, schoot er een scherpe pijn door haar handen en door haar hele lichaam, waardoor ze met veel moeite een gepijnigde kreet onderdrukte. Ze voelde zich klaarblijkelijk moe, aangezien haar hoofd langzaam weer naar beneden zakte en met een harde klap op de tafel viel. Ze kon bij wijze van spreken de bult op haar voorhoofd voelen groeien. Niet dat het ook maar iets afdeed aan de pijn die ze in de rest van haar lichaam voelde. Ze moest met alle macht vechten tegen de aantrekkelijke neiging om haar ogen weer te sluiten en in een diepe slaap te vallen. En nooit meer wakker te worden.

Ze had al drie visioenen gehad, maar geen van hen had haar ooit pijn gedaan. De woorden die in haar hoofd geschreeuwd waren – zo voelde dat tenminste – begonnen langzaam te vervagen, tot ze op een bepaald punt niet eens meer wist wat ze gehoord had. Of wat ze blijkbaar opgeschreven had. Er was iets gebeurd – iets verschrikkelijks dat haar leven voorgoed zou gaan veranderen. Of dat nu een goed of een slecht iets was, wist ze niet, al wenste ze vurig van wel. Wat was er gebeurd? Waarom kon ze het zich niet meer herinneren en waarom zag de leraar eruit alsof hij zojuist was aangevallen door een kudde menselijke geesten? Vragen bleven door haar hoofd rondspoken en ieder van deze vragen riep weer nieuwe vragen op. Dit alles maakte haar hoofd er niet beter op, want bij iedere geachte, voelde ze weer een nieuwe pijnscheut door haar lichaam schieten.

Lori kon het niet helpen. Voor ze het zelf goed en wel besefte, begonnen de tranen over haar wangen te stromen. Happend naar adem vloeiden de tranen uit haar ogen als regendruppels. Ze trok mistroostig haar neus op en keek naar Edilo, op zoek naar zijn steun. Ze wilde niet huilen en zielig doen – het slachtoffer spelen – maar ze kon bijna niet anders. De pijn was ondragelijk en de hele situatie waarin ze zich bevond was drie keer niets.

De rest van de klas viel stil en gaapte haar aan. Edilo stond op van zijn stoel en glimlachte onzeker, terwijl hij sussend zijn arm over haar schouder heen sloeg. Lori begroef haar gezicht in zijn borstkas, alsof ze hoopte dat dat haar zou troosten. Dat deed het om eerlijk te zijn ook wel een beetje. Zijn warme lichaam voelde goed aan en zijn rustige ademhaling kalmeerde haar op de een of andere manier. Ze drukte haar gezicht nog dieper zijn borst in en haalde niet zo charmant haar neus op, waardoor ze een sterk vermoeden kreeg dat Edilo straks een groene vlek op zijn grijze uniform zou hebben zitten. Die gedachte zorgde ervoor dat ze nog meer over haar toeren raakte, hoe dom het ook klonk. Alles was gewoon vreemd en vervelend op dat moment. Haar hele lichaam deed pijn en ze vond eerlijk gezegd wel dat ze het recht had om even in paniek te raken.

"Shh... Het is voorbij, huil maar niet," zei hij sussend, met zijn warme hand zachtjes over haar achterhoofd aaiend.

Lori wist dat ze een sterke drager was, iedereen wist dat ze sterker was dan ze op het eerste gezicht leek. Maar deze keer was het eindelijk te veel voor haar geworden. Haar schouders begonnen hevig te schokken toen ze harder begon te huilen en niet veel later escaleerden haar snikken in lange uithalen en happen naar adem. Het hartverscheurende, jammerende geluid hield maar niet op en al die tijd keek iedereen haar meewarig aan, al deden sommigen duidelijk hun best om haar eindeloze snikken te negeren. Eén daarvan was Felicia.

EdaronWhere stories live. Discover now