hoofdstuk 2

287 26 0
                                    

Koen hangt de telefoon op wanneer Milo de straat indraait van het politiebureau. De man moest hun beide afmelden van hun werk. 

Milo kijkt vol in de paniekerige ogen van Koen als hij de auto parkeert. Hij zucht en zijn adem maakt wolkjes in de lucht. Het was een koude decemberdag en toch hield de adrenaline in zijn lichaam hem warm. 

"En? Begrepen ze het?" 

Koen knikt en lacht zacht als hij de wagen verlaat. Hij moest nog naar binnen maar hij wilde het zo lang mogelijk rekken. Ze hadden hem gewoon vertelt dat het goed nieuws was zodat Milo zijn auto niet in de eerste de beste boom zou parkeren. 

"Ow ja. Ze hebben ons beide gecoverd voor vandaag en mocht er nieuws zijn, dan moest ik bellen zodat hij ons meer betaalde ziektedagen kon geven. Hij wil dat we gewoon zolang de tijd kunnen nemen als we zelf nodig hebben." 

Koen werkte voor een advocatenbureau, Milo was brandweerman en stond hoog in de rangschikking. 

Als beide heren richting de deur lopen, zien ze inderdaad iemand staan. De man hebben ze een aantal keer gezien. Hij was de man die vanuit Utrecht de zaak van Robbie aan had genomen en nu dus ineens hier in Rotterdam bezig was met die zaak. 

De man lacht zacht als beide heren eindelijk aankomen en zijn hand schudt. "Koen, Milo. Het is goed om jullie te zien. Sorry dat het allemaal zo snel moest." Beide heren knikken en willen nu gewoon weten waarom ze hier ineens waren. Een paar dagen voor de dag dat Rob officieel vijf jaar verdwenen zou zijn. 

Ze komen in een kamer en de man wijst een tweetal stoelen aan waar ze in plaatsnemen. Nog voordat Mike kan praten, begint er bij Milo een waterval van woorden uit zijn mond te komen. "Heb je nieuw bewijsmateriaal? Een andere invalshoek? Een betere dan de vorige keer?" 

Milo kon het niet aan om nog een keer teleurgesteld te worden. Dat ze een nieuwe aanpak hadden en dat ze dachten dat ze hun zoon hadden gevonden. Dit was drie jaar geleden, toen de jongen vijf jaar zou zijn geweest. 

Hij wil gewoon zijn jongen weer in zijn armen kunnen sluiten want het is vijf jaar geleden en hij mist hem elke dag meer en meer. 

Nu heeft ook Mike de kans om plaats te nemen. De metalen tafel in de kamer voelt koud. Elke keer weer. Hij kwam niet graag in de verhoorkamer, maar het was de enige kamer die vrij was op dat moment.

Ze hebben beide eerder in zo'n kamer gezeten, alleen toen beide apart. Toen ze allebei ondervraagd werden, een week na de vermissing van Robbie. Toen ze allebei nog verdachten waren in de zaak. 

De man had gegruweld van het idee dat iemand het ooit in zijn hoofd kon halen dat hij, of Koen, ook maar een vinger op een van de jongens zou leggen. Maar hij begreep dat ze echt alles uit moesten sluiten. Ze hadden zoveel mensen ondervraagd, waaronder de familie van de draagmoeder van alle drie de jongens. Maar ze vonden niemand. Niemand die hun driejarige mee had genomen. 

Maar misschien, heel misschien, hadden ze nu wel iemand. Iemand die effectief verantwoordelijk was voor de breuk in het gezin. 

Mike gaat ook zitten en vouwt zijn handen samen. "Willen jullie iets drinken? Koffie?" 

Koen gaat wat rechter zitten. Hij wilde nu echt weten waar zijn zoon was. "Mike, met alle respect, we willen gewoon weten wat er aan de hand is. Waarom we halsoverkop richting Rotterdam moesten."

Mike lacht zacht. Tuurlijk wilde beide heren weten waarom ze hier ineens zijn. Waarom hij niks over de telefoon mocht vertellen. "Dat begrijp ik," de man gaat rechter zitten en vouwt beide handen samen, "gisterennacht, net iets voor twaalf, hebben we telefoon gehad van iemand genaamd Yarne Kouwenberg. Hij zei dat hij informatie had rondom de zaak van Robbie ter Reegen. Hij zou er zijn geweest toen Robbie mee werd genomen vanuit de kinderopvang. Om specifieker te zijn, hij zou de man zijn geweest die hem mee heeft genomen."

geknechtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu