hoofdstuk 25

201 21 2
                                    

Het komt voor niemand als een verrassing wanneer Robbie op vrijdag op de terugweg van school snel in slaap valt na een succesvolle vier halve dagen. Het is echter verrassend wanneer Raoul ook in slaap valt - aangezien de zesjarige meestal hyperactiever dan normaal is als hij weet dat de school voor de week voorbij is.

Milo draagt de jongste van de twee jongens het huis in terwijl Koen Robbie draagt, de twee mannen hun slapende kinderen aan elk uiteinde van de bank neerleggend.

Hij fronst wanneer hij Raoul zijn blonde haar van zijn voorhoofd strijkt en voelt dat de kleine jongen warm aanvoelt. Hij kijkt op naar zijn man. "Is Rob ook warm?"

Koen kijkt hem verward aan voordat hij voorzichtig zijn hand op Robbie zijn voorhoofd legt. Hij kijkt weer op en schudt zijn hoofd. "Nee. Waarom? Is Roel?"

Milo knikt, zijn lippen samenpersend en hopend dat hun jongste niet ziek wordt - niet dat hij het erg vindt om voor hem te zorgen als hij ziek is, maar het is altijd vreselijk om een van hun kinderen ziek te zien.

"Het voelt nu als een lichte koorts... we moeten hem gewoon in de gaten houden, kijken hoe hij zich voelt als hij wakker wordt."

Zijn man zucht en knikt. Hij kijkt naar hun twee jongsten en er verschijnt een kleine glimlach op zijn lippen. "We hebben zoveel geluk," fluistert hij.

Milo glimlacht daarom, slaat een arm om de taille van de langere man en trekt hem dichterbij. "Het grootste geluk," beaamt hij.

*

Wanneer Raoul misschien een uur later wakker wordt, worden hun zorgen bevestigd. De jongen is huilerig en prikkelbaar, zijn wangen een beetje rood. Wanneer Robbie hem probeert over te halen om een spelletje te spelen, duwt de zesjarige hem weg en begint luid te jammeren - waardoor Rob bijna in tranen uitbarst.

"Hij wil niet met me spelen," mompelt hij, een vuist tegen zijn oog wrijvend, duidelijk teleurgesteld.

Milo schudt snel zijn hoofd, gaat hurken en tilt een hand op om Rob zijn haar weg te strijken van zijn gezicht. "Hij voelt zich op dit moment gewoon niet zo lekker, schatje. Ik denk dat hij te moe is om nu te spelen."

Robbie kijkt in plaats daarvan bezorgd, werpt een blik over Milo zijn schouder naar zijn jongere broer. "Oh. Wil je dat ik bij je kom knuffelen, Roel?" Vraagt hij vriendelijk.

Maar Raoul begint opnieuw te jammeren, schudt zijn hoofd. "Neeeee. Wil jou niet, wil mijn papa," jammert hij, zijn stem een beetje schor.

Koen is al onderweg en Raoul stopt met jammeren wanneer de man naast hem gaat zitten en hem op zijn schoot trekt voor knuffels, zachtjes zijn haar streelt en tegen hem fluistert.

Milo draait zich terug naar Rob, die met een kleine pruillip kijkt.

"Hij bedoelt er niets mee, schatje. Ik weet zeker dat hij later je knuffels wil," verzekert hij, maar Rob houdt gewoon zijn mond en trekt zich terug, veegt Spot en konijn van de bank en gaat dan naar de hoek om alleen te zitten.

Milo kijkt met een zucht toe hoe de achtjarige zijn rug naar hen toekeert, met gekruiste benen speelt hij stil met zijn teddyberen.

Hij staat op, zijn knieën kraken, en draait zich naar zijn man en hun jongste op de bank. "Ik ga beginnen met het avondeten," zegt hij, met een verdrietige blik naar Raoul. "Denk je dat je iets kunt eten, schatje?"

Raoul snuft, haalt zijn schouders op. "Het doet hier pijn," fluistert hij, wijst naar zijn keel en slikt hoorbaar.

Milo fronst sympathiek. "Oh, schatje. Wat dacht je van wat tomatensoep? Is dat goed?"

"Misschien," kreunt de jongen, kijkt dan met grote blauwe ogen naar de man. "Met brood om te dippen?"

Milo lacht daarom, knikt. "Natuurlijk. Met brood om te dippen." Hij deelt een warme blik met zijn man voordat hij hen allebei op het hoofd kust en dan naar de keuken gaat.

Hij gooit wat frietjes en kip in de oven voor het avondeten, zet Raoul zijn soep in de magnetron. Hij is net de borden en kommen aan het pakken als Matthyas door de deur loopt, een geïrriteerde uitdrukking op zijn donkere gezicht.

Voordat Milo zijn oudste kan vragen wat er aan de hand is, rent Robbie op de tiener af en slaat zijn armen om hem heen.

"Matt! Je bent terug! Wil je met me spelen?" Vraagt hij, opgewonden bij het vooruitzicht om na Raoul zijn afwijzing met iemand tijd door te brengen.

Matthyas kreunt, trekt Rob zijn armen van zich af en duwt hem een beetje achteruit. "Geef me een minuutje, Robbie. Jezus, ik ben net binnen," zucht hij geërgerd.

Rob lijkt van streek, zijn onderlip steekt meteen uit. Matthyas rolt gewoon met zijn ogen en loopt langs hem heen, stormt de gang door en zijn kamer in.

Milo kijkt met een frons toe, zijn hart doet pijn als hij zich weer tot Rob wendt en de pruillip van de jongen ziet en zijn ogen vol tranen.

"Schatje -" begint hij te zeggen, de kamer overstekend om bij de kleine jongen te komen, maar voordat hij de kans krijgt, draait Rob zich om en rent naar zijn eigen kamer.

Hij grimast, zet snel de magnetron uit en verlaagt de temperatuur van de oven voordat hij achter de achtjarige aan gaat.

Hij vindt Robbie onder zijn bed, zachtjes huilend en zichzelf zo klein mogelijk opkrult.

Hij zucht, kijkt eronder. "Schatje. Kom eens onder je bedje vandaan jongen," zegt hij zacht, en gelukkig kost het niet veel overtuigingskracht om Rob te laten komen. Hij kruipt eruit maar gaat niet meteen naar Milo.

"R-Raoul en Matthyas h-haten m-me," hikt hij, tranen over zijn wangen stromend.

Milo schudt snel zijn hoofd, reikt over en trekt de jongen op zijn schoot, trekt hem tegen zijn borst. "Nee, schatje. Nee, nee, nee. Ze houden zo veel van je, oké? Niemand hier haat je, dat beloof ik."

Rob huilt, schudt zijn hoofd tegen de voorkant van Milo zijn shirt. "Raoul w-wil niet knuffelen en M-Matthyas schreeuwde tegen me, P-papa. H-hij schreeuwde."

"Ik weet het, kleintje. En ik ga met hem praten, oké? Hij bedoelde het niet zo, dat weet ik zeker."

Rob snikt weer maar knikt een beetje. "Oké," fluistert hij.

Zodra Robbie zich heeft opgerold aan Koenzijn vrije zijde, gaat Milo naar Matthyas zijn slaapkamer, klopt op de deur en wacht niet op antwoord voordat hij naar binnen loopt, een wenkbrauw optrekkend naar de dertienjarige.

"Wat was dat allemaal? Je hebt je broer echt van streek gemaakt."

Matthyas kijkt hem aan met een frons die snel verdwijnt. Hij zucht, wrijft over zijn gezicht. "Ik bedoelde niet om tegen hem uit te vallen," zegt hij zacht. "Ik - sommige van mijn - ik bedoel, ik had dit - deze groepsopdracht, en er was deze presentatie, en ik verprutste mijn deel en het bracht het hele cijfer van mijn groep omlaag en ze - ze waren allemaal boos. Ik was boos op hen, niet op Rob."

Milo zucht, gaat naast de jongen op de rand van het bed zitten. "Nou, dat is balen. En sorry daarvoor, maat, echt waar. En je kunt met me praten zodra je sorry hebt gezegd tegen Rob. Hij denkt dat je hem haat," zegt hij, zich slecht voelend voor de jongen maar ook hem willen laten weten dat hij zijn broers gevoelens heeft gekwetst.

Matthyas kijkt schuldig, kijkt verlegen naar de man. "Sorry," mompelt hij.

"Ga het tegen Rob zeggen en dan kunnen we praten, oké?"

De jongen glimlacht nerveus, knikt dan en staat op.

Milo volgt hem en kijkt toe terwijl hij naar Rob in de woonkamer gaat. Hij verwacht half dat de achtjarige gaat pruilen en hem negeert of op zijn minst een soort wrok koestert, maar zodra Matthyas de eerste woorden van zijn excuses uitspreekt, valt Rob hem in een knuffel aan, hem meteen vergevend.

Hij glimlacht een beetje, schudt zijn hoofd om de onschuld van het kind - hoewel hij niet kan helpen maar het gevoel heeft dat het misschien niet goed is dat hij zo gemakkelijk vergeeft. Het stelt hem bloot aan veel manipulatie.

geknechtWhere stories live. Discover now