hoofdstuk 16

250 23 1
                                    

"Dus, wat denk je ervan om naar de winkels te gaan, hm? Voel je je er klaar voor?" Koen kijkt Robbie voorzichtig aan voor een reactie. De jongen verschuift een beetje op zijn stoel en pakt zijn teddybeer van de ruimte naast hem, trekt hem op zijn schoot. Hij draait zijn lippen opzij, werpt een blik van Milo naar Koen en dan weer terug, voordat hij aarzelend knikt. "Oké." Zelfs Milo lijkt een beetje verrast, alsof hij niet had verwacht dat de jongen ermee zou instemmen. Koen ziet hoe zijn man glimlacht, vervolgens knikt, draait zich in zijn stoel om de motor weer te starten. "Oké. Goed dan, laten we gaan. We kopen genoeg viltstiften om een leven lang mee te gaan," beweert hij, wat een kleine giechel van de jongen oplevert, een geluid dat ondanks de al in zijn maag nestelende ongemak een glimlach op Koens lippen tovert.

Maar dat ongemak blijkt toch gerechtvaardigd te zijn. Ze zijn nauwelijks aan het einde van de straat van de McDonald's waar ze geparkeerd stonden als Robbie achterin begint te kreunen. Koen schrikt op, draait zich om naar de jongen en ziet hem net op tijd naar voren leunen en het eten overgeven dat hij net heeft gegeten, over zichzelf, de stoel, zijn Flip en de vloer.

"Verdomme," vloekt Milo als hij aan de kant van de weg stopt. Koen verspilt geen tijd en klimt uit de voorstoel, om vervolgens achterin te klimmen naast zijn achtjarige terwijl hij begint te snikken, zijn kleine lichaam trillend op een manier die ervoor zorgt dat de man zijn hand zwevend boven de schouder van de jongen houdt in plaats van hem daadwerkelijk aan te raken.

"Oh, lieverd. Het gaat wel," zegt hij zacht terwijl Milo rondsnuffelt in het dashboardkastje op zoek naar de babydoekjes die ze daar altijd bewaren. Rob snikt opnieuw, kokhalst opnieuw voordat hij weer een zucht uitlaat. "Het spijt me. Het spijt me, w-wil naar huis," stikt hij uit, en Milo's hart knijpt samen in zijn borst - een gelukzalig gevoel vult hem omdat hij weet dat Rob niet praat over zijn huis met Wes maar hun thuis, maar hij zegt het nu, wanneer hij huilt en trilt.

"Oké. Dat is goed, mijn liefste, we gaan naar huis. Papa gaat ons naar huis rijden, vandaag geen boodschappen, oké?" Rob laat een huilbui horen, maar het klinkt meer opgelucht nu. Hij kijkt naar zijn schoot en dan naar Milo met waterige ogen en een wiebelige onderlip. "I - I - Ik heb de a-auto verpest," hikt hij.

"Nee, schat. Nee, het is goed, we kunnen het schoonmaken. Je hebt niets verpest," verzekert hij de jongen, terwijl hij een bedroefde blik deelt met Koen terwijl hij Milo de doekjes overhandigt.

Natuurlijk kan hij niet veel schoonmaken met ze, maar hij doet zijn best, veegt Robbies gezicht schoon, zijn handen en zijn schoenen. Hij helpt de jongen uit zijn jas terwijl Koen blijft proberen zijn tranen tegen te houden, zachtjes en luchtig met hem pratend in een poging een glimlach van hem te krijgen. Het werkt niet, en Rob blijft snikken en hikken terwijl Milo zijn jas en de doekjes in een tas stopt.

"Ben je er klaar voor dat ik nu ga rijden, schat?" vraagt Koen zachtjes. Robbie jammert als hij knikt, laat een huilbui horen wanneer Milo zich iets verplaatst om zichzelf in de middelste stoel te krijgen en zichzelf vast te maken. De hand van de achtjarige schiet uit en grijpt stevig in de mouw van Milo, ogen wijd en angstig. Milo probeert niet te blij te zijn dat de jongen hem dichtbij wil voor troost, omdat de situatie er niet een is waar hij blij over wil zijn, maar hij kan het niet helpen. Hij glimlacht naar zijn kind, blijft waar hij is en houdt de hand van de jongen stevig vast, omhult hem strak met de zijne. "Ik ga nergens heen, kleintje. Ik moet gewoon mijn riem omdoen, oké?" Robbie kijkt hem nauwlettend aan terwijl hij dat doet, houdt de hand van Milo stevig vast op weg naar huis, de hele tijd zachtjes huilend.

Milo draagt de jongen het huis in zonder zich zorgen te maken over zijn eigen netheid, helemaal naar de badkamer waar hij de jongen op de toonbank naast de gootsteen zet. Rob jammert en reikt naar hem uit als hij loslaat, en Milo glimlacht ondanks zichzelf. "Ik weet het, lieverd, ik moet gewoon het bad vullen en dan kom ik bij je terug, oké?"

geknechtWhere stories live. Discover now