hoofdstuk 9

278 18 2
                                    

Moe en voldaan zijn de drie jongen teruggekomen van het winkelen. Matt is daarna meteen aan de slag gegaan met het nieuwe bed van Robbie terwijl rob zijn nieuwe speelgoed aan het uitstallen was. Ook hij had nieuwe lego gekregen van zijn papa. 

"Rob heb jij toevallig mijn inbus gezien?" Matt staat naar het bed te kijken en zoekt zich rot naar de inbussleutel die hij net nog in zijn handen had. Robbie, die de eervolle taak had om alle schroeven aan te geven aan zijn broer, kijkt naar het bed en wijst naar een net ingedraaide schroef. "Bedoel je die?" 

Matt moet lachen en pakt de sleutel uit de schroef. "Nog een paar schroeven en dan is dat bed van jou ook klaar jongen. Papa heeft al je kleren in de kast gelegd. Heb je nog wel zin om mee te gaan naar de voetbal?"

Robbie knikt. Hij kijkt op naar zijn grote broer en het voelde zo onwijs vertrouwd bij Matthyas. Toen Rob nog bij zijn broer woonde, waren ze onafscheidelijk en die draad lijken ze weer op te pakken. 

"Mag ik denk je ook voetballen?" vraagt Robbie als Matt opkijkt van de lattenbodem. Hij had het bed, voor een dertienjarige, weer in een recordtempo neergezet. "Van papa en pap? Oww ik denk het wel hoor. Papa tennist en pap doet eigenlijk niet zoveel aan sport. Roel en ik voetballen dus jij kan ook wel gaan voetballen hoor." 

"Papa vond het altijd gevaarlijk," zucht Rob en ziet zijn broer gefrustreerd de inbussleutel in de laatste schroef draaien. "Rob luister maatje. Alles wat Wes je heeft verteld is niet waar. Ik snap dat het heel vreemd is voor jou, maar alsnog. Probeer het los te laten jongen."

"Is moeilijk," zucht Rob als de tranen over zijn wangen biggelen. Matt snelt naar zijn broertje en trekt hem in een knuffel. "Oww maatje toch. Kom hier vriend. Ik begrijp dat het echt heel spannend voor je is! Wil je even samen met mij in je nieuwe bed liggen? We moeten even het matras erop leggen en d-"

Beneden wordt de naam van Robbie geroepen en de jongen kijkt angstig naar zijn oudste broer. Matt knikt zacht en Rob pakt meteen zijn hand als ze naar beneden lopen. Daar zien ze Frank staan. De man die gisteren had gezegd dat hij nog langs zou komen. 

Meteen laat hij Matt zijn hand los en rent hij richting hun sociale werker. Ook Matt kent Frank. Hij was er vanaf het eerste moment bij en heeft Matt ook opgenomen als kind van zichzelf. "Hoi Frank," lacht de dertienjarige puber. Ook Frank kan zich niet heugen dat hij de jongen ooit zo blij en opgewekt had gezien. "Dag Matthy. Blij jongen?" 

De puber knikt en wil eigenlijk meteen Frank de kamer van Robbie laten zien en het bed wat hij in elkaar had gezet. Rob is hem echter voor en gooit zichzelf richting Frank. "En? heb je hem gevonden?" Frank had de vraag verwacht maar is verbaasd dat Rob niet meer refereert naar Wes als 'papa'. 

"Rob toch," zucht de man, "je weet dat je niet meer bij Wes mag wonen toch? je blijft hier. Bij je papa's en je onwijs lieve broers." 

"Maar hij is echt niet slecht," snikt Rob in Frank zijn borstkas, "echt niet Frank." Rob hoopt dat iedereen gewoon even naar hem luistert, want Wes had nooit iets gedaan tegen Robbie. Frank wrijft over Rob zijn arm en ziet dat de puber van het huishouden alweer kwaad naar boven is gerend. Matt kon het emotioneel allemaal niet plaatsen, dus wenkt Frank de vader van de jongens naar boven. Frank zou wel even met Rob kletsen, dan kon Koen zijn oudste onder zijn hoede nemen. 

"Ik weet het schat, ik weet het. Niemand had verwacht dat je meteen alles zou begrijpen en aan zou passen. Het is niet makkelijk voor jou vriend, maar ook niet voor je ouders en broers." 

"Ik wil hem gewoon," snikt Rob luid, "alsjeblieft." Frank schudt zijn hoofd en daardoor begint het kind nog harder te huilen. Rob zijn buik doet pijn en ook zijn adem piept. Rob weet zeker dat hij zich nog nooit zo slecht had gevoeld als nu. 

geknechtWhere stories live. Discover now