003

1.9K 114 26
                                    

Het was een hele teleurstelling dat we je niet hadden gevonden in huize Duffeling. Niet alleen de heer vond het zichtbaar naar, ook ikzelf had er problemen mee. Niet omdat je er niet was geweest - het geen waar de meesten moeite mee hadden- maar om een hele anderen reden.

Je was namelijk wel thuis geweest.

Jou hartslag was mij niet ontgaan toen mijn voeten stil hadden gestaan op de deurmat. Het leek haast alsof ik je hart tekeer voelde gaan in je borstkast. Het was namelijk ook jou niet ontgaan dat een groep dooddoeners die enkel kwaad in zin hadden zo dicht bij je hadden gestaan. De angst had ook jou te pakken gekregen.

Na de teleurstelling die we daar hadden ondergaan volgde er enkel meerdere. Overal waar onze lichamen ons brachten bleek jij namelijk niet aanwezig te zijn. Ook hierom leek het goede humeur van ieder ontnomen te zijn. Ieder behalve de mijne. Want hoewel ik het niet kon opbrengen om om je te geven -laat staan om van je te houden- stond het idee van jou dood mij alles behalve aan. Tenslotte hadden we veel meegemaakt samen, de echtheid stond hier echter buiten.

De heer had ons bevolen terug te keren naar onze kamers. Volgens hem waren we een uitschot in zijn ogen, iets waar niemand iets tegen in durfde te brengen. Zodra we de uitverkorenen zouden uitleveren zou het beter worden, zo beloofde mijn vader me. Jij was het ontbrekende puzzelstukje in de puzzel van ons geluk, hoe gek dat ook klonk. Het probleem was enkel dat je dood moest, waardoor er een zwart puzzelstukje geplaatst zou worden in een grijze puzzel.

Zo voelde het namelijk voor mij, Harry. Het voelde alsof jij je zwarte puzzelstukjes had verspreid over mijn puzzel, die van zich zelf al niet kleurrijk was maar met jou erbij alles behalve. Ik kon namelijk aan niets anders meer denken. Ik voelde je hartslag, hoorde je praten en kon je volgen zodra ik mijn oogleden sloot en mijn hoofd aan jou dwong te denken. Hierdoor kreeg ik het gevoel alsof je nog steeds heel dichtbij me was, alsof je nog steeds naast me lag. Maar zodra ik mijn ogen in de ochtend opende zou ik de gestalte van niemand opmerken.

Mijn moeder was uiteraard de eerste die het doorkreeg, zo bleek toen ze na een paar seconden mijn kamer betrad. Haar ogen straalde bezorgdheid uit, die ik enkel kon proberen te ontmoedigen.

'Draco,' klonk haar trillende stem. Voor een moment haalde ze haar hand door haar haren waarna ze twijfelend naar de lege plek op mijn bed keek waar ik zojuist plaats had genomen. 'Mag ik even komen zitten?'

Kort knikte ik met mijn hoofd iets waarmee ik voor de vrouw die ik mijn moeder noemde duidelijk maakte dat ik er content mee was. Niet veel langer voelde ik het bed zachtjes inzakken, iets wat aangaf dat ze inderdaad plaats had genomen.

'Je hebt gelogen,' fluisterde ze zacht. 'Gelogen over wat je vanmiddag hebt ontdekt.'

'Ik weet niet waar je het over hebt,' ontkende ik kalm, niet verbaasd zijnde over het feit dat mijn moeder zich hier bewust van was. Het was tenslotte mijn bloedeigen moeder, de vrouw die mijn geheimen en problemen eerder leek te weten dan ikzelf. 'Draco, het heeft geen nut om te ontkennen. Ik weet dat je de uitverkorene hebt gezien. Ik weet dat je hem had kunnen verraadde, maar dat niet hebt gedaan.'

Het bracht mij totaal niet van mijn stuk dat ze dit mededeelde. In plaats van in de ontkenning te schieten knikte ik kort met mijn hoofd, een daad waarvan mijn moeder en ik lang geleden hadden afgesproken uit te voeren zodra de waarheid werd gesproken. Als teken om elkaar te bewijzen dat het geen wat uitgesproken was klopte.

'Waarom heb je het de anderen niet verteld?' vroeg ze zachtjes. 'Draco, ik wil je helpen. Ik weet dat dit meer van je heeft gevraagd dan jijzelf misschien doorhebt. Je moest een jongen verliefd op je laten worden, een relatie met hem hebben en net doen alsof jullie gelukkig waren samen. Dat laat allemaal een afdruk achter.'

'We waren gelukkig samen, mam.' fluisterde ik zachtjes, en hoewel ik eigenlijk mezelf niet wilde openstellen kon ik niet anders. De vrouw voor me was mijn moeder, een vrouw die er niet om gaf of ik me slecht of goed voelde. Ze zou er voor mij zijn. 'En dat is ook het probleem.'

'Waarom is dat een probleem?' vroeg ze nogmaals op een lieve toon. 'Omdat je niet van hem wil houden?'

'Dat doe ik ook niet,' mompelde terwijl mijn ogen zich losmaakte van het laken en de heldere ogen van mijn moeder vonden. 'Ik houd niet van hem, en dat zal ook nooit gebeuren. Ik mis alleen iemand die om mij geeft voor wie ik ben. Ik mis het gevoel wat ik kreeg zodra hij mijn hand vast pakte, zodra ik van hem kon opbeuren en hij mij. Ik mis het gevoel van liefde die mij geschonken werd van een persoon anders dan mijn familieleden.'

'Je hield niet van hem, maar van het gevoel wat de liefde van hem jou gaf?' vroeg mijn moeder in een samenvattende zin. Weeral kon ik niet anders dan knikken. 'Mam, is dat slecht?' besloot ik uiteindelijk te vragen. Nog nooit -in geen enkel boek- hadden mijn ogen ooit gelezen dat iemand enkel van een ander hield voor het gevoel. Het gevoel van macht over een ander, maar ook het gevoel van liefde. Het gevoel van bescherming. Ik realiseerde me dat alles wat ik met jou had meegemaakt zo had gevoeld. Beschermend, geliefd en machtig.

'Nee, natuurlijk niet lieverd,' klonk haar stem. 'Je moet enkel oppassen dat je nu geen dingen gaat doen waar je later spijt van zult krijgen. Nu je je zo leeg voelt.'

Ik wilde mijn mond openen om haar laatste zin te ontkrachten. Tot ik realiseerde dat haar woorden een kern van waarheid bevatte. Want hoe raar het ook klonk, het voelde leeg.

Leeg zonder de jongen die ik bedroog voor een fors aantal weken. Leeg zonder het volhouden van een leugen. Dus deed ik het enigste waar ik daadwerkelijk goed in was.

Ik ging opzoek naar een nieuwe leugen.

Not all Gryffindors are GoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu