015

1.3K 86 131
                                    

Vraag voor dit hoofdstuk: Wat is je geluksgetal?

Mijn antwoord: De mijne is of 6, of 28. Ik heb er gewoon twee voor het geval eentje niet werkt :)

Jullie antwoord: ...

_______________

'Dus je hebt seks gehad?' vroeg Korzel terwijl hij me met trotse ogen aankeek. Alhoewel ik ook een klein beetje jaloezie bespeurde, iets wat verklaard kon worden door het feit dat hij hoogstwaarschijnlijk nog nooit seks had gehad.

'Dat zeg ik toch net, idioot,' siste mijn stem waarna ik nogmaals een slok koffie mijn keel in liet glijden. De pijn die in mijn hoofd bonkte zorgde ervoor dat zelfs het zachtste geluidje ervoor kon zorgen dat de pijn verdubbelde. De kater was de nacht met Patty echter waard.

'Goed gedaan man, het werd tijd dat je weer eens je weet wel; je ding ging doen,' beloonde Kwast me met een minder opgelaten stem die weergaf dat ook hij last had van een kater. Met een schuin oog vond ik de ogen van Zabini, die in tegenstelling tot mijn vrienden me niet trots of zelfs blij aankeek. In zijn ogen bespeurde ik enkel teleurstelling. Iets wat me meer deed dan ik hoopte dat het zou doen.

'Daar ben je!' hoorde ik de hoge stem van Patty boven al het geroezemoes in de zaal uitkomen. Haar stem zorgde ervoor dat er een rilling over mijn rug trok en de hoofdpijn ondragelijk werd. Behoefte aan haar gezeur had ik totaal niet, haar stem kon ik nauwelijks meer aanhoren. 'Zo te zien hebben jullie het al gehoord,' kirde ze met een stem gevuld met enthousiasme. 'Dray en ik zijn nu een stelletje.'

'Pardon?' vroeg ik terwijl mijn wenkbrauwen opgetrokken werden. 'Wie heeft daar iets over gezegd?'

'Jij,' zei Patty die direct een pruillipje trok. 'Gisternacht vroeg je het me.'

'Denk je nou werkelijk dat ik zo dronken was om jou te vragen, Patty? Ik moet minstens alle drank in de wereld hebben gedronken om jou vriendje te zijn.'

'Pardon?' vroeg ze met een hoge, beledigde stem. 'Precies ja: pardon? Ik hoef niks van je, dus laat me nu met rust want ik heb al genoeg hoofdpijn zonder jou gezeur aan te hoeven horen.'

De hele zaal was opgehouden met spreken en alle ogen waren nu op ons gevestigd, iets wat me een déjà vu momentje opleverde. De dag dat wij samen onze relatie bekend hadden gemaakt had iedereen ook sprakeloos meegeluisterd naar onze woorden. Woorden die weergaven hoeveel we van elkaar hielden. Enkel waren dat leugens.

'Meneer Malfidus en mevrouw Park, ik vind het erg vervelend dat jullie uit elkaar gaan maar dit interesseert niemand,' sprak de kille stem van professor Sneep. 'Ik stel voor dat jullie allebei de zaal verlaten en je schamen voor deze gebeurtenis. Niet iedereen hoeft op de hoogte gesteld te worden van jullie relatieproblemen.'

'Prima,' snauwde Patty wiens ogen gevuld werden met tranen. Samen met het meisje die gister ook bij haar was stormde ze de zaal uit. De deur viel met een doffe dreun achter haar dicht.

'Fijn dat dat is opgelost,' zei professor Sneep goedkeurend waarna hij zich tot mij wendde. 'Ik verwacht u vanavond om stipt zeven uur in mijn kantoor zodat we hier over kunnen praten. Voor nu wil ik dat je de zaal verlaat, Malfidus.'

Een zucht rolde over mijn lippen maar tegen de woorden van de oudere man in gaan deed ik niet. Mijn lichaam werd opgehesen waarna ik met trage passen de zaal uit glipte. Net voor ik de zaal uit kon vluchten vonden mijn ogen die van het Wemel meisje voor een momentje, die  nog steeds haat weergaven maar nu ook iets anders: medeleven.

Eenmaal de zaal uitgelopen besloot ik mijn weg te verzetten in de richting van het pleintje. Een beetje frisse lucht kon wellicht helpen tegen een kater, of hem op zijn minst verminderen.

De koude lucht viel me onmiddellijk aan zodra ik de buitenwereld betrad. Automatisch nam ik tegen een muurtje aan plaats zodat ik niet enkel mijn lichaam kon verwarmen door het dicht bij elkaar te houden maar ook omdat de lucht me niet direct te pakken kon krijgen.

'Wat je daar binnen deed was het beste,' klonk de stem van Zabini die me had gevolgd. Iets wat me absoluut niet verraste. 'Ik weet niet wat er met je aan de hand is, maar je doet vreemd.'

'Er komt een oorlog aan, het lijkt me nogal vanzelf sprekend dat ik me dan "vreemd" gedraag,' mompelde ik, dit maal niet op een boze toon. Hoewel ik het liefste Zabini wilde afsnauwen weigerde mijn hart dit. Hij was mijn beste vriend en de enigste van wie ik op aan kon. 'Dat is niet waar, tenzij je weet dat je tegen iemand moet gaan vechten die je lief is.'

'Bedoel je daar Potter mee?'

'Dat heb ik nooit gezegd,' reageerde hij waarna hij naast me plaats nam. 'Ik wil enkel zeggen dat je jezelf niet hoeft te veranderen. Niemand vind het erg dat je op jongens valt, en ik al helemaal niet.'

'Denk je dat ik daar mee zit?' vroeg ik waarna een lachje mijn lippen verliet. 'Dat is wel het laatste waar ik op dit moment mee zit.'

'Is het dan omdat hij de vijand is?' vroeg Zabini verder en het liefste had ik hem weggeduwd. Want dat doen mensen zodra iemand te dichtbij tracht te komen. Wegduwen. En het liefste zo ver mogelijk van je vandaan. 'Het is omdat ik nooit van hem heb gehouden.'

'Draco, je weet toch dat je niet hoeft te liegen tegen mij.'

'Ik lieg niet,' reageerde ik terwijl ik mijn koude hand op mijn voorhoofd plaatste in de hoop dat een beetje pijn zou verdwijnen. Iets wat uiteraard niet gebeurde. 'Tegen jezelf liegen is nog erger dan tegen mij liegen, weet je dat?'

'Dit heb ik eerder gehoord,' mompelde ik terwijl een misselijk gevoel zich in mijn lichaam nestelde. 'Er zijn dus meer mensen die vinden dat je eerlijk moet zijn. Jullie verdienen het beide om gelukkig te zijn.'

'Ik ben een dooddoener Zabini, en hij de uitverkorene. Dus zelfs al waren mijn gevoelens echt geweest was het toch niets geworden. Ik heb enkel mijn opdracht naar behoren uitgevoerd zoals hoorde, meer niet.'

'Daar hoef je niet bang voor te zijn, de heer hoeft er tenslotte niet achter te komen. En als hij dat wel doet dan...'

Mijn ogen waren gericht op de lippen van Zabini waardoor ik me bewust was van het feit dat verschillende woorden zijn lippen verlieten. Maar ze horen kon ik niet langer. Langzaam maar zeker voelde ik hoe alles rondom mij begon te draaien en wazig werd.

Net voor ik dacht dat ik het bewustzijn zou verliezen trok er een schok door mijn lichaam heen en kwam ik ergens anders weer terecht. In het midden van een bos. De plaats kwam mij niet bekend voor, maar zodra ik een bekende stem hoorde besefte ik wat er gaande was.

'Hermelien, rennen!' hoorde ik jou roepen waardoor ik besefte dat ik weeral verplaats was.

Not all Gryffindors are GoodМесто, где живут истории. Откройте их для себя