010

1.5K 96 86
                                    

Vraag voor dit hoofdstuk: Wat is je favoriete kerstliedje?

Mijn antwoord: All I want for christmas is you  van Mariah Carey, geen namaak/cover van iemand anders maar echt van haar. Dit liedje zorgt er niet enkel voor dat ik naar kerstmis smacht maar ook naar een relatie ;P Maar vooral omdat het deuntje gewoon leuk is en ik de tekst ken, en daarom dus ook automatisch mee kan zingen/krijsen!

Jullie antwoord: ....

_____________

Langzaam verstreken de dagen, en zo ook de eerste lesweek op Zweinstein. Hoewel de schooldagen lang waren en het huiswerk veel te veel was hield ik vol. Ik hoefde tenslotte nog maar een jaar, daarna had ik mijn diploma en zou mijn rol in het leger enkel groeien. Nu kon ik nog weinig voor hen doen, maar zodra ik voor altijd Zweinstein zou verlaten kon ook ik ingezet worden, iets waar ik naar uit keek.  En ik was niet de enigste, iedereen in Zwadderich voelde die behoefte, de een wat sterker dan de ander maar iedereen voelde het. Dat hadden we gemeen, en het gaf mij en soort van aanzien. Er kwam dagelijks wel iemand naar me toe die me het hemd van het lijf ondervroeg. Ik vond het niet erg, absoluut niet. Het gaf mij en -indirect- mijn vrienden oppepper voor ons zelfvertrouwen, wetende dat het nu de tijd was waarin iedereen ons zag.

Eerstejaars keken ons angstig na, terwijl sommige mensen ons met een blik vol walging aankeken. De kinderen die het waagde dat te doen konden rekenen op een onderonsje met Korzel of Zabini, iets wat hen altijd bij zal blijven. Sommige hadden een bloedneus, andere moesten zelfs naar de ziekenzaal. Alles werd goedgekeurd door het nieuwe schoolhoofd. Hij gaf er simpel weg niets om.

De enigste die er wel openlijk iets om gaf was Ginny Wemel. Ze stond er altijd bij als we iets deden wat professor Perkamentus nooit goed had gekeurd. Hoewel ze er nooit iets van zei keek ze altijd met een blik gevuld met afkeer in haar ogen. Nooit had ik iemand toestemming gegeven haar aan te raken met een vinger, wetende dat ze belangrijk was voor jou. Zolang ze haar mond niet opende kon ik haar negeren, toch wist ook ik in mijn achterhoofd dat de dag waarop ze er wel degelijk haar mond zou openen. Ik kon dan misschien niet ontkennen dat ze dapper was en loyaal, dom was ze in ieder geval.

'Dray, denk je dat professor Sneep ons dit jaar naar Zweinsveld laat gaan?' vroeg Patty terwijl ze een flinke lepel aardappelpuree op haar bord schepte. De avond was rondom Zweinstein gevallen, en na een lange dag vol het oefenen van spreuken genoot ik van het eten wat mijn maag zou vullen. 'Alsof mij dat iets uitmaakt,' reageerde ik onbewust op een snauwerige toon. Direct nadat ik de woorden had uitgesproken en de gekwetste blik in haar ogen zag verscheen er een grijns rondom mijn lippen. 'Als hij ineens besluit dat we er niet meer heen mogen hebben de derdejaars pech, dan mogen ze nooit meer iets leuks doen.'

'Oh je hebt helemaal gelijk!' beaamde ze me, net iets te enthousiast mijn woorden. Zelfs Zabini -die normaal gesproken zich bijzonder ongemakkelijk voelde als Patty een flirtpoging deed- keek op en rolde zijn ogen. Ieder woord wat mijn lippen verliet aanbad ze, en hoewel ik iemand nodig had om me vast te houden weigerde ik dat haar te laten zijn. Onbewust deed het me aan jou denken, aan hoe jij van me hield en me de liefde gaf ik waar ik naar smachtte. Die liefde die ik als het ware nodig had om mezelf te voedde.

'Zeg Patty, mijn pompoensap is op en zo te zien heeft die eerstejaars uit Huffelpuf nog wel wat. Zou je dat voor mij willen halen?' vroeg ik aan haar, wetende dat ze dit direct zou doen. Mijn pompoensap was misschien wel op, behoefte aan een nieuwe beker had ik echter niet. Ik wilde gewoon dat Patty heel even wegging, al was het maar voor enkele secondes. 'Natuurlijk doe ik dat voor je, Dray!' kirde ze, en uit de toon waarop ze sprak kon ik opbrengen dat ze het waardeerde dat ik haar hulp nodig had. Zodra ze haar lichaam van het bankje hees en weg waggelde deed ik hetzelfde, zonder het waggelen tenminste. 

Het kon me op dat moment vrij weinig schelen dat ze ongetwijfeld gekwetst zou zijn zodra ze zag dat ik er niet meer zat, ik wilde gewoon heel even zonder haar zijn. Zabini knikte naar me toen ik hem passeerde en nadat ik kort terug knikte beende ik de zaal uit. Mijn benen brachten me onbewust naar een kamer waar ik vele uren had doorgebracht met jou: de kamer van hoge nood. Het was echter pas toen ik erin stond en met mijn rug tegen de muur aanleunde dat ik realiseerde waar ik was.

Een plek waar voorheen enkel jij en ik bestonden. Een plaats waar ik je kon vasthouden en jij me kon vertellen dat je van me hield. Een plaats waar ik je loze beloftes deed, zoals de belofte altijd over je te waken. Nu stond je aan de andere kant, en was het mijn doel jou te doodde. Al wist ik dat ik die daad nooit over mijn hart zou kunnen verkrijgen.

'Ik dacht al dat ik iemand hoorde,' klonk een stem, eentje die ik enkel kon linken aan Loena Leeflang, een meisje wat ik persoonlijk niet kende maar vaker rondom jou had gezien. 'Wat doe je hier, Draco?'

'Ik geloof dat ik die vraag ook prima aan jou kan stellen,' reageerde ik kalm, alsof ik net niet heel even van mijn stuk was gebracht. Om heel eerlijk te zijn wist ik niet waarom ik in die kamer stond, met mijn rug tegen een muur aan. Ik wist niet waarom ik niet gewoon naar mijn kamer was gegaan.

'Dat is natuurlijk ook prima, al kon je best zeggen dat je het niet wist,' sprak Loena zachtjes. Haar haren waren samengebonden in twee vlechtjes die op haar schouders rustte. Haar ogen keken me vriendelijk aan, alsof ze me niet beoordeelde. Enkel wist ik dat ze dit wel deed. Iedereen had tenslotte een mening over me.

'Wat wil je van me?'

'Niks, ik was hier gewoon toevallig en jij ook. Dat kan gebeuren,' mompelde ze. Haar ogen gleden kort over me heen maar bleven haken bij mijn hals. 'Mag ik?' vroeg ze.

Uiteraard had ik geen idee waar ze oversprak, iets wat ertoe leidde dat ik geen antwoord gaf op haar vraag. Dit leek enkel een teken voor haar dat zij mocht doen wat ze bedoelde. Binnen enkele seconden stond ze zo dicht tegen me aan dat ik haar ademhaling voelde tegen mijn hals. De warme wolkjes zorgde voor een huivering door mijn lichaam, iets wat verklaard kon worden door het feit dat ik het haatte als mensen dichtbij me stonden.    

Ik voelde hoe haar handen de ketting achter mijn blouse vandaan trok, waarna ze hem kort in haar handen hield. Het rode steentje lag in haar handen, en zorgde voor een glimlach rondom haar lippen. 'Harry heeft hem ook nog om, wist je dat?' vroeg ze kort. Voor een moment voelde het alsof alle lucht uit mijn longen werd geperst en mijn hart stopte met kloppen. Je droeg hem nog, na alles wat ik je had aangedaan kon je er nog steeds geen afstand van doen.

Zelf had ik hem ook nog om, al kon ik niet zeggen waarom. Ik wist het simpelweg niet. Zonder hem voelde het alsof ik alle controle kwijt was, alsof ik niets meer te zeggen of te doen had.

'Het is een magische steen, wist je dat? Ze zeggen dat hij voor de liefde staat,' sprak Loena weer, waarna ze de ketting terug achter mijn blouse duwde. 'Ik weet niet waar die andere voor staan, maar deze staat niet voor liefde. En als je me nou even wil excuseren, ik ga belangrijkere dingen doen,' snauwde ik kort waarna ik de kamer van hoge nood uit beende, met de ketting tegen mijn hart aan gedrukt.

Not all Gryffindors are GoodWhere stories live. Discover now