047

1.3K 82 65
                                    

W A R N I N G: L A A T S E H O O F D S T U K

__________________

Mijn adem zorgde ervoor dat een wolkje van waterdamp op de raam terecht kwam. Rondom klonken stemmen van tientallen mensen die ik probeerde weg te duwen. Ze spraken, zeiden woorden zonder mening tegen elkander enkel om de stilte te doden. Een stilte die in mijn hoofd werd gevuld door pijn.

Drie weken geleden had jij jezelf voor mij opgeofferd, drie weken geleden had ik jou moeten laten gaan. Het was niet eerlijk hoe ik al zoveel mensen had moeten afgeven, het was niet eerlijk dat ik jou had moeten afgeven.

Buiten de trein die door het land raasde begonnen regendruppels op de grond te vallen. De aarde zoog de waterdruppels gretig op, dorstig naar water. Voor een moment liet ik mezelf toe om mijn ogen te sluiten en voor een moment alles rondom me te vergeten. Een intenste pijn rustte in mijn hart, eentje die enkel leek toe te nemen naarmate de dagen verstreken.

'Mag ik hier komen zitten?' haalde een zacht stemmetje me uit mijn gedachte. Direct opende ik mijn ogen om een klein meisje te begroeten wiens handje in die van haar moeder lag. Het meisje had een donkerdere huidskleur en zacht bruine ogen die me onder haar wimpers door nieuwsgierig aankeken. Ik kon het haar niet kwalijk nemen, wetend dat onder mijn ogen zwarte kringen zaten en mijn haar door elkaar zat. Drie dagen lang had ik in jou huis doorgebracht, spullen die ooit aan jou hadden toebehoord verzamelt samen met je moeder. Haar ogen hadden drie dagen lang niets anders dan pijn uitgestraald, al bedankte ze me bij het afscheid. Voornamelijk voor de liefde die ik aan jou had geschonken, liefde die zo puur was dat haar ogen er betraand van werden.

'Natuurlijk,' reageerde ik met een schorre stem. Ondanks dat ik enkele seconde niet had geantwoord kwam het meisje voorzichtig naast me zitten, haar hand nog steeds rustende in die van haar moeder. Ik glimlachte met de nodige moeite naar de twee en liet vervolgens mijn ogen weer op de buitenwereld rustte. De ijzige lucht buiten deed me onbewust aan jou prachtige ogen denken, ogen die nooit meer geopend zouden worden. Het deed me ook denken aan de kou van je handen, van je lichaam en tegelijkertijd aan de warmte in je stem zodra je tegen me sprak. Alles rondom me leek te draaien, waarna ik wanhopig de stoelleuning beetpakte.

'Bent u niet de Harry Potter?' vroeg het kleine meisje naast me nieuwsgierig, en totaal niet voorzichtig. Ik hoorde op de achtergrond hoe haar moeder bestraffend haar naam siste, in de hoop dat haar dochtertje nooit meer zo tegen iemand zou spreken. 'Dat klopt,' reageerde ik tot haar verbazing, en tot mijn eigen. 'Maar je hebt toch een oorlog gewonnen?' vroeg ze verder waarna haar ogen mijn gezicht af scande. 'Dan zou je toch blij moeten zijn?'

'Felisa!' zei haar moeder nogmaals bestraffend. 'Mijn excuses meneer Potter, normaal vraagt ze niet zomaar dingen aan mensen.'

'Het geeft niets,' reageerde ik hierop, al kon ik het niet opbrengen om naar de twee te glimlachen. 'En je hebt gelijk, Felisa. Ik zou ook wel blij willen zijn, al kan ik dit niet omdat iemand van wie ik heel veel hield is gestorven.'

De bolle bruine oogjes van Felisa werden enkel groter, waarna ze me geschokt aankeek. 'Is hij vermoord tijdens het vechten?'

Voor een moment moest ik slikken voordat ik haar vraag kon beantwoorden. 'Hij is vermoord, alleen niet tijdens het vechten. Voordat ik Voldemort kon vermoorden heeft hij mij geprobeerd te vermoorden. Mijn geliefde sprong ervoor en heeft de klap voor me opgevangen.' Hoezeer het me ook pijnigde om erover te praten deed ik het toch, jou heldendaad mocht nooit vergeten worden. Je verdiende meer eer dan ik, aangezien ik zonder jou nooit de kans zou hebben gekregen om Voldemort te doden.

'Het spijt me heel erg meneer Potter,' reageerde vrouw op moederlijke en gemeende toon na enkele seconde. 'Uw geliefde is een held meneer, ik weet heel zeker dat ze heel veel van u houdt.'

'Het was een hij,' reageerde ik kalm op haar woorden. 'Hield u van hem?' vroeg het kleine, bruinharige meisje. 'Net zoals mama van papa houd?'

'Ik hou nog meer dan dat van hem,' reageerde ik met een klein glimlachje denkend aan hoeveel ik van je hield. 'Hij hield denk ik net zoveel van u, meneer. Zo te horen misschien nog wel meer.'

Voor een moment wist ik niet wat te zeggen, enkel omdat ieder woord wat de lippen van het kleine meisje verliet me direct weer aan jou deed denken. Aan wat ik had verloren.

'Hoe heette hij?' vroeg Felisa. 'Je geliefde bedoel ik.'

'Zijn naam was Draco Malfidus,' zei ik haast fluisterend je naam. De steen die direct in mijn maag ontstond voelde zwaar aan. Het was iets wat ik sinds de ceremonie op Zweinstein om de doden te herdenken had gevoeld. Zabini had voor jou gesproken met een vast stem. Hij had ieder verteld wat voor goede vriend, zoon, neef en uiteraard wat voor goed vriendje je was geweest. Uiteindelijk hadden we alle onze staf opgeheven en de lucht verlicht met onze lichtjes, denkend aan ieder die we waren verloren maar nooit zouden vergeten. Mevrouw Wemel, George en Hermelien hadden de hele ceremonie naast me gezeten, we hadden elkaar er doorheen gesleept.

'U bedoeld Draco Malfidus, die bevriend was met mijn neef?' vroeg het kleine meisje ditmaal met een bedenkelijke blik rustend in haar ogen. 'Als Zabini jou neef was, dan ja. Dat is mijn Draco.'

'Maar dan heb ik iets voor u!' zei het meisje, waarna ze uit haar zak een klein briefje viste. 'We komen van mijn neef af, en hij heeft mij dit meegeven om af te geven aan u. Ik durfde het u enkel niet direct te geven.'

Bedenkelijk pakte ik het briefje uit haar kleine handjes. Voor enkele minuten kon ik niet anders dan ernaar te staren, niet zeker wetend of ik het wel aankon. Tot ik besloot het te lezen, voor jou. Direct bij het lezen van de eerste woorden sprongen de tranen in mijn ogen.

"Lieve Harry, Deze brief zal jou nooit bereiken, echter wil ik hem toch schrijven."

Met moeite begon ik te lezen, woord voor woord lettergreep voor lettergreep. Ik mocht geen enkel woord overslaan, alles wat jij had opgeschreven moest ik lezen. Je schreef over hoezeer het je speet, over het leven van mijn vrienden (Marcel, Ginny, Loena en zelfs Cho), je omschreef je nachtmerries, angsten en zorgen. Maar wat je bovenal beschreef was je liefde voor mij.

"Zodra ik nu terug kijk op wat er toen is gebeurd ontstaat er een brok in mijn keel, word ik duizelig of krijg ik de neiging mijn hoofd tegen een tafel aan te slaan. Ik ben tot het besef gekomen dat wat wij hadden weldegelijk iets voor me betekende."

Het feit dat je omschreef dat je iets voor me voelde stak me recht in mijn hart, wetend dat je dit had geschreven in de periode waarin ik het nog niet wist. Je had al die tijd al van me gehouden, al kon je die gevoelens niet binnenlaten en accepteren.

De tranen liepen ondertussen voor de zoveelste keer deze dag over mijn wang. Voor ik de laatste regels kon lezen keek ik. 'Bedankt dat je me dit hebt gegeven,' mompelde ik tegen het meisje voor me, waarna ik het perkament stevig tussen mijn handen klemde. 'Bedankt,' mompelde ik nogmaals. Mijn hand vond het kettinkje wat om mijn nek ging en voor een moment wreef ik erover heen voor ik mezelf de laatste woorden liet lezen.

"Dus als laatste wil je je vertellen dat het dragen van mijn ketting weldegelijk iets betekend Harry. Het betekend dat ik nog steeds van je houd. Liefs, jou Draco."

Onbewust merkte ik hoe ik mijn ogen op de kille buitenlucht richtte, en nog voor ik in tranen uitbarste wist ik een paar woorden te fluisteren. 'Voor mij betekent het net zoveel,' fluisterde ik, al kon ik ditmaal je hartslag niet meer door het kettinkje horen. Hij bleef stil op mijn borst hangen.

Hij zou voor altijd stil blijven.

Not all Gryffindors are GoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu