012

1.4K 88 93
                                    

De vraag voor dit hoofdstuk: Wat is je favoriete seizoen?

Mijn antwoord: Winter! Ik houd namelijk heel veel van sneeuw, chocolademelk, donkere dagen, warme baden die fijn aanvoelen als het buiten koud is, dikke truien, mutsen, sjaals, handschoenen en mijn onsie! Plus er zijn geen muggen die je wakker houden, geen intense hitte waarin je haast stikt, niet teveel regen en geen insecten!

Jullie antwoord: .....

__________________

'Als hij het nog maar waagt om één maal zo te spreken tegen jou dan zal ik hem eens een lesje leren!' siste Patty tussen haar tanden door, verwijzende naar de jongen die zijn mond niet kon houden. Hoewel ik maar half naar haar luisterde waardeerde ik het feit dat ze het voor me op had genomen. De relatie tussen mij en het meisje met de donkere haren was misschien niet uiterst best, haar waarderen kon ik wel.

'Ik vond het ook een beetje te ver gaan,' bemoeide Zabini zich met de woorden van Patty. 'Het geeft niets jongens, echt niet,' probeerde ik de discussie te stoppen. Dat de jongen het waagde om iets te zeggen was al niet prettig, daar over door praten al helemaal niet. Het was ook nutteloos, aan zijn gedrag zouden we op die manier niets veranderen. 'Natuurlijk wel, niemand mag zo praten over jou. Of tegen jou,' gaf het meisje voor me tegengas.

'Het was niet enkel tegen mij, Potter heeft hij ook goed beledigd,' verdedigde ik mezelf, of misschien zelfs wel de jongen. Professor Sneep stond voor het bord met een lage stem uit te leggen, iets waardoor we genoodzaakt waren zachtjes te praten. 'Potter zal niet al te vrolijk reageren als hij dit te horen krijgt,' gniffelde Patty, en aan de glans in haar ogen te zien leek het haar een goed idee dit aan jou te vertellen. 'Daar schiet je niets mee op,' bemoeide Zabini zich weeral. 'Dan word hij direct als verrader afgeschreven.'

'Persoonlijk denk ik van niet,' mompelde ik. 'Potter zou hem alsnog toestaan in zijn leger. Ze zijn met iedereen blij.'

'Nog een voorbeeld waarom zij geen goede leiders zijn. Al die modderbloedjes, halfbloedjes en bloedverraders zijn voor geen haar te vertrouwen.'

'Ik vrees dat ik je daarin gelijk moet gev--'

Halverwege mijn zin werd ik afgekapt door een doffe dreun. Professor Sneep had voor mijn neus een krijtje neergelegd en keek me met zijn donkere ogen emotieloos aan. Hij stond zo dichtbij dat zijn adem in mijn gezicht leek te streken. 'Als u alles al zo goed weet dat u kan zitten kletsen meneer Malfidus denk ik dat jij mij ook het antwoord van de vraag kan geven die ik zojuist gespeld heb. Daarom mag u het op het bord gaan schrijven.'

Het verzoek van professor Sneep zorgde ervoor dat mijn hart voor een moment stopte met kloppen. Opgelet had ik niet, laat staan dat ik het antwoord wist. Toch weigerde ik het om me te laten kennen, een beslissing waardoor ik genoodzaakt was er het beste van te maken. Zonder een woord tegen professor Sneep te zeggen viste ik het krijtje van de tafel en maakte ik traag mijn weg naar het bord.

Wat het antwoord precies zou worden op de vraag die ik nooit gehoord had wist ik niet. Echter vroeg ik niet nogmaals naar de vraag wetende dat het me punten aftrek zou opleveren. Een onzin antwoord weliswaar ook, maar proberen kon altijd.

Langzaam bracht ik het krijtje met mijn hand in de richting van het zwarte oppervalakte, al kwam het er niet van om te schrijven. Voor ik namelijk ook maar een letter op het bord had kunnen zetten voelde ik een lichte schok door mijn lichaam trekken. Een schok die mij direct naar een andere ruimte bracht: het ministerie.

Mijn lichaam leek naar een andere plek te zijn gebracht zonder dat het mogelijk was om te verdwijnselen. Ook wilde ik niet naar het ministerie, al werd ik echter nog erger verbaasd toen jij in mijn zicht kwam. Je voeten brachten je als een razende naar een voor mij onbekende plaats. Naast je rende Hermelien, en achter jullie Ronald.

Voor een moment bevroor het bloed in mijn lichaam, tot je een paar meter van me af voorbij raasde. 'Hou ze tegen!' hoorde ik een man roepen. Zijn voeten brachten hem in de richting waarin jullie verdwenen waren. Ik herkende hem niet, noch de mannen die met hem mee de achtervolging in zetten. Toch begreep ik wat er aan de hand moest zijn. Ongetwijfeld hadden jullie ingebroken - wat hoogstwaarschijnlijk jou idee was- en waren ontdekt.

De mannen kwamen steeds dichterbij, één van hen kon je haast aanraken. Direct kwam mijn lichaam in actie en zonder dat ik het zelf doorhad rende ook ik achter jullie aan, enkel om een andere reden. Voor de man namelijk jou ook maar met een vinger kon aanraken sprong ik op hem.

Hij was zodanig geschrokken van mijn actie dat zijn lichaam onder de mijne verstijfde. Met een doffe dreun kwamen we beide op de grond terecht, een actie waarbij de man zodanig zijn hoofd stootte dat hij buiten bewust zijn raakte. Niemand rondom ons leek het op te merken, iets waardoor ik zonder enige problemen weeral achter jullie aan te rennen.

'We moeten hier weg zien te komen!' hoorde ik Hermelien zeggen, waarna je haar hand vast pakte en je weg vervolgde richting de poortjes waardoor je van plaats naar plaats kon reizen. Dat jullie via hen probeerde te reizen kwam niet als een verassing, al kreeg jullie actie onbewust respect.

Op klaarlichte dag naar de plaats gaan waar je vooral niet heen moest gaan was misschien wel enkel te omschrijven als achterlijk voor de meesten. Voor mij viel het ook als uitzonderlijk te omschrijven.

'Ze ontsnappen!' riep een man haast in mijn oor. Tientallen mannen vervolgde op een snelle manier hun weg in de richting waarop je vrienden en jij zojuist waren verdwenen. Hen allen tegenhouden kon ik haast niet. Al kon ik het niet laten om niets te doen. De foldertjes met daarop jou gezicht lagen binnen handbereik, iets waardoor ik geneigd was die rond te strooien zodat iedereen verward werd. Pas als alle mensen rondom mijn lichaam mee konden werken konden mijn acties succes hebben.

Dat was ook het geen wat me over de streep haalde om het te doen. Het kostte me een enkele seconden om de folders de lucht in te schieten, het leverde echter voor jullie enkele seconden voorsprong op. Wat genoeg was om veilig weg te komen.

Het laatste wat ik zag was het lichaam van Ronald wat door het poortje sprong voor ik met een flits weer terug werd gebracht naar het lokaal waar mijn lichaam zojuist nog had gestaan.

Het krijtje glipte uit mijn vingers en viel met een kleine dreun op de grond. Enkele miniseconden daarna voelde ik hoe mijn lichaam verzwakte. Langzaam werd mijn beeld zwart en viel ook mijn lichaam met een doffe dreun op de grond.

Not all Gryffindors are GoodWhere stories live. Discover now