017

1.2K 86 78
                                    

Vraag voor dit hoofdstuk: Waar was je vroeger als een kind echt heel bang voor?

Mijn antwoord: Het is heel erg maar ik was doodsbang voor haaien, zo bang zelfs dat iedere keer dat ik ging zwemmen de angst dat er een haai in het water zou zitten me van zwemmen weerhield. Ook heb ik vaak huilend wakker gelegen omdat ik bang was dat er misschien een haai onder mijn dekens zat, iets wat natuurlijk complete onzin is aangezien haaien in het water leven en niet onder dekens. En in de Efteling durfde ik tijdens de film die word afgespeeld in de Panda droom nooit te kijken naar de haai. Volgens mij kan ik sinds twee jaar die film pas helemaal kijken. Ik ben nu veertien dus dat is best wel sneu eigenlijk :)

Jullie antwoord: ....

(Ik weet trouwens niet of ik het jullie heb verteld, maar jullie mogen zelf ook vragen insturen die ik dan stel en zelf uiteraard antwoord op geef. Ik ben namelijk heel erg benieuwd wat jullie misschien van mij en elkaar willen weten. Je naam word er uiteraard bij genoemd!)

_________________

Het duurde slechts enkele minuten voor Zabini erin geslaagd was professor Sneep te vinden en bij me te brengen. Deze minuten waren echter gevoelsmatig langer, aangezien mijn lichaam me ervan weerhield ook maar iets te doen. Het feit dat ik geen idee had waarom mijn lichaam er zo aan toe was beangstigde me. Wellicht was het een blijvend iets en zou ik nooit meer instaat zijn te bewegen. De kans dat het niets was bestond uiteraard ook nog, ik koos ervoor om het slechtste te denken zodat het enkel mee zou kunnen vallen.

'Hij kan echt niet bewegen, professor,' vulde de bezorgde stem van Zabini mijn gehoorgang waarna de twee mannen voor me kwamen staan. Aan de blik in de ogen van professor Sneep kon ik zien dat hij niet wist wat er aan de hand met me was, en dat beangstigde me. Een nieuw geval op Zweinstein zijn kon niets positiefs betekenen.

'Wat is er precies gebeurd?' vroeg de oudere man, maar zodra ik mijn mond wilde openen onderbrak hij me. 'Deze vraag is aan meneer Zabini gericht.'

'We waren aan het praten toen de ogen van Draco uit het niets naar achter rolde zodat ik alleen zijn oogwit nog kon zien. Zijn lichaam begon een beetje te trillen, dat hield echter op naar enkele seconde. Ik geloof dat hij vier minuten zo heeft gezeten en wat ik ook probeerde ik kon hem niet terug halen. Toen zijn ogen weer terug rolde merkte hij op dat hij niet langer in staat was om te bewegen.'

Bij het horen van de woorden die mijn vriend uitsprak trok er onbewust een rilling door mijn lichaam omdat ik me er niet bewust van was hoe het eruit zag. Ik zou het verschrikkelijk vinden om mijn beste vriend zo te zien, wetend dat er niets was wat ik er tegen kon doen.

'En dit is vaker gebeurd, klopt dat?' vroeg het schoolhoofd waarna hij naast me kwam zitten en mijn arm probeerde te bewegen, iets wat hem zonder enige moeite lukte. 'Dat klopt, professor, die ene keer in uw les. Maar daarna viel hij flauw, denkt u dat er een verband tussen deze twee situaties zit?'

'Daar wil ik achter komen, meneer Zabini zou u hem naar mijn kantoor willen dragen?'

'Natuurlijk meneer,' reageerde de jongen met de donker getinte huid direct waarna hij zonder enige moeite me de lucht in kreeg. De twee mannen liepen zonder nog enige woorden met elkaar te wisselen terug het kasteel in, naar het kantoortje van professor Sneep. Sinds hij in het kantoor van professor Perkamentus was getrokken had het een donkere gloed gekregen. De schilderijen op de muur glimlachte niet meer zodra we binnenkwamen, door alle drankjes hing er een vreemde geur in de lucht en er stonden niet langer bloemen.

'Zet hem neer in de stoel,' beval de oudere man, iets wat hij direct deed. Hierna stuurde hij hem direct weg, een daad die niet zonder tegen sputteren gedaan kon worden. Helaas had mijn vriend niet dezelfde macht die het schoolhoofd had. Wat er toe leidde dat hij uiteindelijk ook vertrok.

'Ik wil dat je al mijn vragen eerlijk beantwoord, meneer Malfidus,' beval de professor ook mij terwijl hij ingrediënten van een drankje samen in een pannetje goot. 'Toen je ogen achterin je hoofd rolde, bleef je toen op dezelfde plaats?'

'Nee,' zei ik met een krakende stem. 'Waar was je dan?' vroeg hij verder zonder me direct aan te kijken. 'Bij Harry.'

'Bedoel je bij meneer Potter?' vroeg de man die ditmaal me aankeek. 'Hoe?'

'W-Weet ik niet,' verlieten de woorden mijn lippen met enigszins moeite. 'U bedoeld dus dat u geen idee hebt hoe u van Zweinstein naar de locatie van Harry Potter bent gereisd, zonder dat uw lichaam mee ging. Was meneer Potter zich ervan bewust dat je bij hem was?'

'N-Nee, hij k-kon me niet zien. Of h-horen.'

'En dit is nog maar twee maal gebeurd?' vroeg de man verder terwijl hij naar me toe kwam. 'Drink dit, het zal je energie geven waardoor je waarschijnlijk weer kunt bewegen.'

Ik kon niet veel tegen zijn bevel inbrengen, iets wat er toe leidde dat mijn mond geopend werd en het drankje recht mijn slokdarm in werd gegoten. De smaak die het achterliet was walgelijk, maar na enkele seconden kreeg ik weer gevoel in mijn vingers. Iets wat het waard was.

'Ik heb een keer de hartslag van hem kunnen horen, en hem spreuken horen roepen. Ik vermoedde enkel dat dit in mijn hoofd afspeelde.'

'Hopelijk bent u u zich ervan bewust dat zodra de heer van het duister hierachter komt hij je zal doden.'

'Dat weet ik, maar ik heb hier geen controle over professor. Het gebeurt gewoon,' sprak ik de waarheid, al was dit niet iets waar de man voor me genoegen mee kon nemen. 'Kan hij ook naar u reizen zonder dat u het door heeft?'

'Dat weet ik niet, echt niet,' mompelde ik, waarna ik mijn arm bewoog. 'Hoe denkt u dat dit komt?'

'Ik weet nog niet hoe u erin bent geslaagd om naar hem te reizen, al ben ik er wel achter waarom u bent flauwgevallen en niet langer in staat bent om te bewegen. Het kost teveel energie. Zodra u naar de locatie van meneer Potter bent gereisd kost dit zoveel energie dat het gevolgen heeft voor uw lichaam. Wellicht kan uw lichaam na de eerste keer meer aan en bent u daarom nu verlamd.'

'Kan ik hier controle over krijgen?' vroeg ik. 'Want als ik dat kan zou ik er direct achter kunnen komen waar hij zich bevind zodat we hem kunnen vinden. De heer zou me voor altijd dankbaar zijn.'

Professor Sneep keek me voor enkele seconden aan, het spiertje in zijn nek begon te kloppen iets wat verraadde dat hij het liefste tegen me wilde schreeuwen voor de woorden die ik zojuist uitgesproken had. Waarom wist ik niet.

'Daar kan ik uw pas antwoord op geven zodra ik erachter ben gekomen, meneer. Maar voor nu lijkt het me beter om niets tegen de heer te zeggen. Mocht dit namelijk niets voor stellen zal hij ons beide doodde,' sprak hij zonder enige emotie in zijn stem. Al hoorde ik ergens, heel ver weg in de toon van zijn stem bezorgdheid.

Wellicht was hij hetzelfde als ik. Allebei te koppig om toe te geven dat we eigenlijk diep van binnen om je gaven.

Not all Gryffindors are GoodWhere stories live. Discover now