XIII

422 48 44
                                    


Hij had al verwacht dat Maverick geen zin had om ook maar iets voor zijn vrouw te doen. Dat had hij in al die tijd nog nooit gedaan en Rowan had al verwacht dat hij dat nu ook niet zou doen. Dit was ook precies de reden waarom hij de familie Bullock had uitgekozen en niet een ander. Amber was een prachtig doelwit. Het scheelde dat hij haar nooit echt gemogen had. Ze had hem meerdere keren met de bezem geslagen, dus verdrietig zou hij niet zijn.

Rowan luisterde, aan de voet van de boom, naar het geluid dat vanuit het huis kwam. Amber leek naar voren te zijn geschuifeld en stond nu bij de deur. Met een krakend geluid ging de deur open. Een straaltje licht dat van de olielamp afkwam, piepte de nachtlucht in. In de deuropening stond Amber, met een rode nachtjapon en een dikke buik. Angstig keek ze om haar heen, met gestrekte arm en een olielamp dat in haar hand bungelde.

Dat was zijn teken! Het licht zorgde ervoor dat hij wist dat ze buiten was. Tijd om te gaan.

Verkleumd door de kou, kwam hij overeind. Zijn spieren waren stijf, maar dat kon hem niets boeien. Tijd voor actie. Dit moest nu gebeuren.

Hij sloop, met zijn vacht over de grond slepend, over de vochtige bosbodem naar het huisje toe. Blaadjes ritselden door de wind. Rowan had het gevoel dat hij als een olifant naar haar toe stampte, maar in werkelijkheid was hij nog stiller dan de wind. Amber zag hem niet aankomen. Hij naderde haar van links. Precies toen ze niet keek, maakte hij vaart. Nu was er geen weg meer terug. Het moest gebeuren. Het was nu of nooit. Voor Lera. Voor zijn moeder.

Hij rende en rende. Toen maakte hij een sprong en greep haar vast met zijn scherpe wolvenklauwen. Ze vielen in kleine huisje in. Hij landde op haar met zijn grote lichaam. Ze gilde van schrik, toen ze achteroverviel, maar haar gil stierf weg zodra ze hem zag. Haar ogen werden groot, niet-begrijpend wat ze zag, wat haar had aangevallen. Nooit eerder had een wolf zich in het dorp vertoont, tot nu.

Net op het moment dat ze nog harder wilde gillen, ontblootte hij zijn vlijmscherpe tanden. 'Houdt je mond, je maakt het alleen maar erger voor jezelf,' zei Rowan, alleen dat kon Amber niet horen. Het was een wonder dat Maverick nog niet met een kapmes of jachtgeweer op hem af kwam stormen.

Rowan gromde, Amber huilde. 'Nee, nee,' huilde ze. 'I-ik... ben zwanger,' piepte ze, alsof dat iets uit zou maken.

'Jammer dan, dat was mijn moeder ook.' Hij glimlachte en zette toen zijn vlijmscherpe tanden in haar keel.

Hij had dit de laatste jaren geoefend op herten, zodat ze niet al te veel pijn zou leiden. Hij had het altijd vreselijk gevonden om te zien hoe het leven uit een levend organisme verdween en dat wilde hij het liefste zichzelf, maar ook Amber, besparen. Ze mocht dan wel een takkewijf zijn, niemand verdiende om met pijn te sterven. Niet zoals Lera stierf. Dat wilde hij zelf ook niet.

Alle spieren in Ambers lichaam ontspanden, toen Rowan doorbeet. Hij proefde de smaak van bloed in zijn bek. Mensenbloed smaakte wel anders dan hertenbloed. Misschien wel iets beter, ook al wilde hij dat niet toegeven. Dat mocht hij niet toegeven.

Amber ademde haar laatste adem uit en staarde met lege ogen naar de nachtelijke lucht. Er zaten vier gaten, precies op de plek waar hij zijn tanden in haar vlees had geboord. Hij stapte van haar af en keek naar wat hij had gedaan. Het zag er niet eens zo heel gruwelijk uit. Er zat nauwelijks bloed op haar lichaam. Het was snel gegaan, gelukkig. Hij was trots op mijn werk. Dit was wat hij wilde. Duke moest boeten voor wat hij Lera had aangedaan.

AvondroodWhere stories live. Discover now