XXXI

335 48 22
                                    


En toen was alles stil. Geen gehijg meer van het Beest. Geen gestamp door het bos. Geen gekraak van takken. Geen gekras van uilen. Alleen het geluid van haar hart in haar borst en haar zware ademhaling.

Sienna opende voorzichtig haar ogen, niet-wetend wat ze zou zien. Ze wist dat hij recht voor haar stond. Ze kon hem voelen. Toen waren haar ogen open en zag ze hem. Ze keek recht in de gele, reflecterende ogen van een grijsbruine wolf. Het Beest was een wolf.

Ze wilde gillen van angst, maar er kwam geen geluid uit haar keel. Ze was verstijfd van angst. Hij stond zo dichtbij. Het ging gebeuren. Ze was er klaar voor, dacht ze.

De wolf staarde haar aan, maar deed niets. Hij staarde en staarde, maar bewoog niet. Zelfs zijn ogen bewogen niet. Was hij wel echt? Waarom bewoog hij niet? Misschien was het een grap? Toen zette hij een stap naar voren.

Sienna schrok en trok haar armen voor haar gezicht. Ze wilde gillen, maar kon het niet. Waarom kon ze niet gillen? De wolf kwam dichterbij. Zijn vacht raakte Sienna's huid. Ze haalde diep adem. Tranen liepen over haar wangen. Ze snikte. Waarom gebeurde er niets? Dit deed hij expres! Om haar bang te maken.

De wolf kwam dichterbij. Zijn neus raakte haar armen. Net op het moment dat ze dacht dat ze zou sterven, dat hij zijn tanden in haar nek zou zetten, beet hij het touw door, die om haar polsen zaten. Daarna beet hij het touw door, dat haar aan de boom vasthield.

Verbaasd en nog altijd bang, keek ze naar de wolf. Langzaam liet ze haar handen zakken. De wolf had een stap achteruit gedaan, zodat er meer ruimte zat tussen hem en haar. De wolf stond recht voor haar en keek haar recht aan, alsof hij recht door haar hart keek. Stijf van de angst, wachtte Sienna tot de wolf weg zou rennen of haar zou vermoorden, maar dat deed hij niet. Hij stond daar maar, stil. Hij bewoog niet, hij gromde niet, hij keek alleen maar.

Ook Sienna deed niets. Ze zweeg en zat stilzwijgend tegen de boom. Ze wilde opstaan, maar ze durfde niet, bang dat die beweging hem aan zou sporen tot actie.

Toen boog hij zijn grote kop en ontblootte zijn tanden. Sienna kromp in elkaar en maakte zich klein. Zo goed als het ging, probeerde ze zich tegen de boom aan te drukken. Zo ver mogelijk naar achteren. De wolf zette de stap weer. De stap die het gat tussen haar en de wolf stond. Hij stapte naar voren en stond nu over haar heen. Zijn tanden kwamen steeds dichterbij haar kuit. Sienna begon te gillen. Een ijzige schreeuw in de doodstille nacht. Ze probeerde te spartelen ,maar de wolf zette een poot op haar been. 'Ga van me af!' riep ze. 'Ga weg! Wat doe je?' Maar de wolf trok zich er niets van aan. Hij stond op haar been, niet met zijn gehele gewicht, maar genoeg om haar te laten stoppen met kronkelen. Ze gilde nog harder toen de wolf naar haar toeboog en haar beet haar, in haar kuit.  

AvondroodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu