XVI

430 52 12
                                    


Een klein half uur later zat de Raad van het dorp aan de grote eikenhouten tafel. Twaalf mannen zaten in een kring rond de tafel. Twaalf mannen die bewezen hadden dat ze betrouwbaar waren en dus de vertegenwoordigers waren van het dorp. 'We hebben een serieus probleem,' zei Duke. De mannen van de Raad knikten instemmend, anders zouden ze hier niet zitten. 'Amber Bullock, de vrouw van Maverick Bullock is vermoord. Ze is vanochtend gevonden aan de bossrand. Op de deur van Maverick is een groot rood kruis getekend. In de deur zijn klauwafdrukken te zien. Iets is hier verantwoordelijk voor.'

'Schandalig!' riep Berton.

'Enig idee wat het was?' vroeg Silas.

Duke schudde zijn hoofd. 'Het lijkt op een wolf, maar het kan ook een bergleeuw zijn.'

'Wolven?' vroeg Zethus. 'Die hebben we hier niet.'

'Misschien wel, we moeten voorzichtig zijn. Vanmiddag wil ik dat er een team van mannen het bos ingaat, op zoek naar het beest en het vermoorden.'

'Wat als het een roedel is?' vroeg Alastair.

'Vermoorden,' zei Berton. 'We zijn niet veilig. We moten voor de vrouwen en kinderen zorgen.'

De mannen knikken. 'Ik regel de zoekactie wel,' zei Berton. Een aantal andere mannen stemden in om mee te gaan. Daarna stroomde iedereen naar buiten.

Rowan had buiten gewacht en geluisterd. Hij lachte geniepig. Ze zouden naar hem gaan zoeken, maar vinden zouden ze nooit. Hij wilde graag mee, zien wat ze allemaal zagen en vannacht ging Dukes zus eraan, Bronwyn.

Berton liep naar buiten. 'Hé berton,' zei hij.

'Rowan,' antwoordde Berton. Ook hij was niet zo'n fan van hem, maar dat maakte Rowan niets uit. Hij wilde alleen maar mee. 'Kan ik mee op die jacht naar de wolf?'

'Nee, je bent te jong.'

'Ik ben zeventien,' zei hij. 'Laat me mezelf bewijzen.' Hij keek hem aan. Bijna wilde hij gaan smeken, maar dat was niet het handigste om te doen.

'Goed dan, maar als je in de weg loopt en er iets met je gebeurt...'

'Ja ja,' zei hij. 'Mijn verantwoordelijkheid. Dat snap ik.' Berton knikte, we gaan zo. 'Pak je spullen en ga naar de put.' Rowan knikte en rende naar terug naar huis, waar Abbott de kippen aan het voeren was. 'Hé Abbott,' zei Rowan. 'Ik ga vanmiddag mee op jacht naar het beest.'

Abbott keek op naar zijn zoon. 'Nee, daar komt niets van in.'

Rowan haalde zijn wenkbrauw in. 'Maar goed dat ik volwassen ben en jij dat niet kan bepalen voor mij.'

'Ik wil niet dat je gaat. Ik heb Lera al verloren, ik ga jou niet ook verliezen aan zoiets doms. Jij blijft hier, de rest lost het wel op.'

'Nee, ik wil wraak voor wat dat beest heeft gedaan. Hij heeft ons vernield, nu zal ik hem vernietigen.'

Abbott keek zijn zoon aan. Hij wist dat er niets was of kon zeggen dat zijn gedachten zou veranderen. Hij wilde niet instemmen, maar ergens had Rowan wel gelijk. 'Doe voorzichtig,' bromde hij. 'Als je niet thuis komt, zwaait er wat.'

Rowan knikte. 'is goed.' Hij liep naar binnen, pakte zijn boog en wat pijlen en liep weer naar buiten, richting de put. Vroeger joeg hij nog wel eens met pijl en boog, maar sinds hij elke maand veranderde, was hij gestopt met jagen met pijl en boog. Hij had klauwen en tanden, waar had hij een boog voor nodig?


Toen hij aan kwam lopen, waren er al best veel andere mannen. Een groep van ongeveer vijftien man, gewapend met messen, pijl en bogen, speren en jachtgeweren. 'laten we gaan!' riep Berton. De groep kwam in beweging. Rowan liep achteraan, zodat niemand op hem zou letten. Ze liepen het bos in, naar de plek waar het voor hem allemaal begonnen was. Naar de kreek, de holle boomstam, waar hij door Lera was gevonden, zestien jaar geleden.

'Oren en ogen open. We kunnen niet weten of het beest er nu zal zijn. Misschien lurkt het wel in de schaduwen. Iedereen, opgelet!'

We slopen door het bos, Rowan achteraan. Zijn boog had hij gespannen. Hij wist wel dat hij niets ging vinden. Vannacht zou hij weer toeslaan.

AvondroodWhere stories live. Discover now