XIV

414 51 8
                                    

De wraakactie had langer geduurd dan Rowan had gedacht. Nog even en de zon zou weer opkomen. Hij kon aan de lucht voelen dat hij niet lang meer had als wolf. Hij liep weer naar haar lichaam toe, zette zijn tanden in haar japon en sleepte het lichaam mee naar de rand van het dorp. Daar had hij ook zijn kleren liggen. Die had hij daar neergelegd, want hij wist dat hij daar zou eindigen. Alles was perfect volgens plan verlopen.

Hij legde het lichaam neer. Een heel pad had zich opgedaan, achter Lera, waar hij haar over de grond had gesleept. Van haar deur, helemaal naar de bosrand.

Hij ging op de grond liggen en wachtte geduldig, totdat hij weer terug veranderde. Elke maand ging het een stukje sneller dan de keer ervoor. Het bleef pijnlijk, maar hij raakte steeds meer gewend aan het proces van afbreken en opbouwen. Gelukkig was van wolf naar mens lang niet zo pijnlijk als anders.

Langzaam verdween zijn staart en werden zijn poten weer armen en benen. Zijn haar viel uit en zijn oren slonken. Zijn zicht werd kleurrijker maar zwakker en ook zijn gehoord ging achteruit. Zijn klauwen werden weer vingers en zijn snuit werd weer een normale tienerneus.

Hij bibberde toen hij naakt aan de bosrand stond. Dit vond hij nog wel het meest vervelend. De eerste paar keren scheurde hij steeds uit zijn kleding. Nu trok hij het snel uit, als hij veranderde, maar hij kwam ook steeds weer naakt terug, als een pasgeboren kind.

Hij pakte zijn kleding van de grond af en veegde ze schoon. Ze waren koud en vochtig, maar het was beter dan niks. Met tegenzin en moeite trok hij ze aan.

Kleding was niet het enige wat hij mee had genomen. Helemaal onderaan lag het mes dat hij van Abbott had gekregen op zijn vijftiende verjaardag. Toen zijn moeder nog leefde.

Met het mes sneed hij Ambers keel nog een klein beetje verder door. Niet zover dat mijn tandafdrukken niet meer zichtbaar waren, maar net ver genoeg om ervoor te zorgen dat haar bloed weer zou gaan stroom. Gelukkig was het nog niet gestold, maar ook daar had hij rekening mee gehouden. Haar lichaam was nog een beetje warm. Precies genoeg om zijn actie af te maken.

Het bloed liep uit de wond en drupte op de bodem. Rowan doopte zijn hand in haar bloed en ging weer terug naar de voordeur van de Bullocks, die nog steeds open stond. Hoe Maverick hier doorheen had kunnen slapen, kon hij maar niet verzinnen. Zijn vrouw was voor zijn deur gruwelijk vermoord en de man had gewoon geslapen.

Terwijl Rowan naar het huisje liep, veegde hij het sleepspoor uit, zodat het iets minder zichtbaar en duidelijk was.

Rowan stond voor de deur van de Bullocks, met een bloederige rechterhand en een mes in zijn linkerhand. Met zijn bloederige hand tekende hij een kruis op de deur en smeerde vervolgens de rest van het bloed, in een streep, af aan het splinterige hout.

Hij had de neiging om een briefje achter te laten, maar dan zouden ze hem te snel te pakken krijgen. Ze zouden het dan weten, aangezien niet heel veel mensen in het dorp konden lezen, laat staan schrijven. Als hij het goed had, waren het er iets van vijf. Het waren er zes, want Lera kon het ook, maar zij was er niet meer.

Hij wilde wel wat opschrijven, maar dan zou hij het Duke te makkelijk maken en dat gunde hij hem niet. Hij zette een stap naar achteren en bekeek zijn werk. Tevreden knikte hij. 'Prachtig,' fluisterde hij. Dit was precies wat hij in gedachte had.

AvondroodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu