XXI

349 53 10
                                    

Disdirius liep met ferme passen naar het hoofdgebouw, het gebouw waar het hoofd van het dorp zat. Hij gooide de deur open. Ook al was het laat in de avond, er was altijd wel iemand binnen. Disdirius opende de deur en stapte naar binnen. De ruimte achter de deur was donkerverlicht. Alleen een schaduw was te zien. Disdirius stapte nog wat verder de ruimte binnen en liet zijn ogen aan het licht wennen. De schaduw werd een vorm, de vorm werd een man en de man kreeg een naam: Randall.

Randall zat aan de tafel die ooit van Duke was geweest. Hij zat met zijn benen omhoog, achterover gehangen op wacht, tot de ochtend zou komen. Hij sleep zijn mes met een steen. Het maakte een vreselijk geluid. Hij keek niet eens op toen Disdirius binnen kwam. 'Disdirius, zeg het eens,' zei hij, toen Disdirius binnenkwam.

'We...' Ineens twijfelde hij. Moest hij het wel zeggen? Hij had het wel willen doen, maar toen dacht hij terug aan het kleine meisje. Ze was nog zo onschuldig en je kon toch moeilijk als een hels wezen geboren worden? Ze zeggen dat de ogen van een baby de luiken naar de hemel zijn en die van haar waren zo helder.

'Ja, Disdirius. Zeg op, ik heb niet de hele dag... nacht... de tijd.' Ongeduldig tikte Randall met het steentje op de tafel. Nu keek hij Disdirius' kant op.

'Aurora heeft een kindje gekregen. Een meisje...' Disdirius keek naar de neuzen van zijn schoenen. Hij was haar aan het verraden.

'Ja, leuk voor haar,' zei Randall ongeïnteresseerd. Het kon hem echt niets schelen dat er een baby'tje geboren was. Niets kon hem echt nog wat schelen. 'En wat heeft dat met mij te maken?' vroeg hij. 'Ik houd toch niet een register bij, of wel?'

Bij elk woord dat Randall zei had Disdirius steeds meer het idee dat hij een fout beging. Hij kon het ook niet doen... maar de straf... die was wel heel hoog. Hij had niets met Randall, maar wel met zijn eigen leven. Hij wilde niet sterven voor zoiets. 'Ze heeft rood haar.' Zo, gezegd is gezegd. Hij had het gedaan en nu is er niets meer aan te doen.

Meteen was Randall de les. Hij schoot overeind. Het was Randalls taak om de vrede in het dorp te behouden. Hij moest alles regelen, zorgen dat iedereen tevreden was en ervoor zorgen dat al het rode uit het dorp bleef. Zo af en toe deed hij een steekproef, maar in al die jaren dat hij had geregeerd, was er nog nooit iets misgegaan, maar nu... was er een nieuwe bedreiging. Het meisje van Aurora en Cade.

'Ik roep de Raad. We moeten bepalen wat we gaan doen!' Randall stond op en luidde de bel. Het maakte niet uit dat het al nacht was, als de bel werd geluid, kwam iedereen bij elkaar om te overleggen.

AvondroodWhere stories live. Discover now