19_Angstzweet

6.8K 380 36
                                    

19_Angstzweet  

Angst. Angst samen met benauwdheid, dat is wat ik voelde. Onbewust klemde ik mijn armen steviger om het lichaam van Jess, terwijl hij snel doorfietste. Ik zat bij hem achterop, en we fietsten naar Collen zijn huis. Al viel ik bij elke bocht bijna van mijn fiets door dat idiote kostuum. Het was niet erg handig.

En we wisten Scooter nog af te wimpelen om niet met ons mee te gaan. We zouden met zijn vader gaan praten. Maar ik vreesde dat er niet veel van praten in huis zou komen.

‘Zeker dat we de politie niet moeten bellen?’ vroeg ik voor de zoveelste keer, maar Jess schudde zijn hoofd. ‘Nee, eerst gaan we kijken of er echt wat aan de hand is. Zo ja, dan bellen we meteen de politie.’

Er was sowieso wat aan de hand! Dat wist ik gewoon.

Maar ik liet het zo. Ook al was ik zeker dat de politie er niet lang over zou doen om daar te geraken, was ik er toch niet gerust in.

‘Hoe lang is het nog fietsen?’ vroeg ik gehaast. Hoe sneller we bij Collen waren, hoe beter.

‘Een kwartier.’

We waren al een twintig minuten onderweg, het duurde te langzaam naar mijn zin.

Als alles maar oké was met Collen…

Nog vijf minuten fietsen. Er heerste een gespannen stilte, terwijl hij dapper doorfietste. Wat verwachtte ik dan ook? Onze vriend was in gevaar, en alles was nog niet uitgepraat tussen Jess en mij. Maar nu had ik echter geen zin om het met hem uit te praten. Ik had al genoeg aan mijn hoofd.
We waren al door de villawijk aan het fietsen, en mijn hartslag versnelde toen Jess me liet weten dat we al in de juiste straat waren.  Grote villahuizen, gezellige voortuinen, mooie witte hekjes. Alles zag er zo vredig uit, maar dat was maar schijn. De straat lag er verlaten bij. De meesten waren vast iets aan het doen in verband met Halloween.

Vreemd toch. Is dit niet de periode dat kinderen in kostuum aanbelden, en je dwongen om snoep of wat centjes te geven. Nee, de straat  was totaal verlaten en dat beangstigde me nog meer.

Uiteindelijk remde Jess hard, waardoor ik bijna viel, maar ik kon net op tijd mijn evenwicht bewaren. Jess gooide achteloos zijn fiets in de voortuin en liep op de deur af. Collen had best een groot en mooi huis, maar tijd om te bewonderen had ik niet. Snel liep ik achter Jess aan en hield hem tegen door voor hem te gaan staan.
‘Wat ga je doen? Gewoon aanbellen?’ vroeg ik met opgetrokken wenkbrauw.

‘Nee, ik wilde door het raam gaan kijken,’ beweerde hij en sloop voorzichtig naar het raam.

De lichten branden en de auto stond op de oprit. Dus ze waren zeker thuis.

Het was stil. Je hoorde geen geroep, geen akelig geschreeuw. Het was stil, te stil. Alsof op ieder moment de stilte ruw onderbroken kon worden.

‘Oké, ik zie niemand. We kunnen,’ zei hij en met een vragende uitdrukking op mijn gezicht keek ik hem aan. ‘Wat?’

Hij wierp me even een blik toe, alvorens hij een sleutel uit een bloempot viste.

‘Ik ben hier toen ik klein was vaak genoeg geweest. Dingen als dit vergeet je niet,’ glimlachte hij trots. Maar zijn glimlach verdween abrupt toen we een schreeuw hoorde. Gehaast probeerde Jess de sleutel in het slot te steken, maar zijn hand beefde zo hard dat het de eerste twee keer niet lukte. Jess begon te vloeken en eindelijk kreeg hij de deur open.

Vervolgens viste hij zijn gsm uit zijn zak en gaf dat aan mij. ‘Die schreeuw zegt genoeg, bel de politie. Ik ga naar binnen, jij blijft hier,’ beval hij en toen ik zijn gsm met grote ogen had aangenomen, stapte hij naar binnen.

Love effectWhere stories live. Discover now