2. Leesmutsje

21 1 2
                                    

Genre: Historische Fictie
By: leesmutsje
Tijdperk: 397 voor Christus

Daar lag ik dan. Alleen in een oude schuur met mijn pasgeboren zoontje in mijn armen. Mijn familie had me verlaten. Ze hebben me op straat gezet, nadat ze hadden ontdekt dat ik zwanger was. Ikzelf wist het al een paar maanden. Het begon allemaal toen er knappe jongeman de bar waar ik poseerde.

Het poseren hield in dat de mannen die maar de bar kwamen naar een mooie jonge vrouw konden kijken, terwijl ze genoten van drank. We mochten alleen met de mannen praten als ze wat tegen ons zeiden en gehoorzaam zijn, maar de mannen mochten ons op geen enkele voorwaarden aanraken tijdens onze dienst.

Negen maanden geleden

Ik stond op mijn tafel met mijn armen in de lucht, zoals mijn baas dat gevraagd en had. Dit was een van de beter betaalde baantjes in het dorp dus ik luister goed naar wat hij me opdraagt. Mijn ogen kijken naar de deur die met een veel kabaal opengaat. Er kwam een mooie jongeman binnen. Ik kijk de vrouwen op de andere tafels aan. We willen allemaal dolgraag dat deze man naar ons komt kijken. Ik ga rechter staan en druk mijn borst wat naar voren. Ik volg de man met mijn ogen en zie hem langs sommige meiden lopen. Uiteindelijk stopt hij bij mij. Ik klop mezelf denkbeeldig op mijn schouder.

'Ga zitten,' beveelt hij me met een donkere stem. Ik ging netjes op de tafel zitten, want de stoelen waren niet voor vrouwen. 'Je ziet er goddelijk uit,' zegt hij. 'Dankuwel meneer?' Probeer ik naar zijn naam te vragen. 'Hypnos,' zegt hij met een knipoog. Ik kijk hem kort aan en strijk mijn jurk glad. 'Hoe lang moet je nog poseren?' Vroeg hij nieuwsgierig. 'Nog drie kwarten van een uur, meneer Hypnos,' antwoord ik met mijn zachte stem. 'Dan moet ik nog maar drie kwarten van een uur op je blijven wachten.' Hij neemt een slok van zijn drank.

Na ongeveer een kwart van een uur ging hij weg om zijn glas weer te vullen. Hij wisselde wat woorden uit met de barman en gooide wat gouden munten op de tafel neer. Hij kwam met grote passen teruglopen. 'Je bent een kwart van een uur eerder klaar.' 'Dankuwel, meneer Hypnos,' zeg ik oprecht tegen hem. 'Woon je in dit dorp?' Vroeg Hypnos aan mij. Ik knikte van ja. 'Kom met me mee naar de onderwereld, daar kan je voor ons gezin gaan zorgen.' Ik schrik, de onderwereld. 'Meneer Hypnos, bent u een God?' Vraag ik met grote ogen. Ik voel me vereerd om tegen een God te mogen praten. 'Geen zorgen. Jij ziet er zo goddelijk uit, dat je toestemming hebt om met mij te praten.' Ik voel mijn wangen rood worden.

'Je mag gaan,' meldt mijn baas tegen me. Ik knik en sta op. Samen met Hypnos loop ik naar buiten. Hij neemt me mee naar een schapenhouder. Waar hij verbleef als Hypnos op aarde was. Hij verteld me over de onderwereld. Zijn tweelingbroer, Thanatus, God van de dood. Hijzelf was de God van slaap. Het een leidt tot het ander en we lagen al snel samen in bed.

Negen maanden later

Ik kijk naar het kleine jongetje in mijn armen. 'Hoi Morpheus, welkom op de wereld,' fluister ik tegen hem. 'Ik hoop dat de wereld je goed doet en dat je ooit je prachtige vader zult zien.' Ik geef hem een kus op zijn voorhoofd.

Het is avond en ik sta voor het klooster. Ik haal diep adem en leg Morpheus neer voor de deur. Een kind als ongehuwde is een schandaal. 'Ik zie je in de toekomst,' zeg ik zachtjes, voordat ik hem achterlaat.

In je eerste alinea, de laatste regel, mis je denk ik het woordje "in liep" of iets wat daar op lijkt. In de tweede alinea staat er "maar" in plaats van "naar". Probeer je verhalen echt na te kijken wanneer je ze geschreven hebt! Je tweede alinea vind ik een beetje overbodig om daar een nieuwe te beginnen. Ik zou de tweede alinea bij de eerste alinea zetten.

In de derde alinea staat er één zin in de verleden tijd, terwijl de rest in tegenwoordige tijd staat.

Het is een enorm origineel idee, alleen ik mis een beetje de uitwerking. Ik weet natuurlijk niet wat er in haar hoofd en wereld omgaat. Dat ze vraagt of hij een God is snap ik niet. Probeer uit te leggen waarom zij dit zo normaal vindt. Ook volg ik niet waarom ze haar kind achterlaat. De relatie tussen moeder en kind is natuurlijk super sterk, dus ik volg niet waarom ze hem zo makkelijk achter kan laten.

Schrijfwedstrijd La Rose (beëindigd)Where stories live. Discover now