Hoofdstuk 14

901 54 13
                                    

Toen ik de volgende dag vroeg wakker werd had ik nog steeds een zwaar gevoel binnen in mij. Ik besloot voor de verandering mijn eigen kleren weer aan te trekken en de jurken opzij te leggen. Ik had mijn reiskleding gemist en hunkerde naar de comfort ervan. Toen ik mij had aangekleed besloot ik maar richting de Grote Zaal te gaan om daar te ontbijten. Glorfindel was de eerste die ik in de zaal aantrof.

'Goede morgen, milady.' glimlachte hij beleefd naar mij toen hij mij binnen zag komen. Ik glimlachte beleefd naar hem terug en nam plaats aan de grote tafel. Glorfindel, die bij de andere deur stond, volgde mij met zijn ogen zonder zich te verroeren.

'Wat ben je aan het doen?' vroeg ik hem uiteindelijk toen hij na enkele minuten zich nog niet had verroerd. 

'Ik houd wacht.' legde hij uit zonder verdere informatie te geven.

Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauw aan. 'Waarvoor?' Binnen het kasteel waren er niet veel wachters, dat wegens het feit dat de poorten van Rivendell al goed bewaakt werden en de bewoners van de stad groten deels te vertrouwen waren. Het was dan ook vreemd dat er nu voor het eerst sinds mijn aankomst er wacht werd gehouden bij de deuren van de Grote Zaal, en al helemaal door Glorfindel hem zelf.

Ik nam wat lembas van een grote zilveren schaal voor mij en begon er langzaam op te kauwen. 

Glorfindel keek mij enkel aan met een blik die zei dat hij er niet over mocht spreken, maar toen ik hem smekend aankeek zuchtte hij enkel en zei; 'De vijand is gisteravond gespot langs de muren van Rivendell. Nazgûl hadden zich voor een lange tijd schuil gehouden in het bos, vlak na het vertrek van het reisgenootschap.' legde hij uit.

Een rilling trok zich over mijn rug en ik had spontaan geen trek meer. Ik legde de helft van mijn lembas weer terug op mijn bord en staarde Glorfindel ernstig aan. 'Zijn ze achter het reisgenootschap aan gegaan?'

Glorfindel keek mij droevig aan. 'Heel vroeg in de morgen besloten zij weer verder te trekken, in de zelfde richting als het reisgenootschap. Ik denk dat zij de koers van de ring hebben weten te achterhalen. Vraag mij niet hoe, maar het leek erop dat zij wisten waar de ring heen ging,' De ernst was duidelijk in zijn stem te horen. 'Maar ik ben blij dat jij besloten hebt toch hier te blijven.' voegde hij er aan toe. 

Ik hield mijn kaken strak op elkaar en staarde naar het houtentafelblad voor mij. Een naar gevoel bekroop mij en het spijtige gevoel binnen in mij werd alleen maar groter. Was het wel zo'n slimme keus geweest om niet mee te gaan en hier te blijven? 

'Je hebt er spijt van,' gokte Glorfindel toen ik voor een lange tijd stil bleef. 'Dat verklaart misschien waarom jij jouw eigen kleding weer hebt aangetrokken. Je bent toch niet van plan toch achter ze aan te gaan?'

Ik slikte hoorbaar en keek weer op naar de Hoge Elf die mij vanaf de deur smekend aankeek. 'Ik twijfel ontzettend erg, Glorfindel. Ik weet nu niet meer welke de juiste keus is en welke niet. Maar mijn gevoel zegt mij dat ik een fout heb gemaakt door hier te blijven.'

'Als jij vandaag nog vertrekt dan zul jij het reisgenootschap morgen middag kunnen bereiken. Ik vermoed dat zij in de nacht zullen rusten, gezien de halflingen niet te lang zonder slaap kunnen,' Elrond zijn warme stem klonk door de zaal en ik merkte nu pas op hoe hij de zaal betrad via de andere deur. 'Het is nog niet te laat, Tawariell.'

Een zucht verliet mijn mond. 'Misschien heeft u gelijk. Als ik nu vertrek dan kan ik ze nog inhalen, al betekend dat dat ik niet zal kunnen stoppen om te rusten.'

Elrond knikte. 'Het zal een gevaarlijke reis worden, gezien de Zwarte Ruiters hier niet zo lang geleden nog waren. Jij zult dus erg op je hoeden moeten zijn, vooral nu jij alleen bent.'

𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]حيث تعيش القصص. اكتشف الآن