Hoofdstuk 18

1K 62 10
                                    

Naar maten wij de Roodhoornpas meer waren gaan naderen was de wind gaan stijgen en werd het steeds kouder, tot wij het punt bereikte waar er sneeuw begon te vallen en het aan het vriezen was. Iedereen van het reisgenootschap had zich al dik ingepakt met kleding, op mij en Legolas na. Dan was het in Legolas zijn geval niet zo verrassend, sinds hij een elf was en weinig kou voelde. Hij liet in de sneeuw haast geen sporen achter, in tegenstelling tot de rest van het genootschap. Het verbaasde mij dat het nog niemand van het reisgenootschap was opgevallen dat ik meer sporen achter liet dan zou moeten.

Een ijzige koude wind waaide woest door mijn haren en ik trok instinctief mijn gewaad dichter om mij heen. Zo koppig als ik was geweest had ik gedacht dat het niet nodig zou zijn geweest om warmere kleding mee te nemen. Nu had ik daar uiteraard spijt van, al kon ik de rest natuurlijk niet laten blijken dat ik het wel koud had, terwijl Legolas haast niks leek te merken van de sneeuw.

Ik strompelde achter de rest aan, moeite doend om door de sneeuw te komen die nu bijna een meter hoog was. De hobbits hadden niet meer verder gekund en werden daardoor nu ook opgetild door Boromir en Aragorn. Ik had aangeboden ook iemand te dragen, maar Gandalf had gezegd dat het beter was als ik achterop zou lopen om mogelijke vijanden met vrije handen te kunnen stoppen. Natuurlijk was dat niet de echte reden, want Gandalf wist van mijn beperkte elfen zintuigen, en dat ik het al moeilijk genoeg had om de kou alleen al te moeten doorstaan. Legolas, die het minste moeite had van ons allemaal, liep uiteraard voorop om de meeste sneeuw van ons pad te kunnen halen.

'Kom op, Bill.' mompelde ik tegen de Pony die net zoveel moeite leek te hebben al ik. Ik trok hem voorzichtig mee aan zijn teugels de berg op.

'Frodo!' De schreeuw van Sam liet mij verschrikt opkijken en ik zag hoe de kleine hobbit van Aragorn zijn rug aftuimelde. Hij rolde achterover door de sneeuw en begon in een snelle vaart richting de richel te rollen.

Zo snel als ik kon schoot ik naar voren en trok ik Frodo nog net op tijd bij de kraag van zijn gewaad bij de richel vandaan. Nog enkele centimeters verder en hij had de diepe afgrond in gevallen. Ik trok hem overeind en hij begon direct met het uitproesten van alle sneeuw die hij in zijn gezicht had gekregen. Ik hielp hem met het afkloppen van zijn kleding en tilde hem toen op.

'Alles goed, kleintje?' vroeg ik hem bezorgd toen ik de vermoeide uitdrukking op zijn gezicht zag. Hij zag helemaal blauw van de kou en hij bibberde van top tot teen. Hij wilde zijn mond openen om antwoord te geven, maar zijn blik bleef hangen op iets achter mij.

Ik draaide mij om en zag een paar meter bij ons vandaan de gouden ring in de sneeuw liggen. Ik baande mij een weg door de sneeuw en hield toen halt voor de ring waarnaar ik mij bukte en deze wilde oppakken.

'Grace!' Het was Gandalf zijn waarschuwende stem die mij ervan weerhield de ring te pakken. Ik keek op naar de tovenaar en zag de doordringende blik in zijn ogen, en ik begreep direct wat hij bedoelde. Hij was bang dat Sauron mijn krachten zou kunnen voelen als ik de ring zou aanraken.

'Hier, pak jij de ring maar Frodo.' zei ik de kleine hobbit terwijl ik hem ver genoeg liet zakken zodat hij de ring zelf uit de sneeuw kon pakken. Toen hij deze had opgepakt en ik hem weer terug optilde staarde hij mij verward aan, net als de rest van het reisgenootschap.

Ik probeerde dit te negeren en liep moeizaam naar voren toe tot ik bij Aragorn was. Ik overhandigde hem Frodo weer en keek hem toen met een flauwe glimlach aan toen zijn verwarde blik niet was verdwenen.

'Gaat het wel goed met je?' vroeg hij bezorgd. Hij stak plots zijn blote hand naar mij uit en plaatste deze op mijn wang. 'Grace, je bent ijskoud!'

'Wie niet.' lachte ik flauwtjes.

'Legolas,' beantwoordde hij mijn vraag. 'En jij zou ook niet koud aan moeten voelen. Ben je ziek?'

Ook Frodo stak zijn hand naar mij uit maar ik stapte vlug bij hun vandaan. 'Nee, ik voel mij prima. Het is denk ik gewoon de kou. Maak je maar geen zorgen om mij.' probeerde ik het weg te wuiven terwijl ik vlug terug liep naar de pony. Het reisgenootschap kwam langzaam weer in beweging.

𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu