Hoofdstuk 29

410 20 2
                                    

'Ze zijn hier geweest.' mompelde Aragorn die geknield zat in het aarde. Hij liet zijn vingers kort over het pad gaan, de sporen van kleine hobbit voeten volgend. 'De sporen zijn nog vers. Ze kunnen niet ver weg meer zijn.'

'Dan moeten wij haast maken.' zei Legolas die zijn hand uitstak naar Aragorn en hem overeind hielp. 

'We kunnen maar beter naar het Westen blij-'

'Horen jullie dat?' Onderbrak Legolas Gimli die verontwaardigd naar de blonde elf snoof. 'Ruiters.'

Ik draaide mij om naar het geluid en zag daar inderdaad in de verte een grote groep aan ruiters aankomen rijden. Allen waren bewapend en droegen het embleem van Rohan op hun pantsers.

'Precies wat wij nodig hebben.' hoorde ik Aragorn zeggen terwijl hij al naar voren stapte met opgeheven handen toen de ruiters ons naderden. De ruiters verzamelden zich in een cirkel om ons heen zodat wij volledig waren ingesloten.

'Wat voor zaken kunnen een elf, een dwerg, een man en een jonge dame op de riddervelden van Rohan hebben?' zei één van hen die met uitgestoken speer naar voren stapte. Hij staarde ons van onder zijn helm dreigend aan.

'Geef mij eerst maar uw naam, Hofmeester, en u zult dan die van mij krijgen.' bromde Gimli die zijn bijl tevoorschijn had getrokken.

De ruiter steeg af en ging nu dreigend voor de dwerg zijn neus staan. Ik kon zien hoe Gimli zich aanspande. 'Ik zou je hoofd in één simpele beweging af kunnen hakken als het ook maar iets hoger van de grond stond.'

Ik had niet eens de tijd om te knipperen of Legolas had in één soepele beweging zijn boog getrokken en een gespannen pijl op de ruiter gericht.

'Legolas!' Ik legde vlug mijn handen op zijn boog en duwde deze langzaam omlaag. Hij keek niet naar mij om maar hield zijn blik strak op de man voor ons gericht. 'We zijn hier niet gekomen om te vechten.'

'Waarom zijn jullie hier wel gekomen?' vroeg de ruiter die zich ditmaal tot mij richtte.

'Vergeef ons,' ging ik vlug verder toen Legolas opnieuw zijn boog wilde heffen. 'Maar wij zijn hier omdat twee van onze vrienden gevangen zijn genomen door een groep Orks. Die zouden langs deze weg gepasseerd moeten zijn.'

De man zette zijn helm af en ik kon nu pas goed zijn gezicht zien. Deze was, tot mijn verbazing, erg jong en deed mij aan iemand denken. Zijn blonde haren waren lang en zaten vol met klitten en aarde. 'Die groep Orks hebben wij in de nacht afgemaakt.' zei hij, ditmaal was zijn toon iets zachter.

'Er waren twee hobbits!' riep Gimli wanhopig. 'Heeft u twee hobbits gezien?!'

'Ze zouden klein zijn geweest, voor uw ogen net kinderen.' zei Aragorn die de man doordringend aankeek. 

De man schudde langzaam zijn hoofd. 'We hebben er geen in leven gehouden. De lichamen hebben wij opgestapeld en verbrand.' Hij wees vervolgens op een grote wolk in de verte die mij nu pas was opgevallen. 

Een brok ontstond in mijn keel terwijl ik naar de dichte wolken bleef staren. Ik klemde mijn kaken strak op elkaar en wilde het op dit moment uitschreeuwen van de pijn.

'Nee,' hoorde ik Gimli van achter mij fluisteren. Ik wendde mijn gezicht af van de wolken en begon met tranen in mijn ogen naar mijn eigen voeten te staren. 

Ik voelde hoe iemand voorzichtig mijn hand beet pakte en hierin kneep. Toen ik opkeek zag ik het gezicht van Aragorn die mij droevig aankeek. 'We moeten gaan kijken of zij er echt tussen zitten of niet, alleen dan weten wij het zeker.' fluisterde hij zacht. Ik knikte enkel.

De blonde ruiter schraapte zijn keel. 'Hier,' zei hij en wenkte naar één van de andere ridders terwijl die naar voren gestapt kwam met twee paarden. 'Neem deze twee sterke paarden van mij aan en ga op zoek naar jullie vrienden.' Hij overhandigde Legolas de teugels.

'Dank u,' zei Aragorn die mijn hand weer los liet en kort naar de ruiter boog. 'Dit betekent veel voor ons.'

De man knikte enkel naar hem. 'Ik zal bidden voor de welzijn van uw vrienden. Vaarwel, vreemdelingen.' Hij stapte weer op zijn paard, knikte nog een laatste keer naar ons en leidde toen de rest van de ruiters in volle galop richting het Noorden.

Aragorn nam de bruine ruin aan van Legolas en steeg toen op waarnaar hij zijn hand naar mij uit stak. 'We kunnen maar beter gaan.' 

Ik pakte zijn hand aan en steeg achter hem op het paard. Ik keek even om naar Legolas die moeite had om Gimli op de veel te hoge schimmel te krijgen.

'Laten wij hopen op het beste,' fluisterde Aragorn zacht waarnaar hij de ruin aanspoorde en in een galop richting de grote rookwolk reed.


Aangekomen op de plek sprong ik direct van de ruin af en rende naar de brandende stapel toe. Ik negeerde de stank van brandende lijken en trok mijn flacon van de gesp om mijn middel en opende de dop waarnaar ik mij direct concentreerde op de kracht van het water.

'Grace,' zei Aragorn zacht die naast mij was komen staan en net als ik naar het verscheurde gewaad van één van de hobbits keek. Ik negeerde hem en liet het water in mijn handen glijden. Tranen stroomden over mijn wangen en ik probeerde in een tevergeefse poging het vuur te doven met het kleine beetje water dat ik had.

Één paar handen plaatsen zich op mijn schouders en knepen hier zacht in. 'Het heeft geen zin.' Aragorn zijn stem was zacht en vol medeleven, en ik kon alle pijn en verdriet niet meer onderdrukken en barstte in huilen uit. Hij trok mij in zijn armen en hield mijn schokkende lichaam stevig vast terwijl de kracht van het water mij weer verliet.

'Oh nee,' Gimli zijn stem klonk vlak achter ons en ik kon horen hoe hij zichzelf verslagen in het zand liet neerploffen. 'Wij hebben ze gefaald.'

'Misschien ook niet,' mompelde Legolas die een paar meter verderop het zand met gefronste voorhoofd bestudeerde. 'Kijk.'

Aragorn liet mij los en liep vlug naar de plek toe waar Legolas stond. Hij hurkte neer in het zand en liet zijn vingers lichtelijk over een plek glijden waar kleine afdrukken in zaten geprint.

'Dit zijn hobbit afdrukken,' zei hij zacht terwijl hij verder liep naar nog meer afdrukken die samen een spoor vormden, richting het bos. 'Het lijkt erop dat ze zijn weggekomen!'

Ik snelde mij naar hem toe en staarde met grote ogen naar het spoor van voetafdrukken die overduidelijk van een hobbit waren. 'Ze leven nog?'

Legolas, die voor mij was komen staan, streek voorzichtig de tranen van mijn wangen en glimlachte warm naar mij. 'Daar lijkt het wel op, ja'

'Laten wij dan maar haast maken. De sporen zijn nog vers, dus met geluk kunnen wij ze nog inhalen.' zei Gimli die weer overeind sprong en vlug een verdwaalde traan van zijn eigen wang weg veegde. 

Aragorn stapte weer op de ruin en kwam toen naar mij en Legolas toe gereden waarnaar hij zijn hand naar mij uitstak. Ik nam zijn hand aan en stapte achter op. 'Lye rad- hain, im ber.' (Wij zullen ze vinden, dat beloof ik.) zei hij vastberaden voor hij het paard aanspoorde en met een flinke snelheid richting de rand van het bos reed.



~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Het heeft lang geduurd, I know, maar sinds ik terug ben van reizen heb ik weer een hoop inspiratie en zin gekregen om dit verhaal af te schrijven! Enjoy guys <3 











𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu