Hoofdstuk 17

907 56 9
                                    

Na nog vier dagen kwamen wij dan eindelijk bij de rand van het grote bos aan. Naar maten wij de rand waren gaan naderen was de wind meer gaan stijgen en begon de temperatuur geleidelijk te dalen.

'Dit ziet er nog troostelozer uit dan de droge vlakten van Weertop,' zei Merry als eerste toen wij uitkeken over de droge en harde vlakte van de gebergte die nu voor ons lag. 'Het is hier kouder en grauwer. Ik vind dit maar niks.'

'Daar ben ik het met de hobbit eens.' mompelde ik tegen Aragorn die naast mij stond.

Hij zuchtte. 'Ik weet dat het er ernstig uit ziet, maar wij hebben geen andere keus. Wij moeten de vlakte zien te passeren.'

'Wij moeten veertig dagen ten westen van de Nevelberg blijven, met wat geluk ligt de Kloof van Rohan nog open voor ons,' zei Gandalf die het landschap voor een korte tijd in zich opnam. 'Daarna gaan we naar het oosten, naar Mordor.'

'Als iemand mij vraagt wat te doen, wat ik denk dat niemand zal doen, dan zou ik zeggen dat wij een omweg nemen.' zei Gimli hardop. 'Gandalf, we kunnen door de mijnen van Moria reizen. Mijn neef Balin zal ons een warm welkom heten.' De dwerg werd opgewekt bij het idee alleen al.

Gandalf keek ernstig. 'Nee, ik zal alleen door Moria reizen als het niet anders kan.' En met die woorden was de discussie beëindigd en maakten wij voort over de troosteloze vlakte, richting Rohan.

'Wat denk jij, Grace?' vroeg Boromir die naast mij was komen lopen. 'Aan de verhalen te horen weet jij een boel over Midden-aarde en haar streken, maar toch heb jij nog geen suggestie ingebracht.'

Ik keek de man gekweld aan. 'Ik weet het niet, Boromir,' zei ik twijfelend. 'De reis richting Rohan verloopt tot nu toe... te gemakkelijk, naar mijn mening.'

'Ik ben het met haar eens,' zei Legolas die achter ons liep. 'Ik kan niet geloven dat de vijand ons zo gemakkelijk laat passeren.'

'Dat vreesde ik ook al,' mompelde Gandalf. 'Maar voor nu zie ik geen andere optie.'

***

'Boromir, wees toch voorzichtig met ze!' riep ik naar de man toen hij met zijn zwaard uit haalde naar Merry en Pippin. De hobbits doken net op tijd opzij en haalden toen uit met hun eigen, kleinere zwaarden.

Gandalf had voorgesteld even rust te nemen en wij zaten nu dan ook met zijn allen verspreid over de grote stenen die ergens op de heuvel van de vlakte stonden. Onze spullen lagen verspreid tussen de stenen en niemand deed moeite alles netjes bij elkaar te plaatsen. Iedereen was uitgeput door al het klimmen over heuvels die zo hoog waren dat het mij verbaasde dat de pony deze had weten te beklimmen. De pony stond nu verderop te grazen van het trieste en kale landschap dat maar enkele grassprieten had, die niet eens meer groen waren, maar geel.

Ik stond op van de steen waar ik op zat en strompelde naar mijn eigen rugzak waar ik een wortel uit haalde. 'Hier, deze heb jij wel verdiend jongen.' zei ik tegen de pony terwijl ik hem de wortel toe stak die hij dankbaar van mij aannam. Ik streek kort over zijn hals en keek toen even om mij heen.

Gandalf, Frodo en Aragorn waren naar het duel tussen Boromir en de hobbits aan het kijken, Gandalf en Aragorn beiden aan hun pijp rokend. Sam was iets verderop zijn voorraad aan het controleren, terwijl Gimli uitgeteld op één van de grootste stenen lag. Legolas was echter de enige die zich niet aan het ontspannen was. Hij sprong steeds soepel van steen naar steen, zijn ogen gefocust op het open landschap om ons heen, uitkijkend voor vijanden.

'Legolas, neem even wat rust.' zei ik de elf toen hij op de rost naast mij neer sprong.

Hij keek niet eens op mij neer toen hij antwoord gaf. 'Ik ben niet moe.' zei Legolas kortaf. Hij was sinds ons laatste gesprek erg afstandelijk tegen mij gaan doen, en ik was het nu wel een beetje zat aan het raken.

𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]Where stories live. Discover now