Hoofdstuk 19

1.1K 64 32
                                    

{Aragorn/Strider, point of view}

'Grace, ik bedenk mij ineens dat ik u nog nooit heb horen zingen,' zei Frodo uit het niets. Wij hadden na uren lopen besloten een korte rust pauze te nemen en zaten nu met zijn allen verspreid over de afgebrokkelde stenen van de donkere gangen van Moria. 'Wilt u iets voor ons zingen?'

Tijdens onze reis naar Rivendell hadden de hobbits en ik vele liederen gezongen om de reis dragelijker te maken, en het had zeker ook geholpen, aangezien sommige liederen erg bemoedigend waren geweest, voor zowel mij als de hobbits, maar nu Frodo er zo over sprak kon ik mij inderdaad niet herinneren dat Grace ook maar één keer voor ons had gezongen.

'Ik zing niet.' zei de jonge halfelf enkel zonder op te kijken van de grond. Ze zat boven op een grote rots en had haar handen onder haar bovenbenen geplaatst.

'Kent u geen liederen?' vroeg Sam die naast haar zat. 'Want ik ken er genoeg die ik u maar al te graag zou willen leren, mevrouw.'

Ze glimlachte om de hobbit zijn lieve woorden en aaide toen kort door zijn bos krullen. 'Dat is het niet, Sam. Ik ken genoeg liederen, waarschijnlijk meer dan de meeste van jullie.'

'En waarom denkt u dat? Oude Bilbo heeft ons er een hoop geleerd! Liederen van over heel Midden-aarde.' zei Merry.

'En ik betwijfel ook niet dat Bilbo er een boel kent, en hij jullie er een boel heeft geleerd,' glimlachte zij, haar lach schoner en warmer dan de meeste van de elfen. 'Maar jullie vergeten dat ik opgroeide tussen zowel elfen als mensen, en de mensen waar ik bij opgroeide leefden in vrede met vele dwergen. Ik heb een hele boel liederen in mijn jaren gehoord, en ik heb er een hele boel gezongen, maar sinds mijn vertrek uit Meerstad ben ik daarmee gestopt.'

'Waarom? Ik dacht dat elfen dol waren op zingen.' zei ik haar. Haar blik kruiste die van mij en ik zag een vlaag van pijn door haar ogen.

'Dat is ook zo,' zei ze, haar stem zo zacht dat het haast een fluistering leek. 'Maar sinds de dood van mijn moeder ben ik gestopt met zingen. Het herinnert mij te veel aan haar. Zij zong voortdurend, dag in dag uit. Er was vast geen lied dat zij niet kende.' Ze had een kleine glimlach rond haar lippen toen zij erover sprak, en ik voelde mij direct slecht dat ik ernaar had gevraagd. Dit was echter de eerste keer dat Grace over haar moeder sprak.

'Hoe is zij overleden, als ik vragen mag?' vroeg Legolas voorzichtig.

Grace vestigde haar hemelsblauwe ogen op Legolas en keek hem doordringend aan. 'Tijdens de aanval van Smaug en de ondergang van Meerstad.'

Legolas bleef haar voor een lange tijd aanstaren met een blik die ik niet helemaal kon plaatsen, alsof er iets aan dat moment was dat hij zich kon herinneren. 'Het spijt mij.' zei hij zacht, zijn stem vol sympathie.

'Het spijt mij dat ik u vroeg om te zingen,' verontschuldigde Frodo zich. 'Ik wist niet dat het onderwerp gevoelig lag.'

Het bleef voor een lange tijd stil en niemand sprak. De kou en de kilheid van Moria overmeesterde ons langzaam en ik kon voelen hoe de hoop langzaam vervloog. Deze plek bracht nare gevoelens en deed mij rillen. Er klonk toen plots een zucht die de stilte verbrak en een prachtige en heldere stem begon te zingen;

Door 't dichte bos in elfenland
Vluchtte zij dansend en verdween
En hij liep, steeds nog eenzaam man,
Luisterend door 't stille bos te dwalen.

Vaak hoorde hij vluchtend voor zich uit
Geluid van voeten, bladerlicht,
Of uit de grond wellend gefluit
In schuile plekjes bevend,

Na was het lover minder dicht
En fluisterend vielen bladeren uit
De beukenbomen, vederlicht,
In 't winters bosland zwevende.

𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]Where stories live. Discover now