Hoofdstuk 13

878 46 4
                                    

'Wat is het waar u mij voor wilde spreken?' vroeg ik Elrond toen wij plaats hadden genomen aan de tafel in de Grote Zaal.

'Je zult vast wel gehoord hebben over mijn raadsvergadering die vanmiddag heeft plaats gevonden.' begon Elrond zijn verhaal terwijl zijn grijze ogen mij aanstaarden. Ik knikte enkel.

'Het spijt mij dat ik jou niet heb uitgenodigd, neem dit niet persoonlijk.' verontschuldigde de Hoge Elf zich. 'Maar gezien het feit jij niets met de ring te maken hebt, en jij niet van koninklijk bloed bent, zou het vragen hebben opgeleverd bij de rest van de aanwezigen als jij er bij was geweest. Dat zou de identiteit van jouw krachten kunnen hebben verraden.'

'Ik begrijp het.' Ik nam de ketting tussen mijn wijsvinger en duim en begon aan de blauwe steen te draaien. 'Maar waarom de hobbit?'

'Het was de halfling zijn eigen keus geweest om de ring te dragen. Hij is misschien wel de enige die de ring zou kunnen dragen. De kracht ervan is te sterk en overweldigend, en het verbaasd mij nog steeds dat de halfling het tot zo ver heeft weten te krijgen.'

'Betreft de andere hobbits die niet aanwezig waren bij de raadsvergadering; waarom zijn zij deel van het reisgenootschap?' Het was verwarrend waarom Sam, Merry en Pippin toch deel uitmaaktem van het reisgenootschap als zij in eerst instantie niet eens uitgenodigd waren voor Elrond zijn raadsvergadering.

De elf moest glimlachen om mijn vraag. 'Het is haast onmogelijk om die vier hobbits uit elkaar te houden. Hun vriendschap is sterk, en Frodo Baggins zal deze sterke vriendschap in de donkerste tijden hard nodig hebben.' Elrond stond op van zijn plaats en wenkte mij met hem mee te lopen. Ik deed wat hij mij vroeg.

'Deze vier voornaam hobbits zijn moedig en sterker dan ik had gedacht. Ik bewonder ze.'

'Ik heb voor een lange tijd de hobbits van de Gouw bestudeerd, en ik verbaas mij over het feit dat deze vier kleine vrienden zo veel afwijken van hun natuurlijke aard. Ook ik bewonder ze.' stemde ik met Elrond in terwijl wij door de prachtige hallen van het kasteel liepen. Na enkele minuten lopen kwamen wij aan bij een groot balkon dat uitkeek over de gehele stad.

Met ingehouden adem staarde ik met grote ogen naar alle prachtige huizen. Ik had nog geen kans gehad om achter de muren van het kasteel te kunnen gaan, maar ik kon nu eindelijk weer terug kijken op de stad waar ik heel vroeger had geleefd. Het was nog precies zoals ik het mij kon herinneren.

'Ik dacht al dat jij het misschien terug wilde zien.' glimlachte Elrond.

'Het is prachtig.' fluisterde ik ademloos. 'Ik was bijna vergeten hoe groot Rivendell eigenlijk wel niet is.'

Het was voor een lange tijd stil voordat Elrond besloot weer ter zaken te komen. 'Waarom ik jou graag wilde spreken is in eerst instantie wegens het reisgenootschap.'

Ik scheurde mijn blik los van de huizen en keek terug in het ernstige gezicht van Elrond, die slechts werd verlicht door de stralen van de maan. 'Ik twijfel niet over het reisgenootschap, maar ik vrees voor hun kansen van slagen.'

Ik knikte enkel. 'Ik begrijp uw twijfels en zorgen. Ik voel precies het zelfde.'

'Inderdaad. Ik ga jou daarom niets opdragen, maar ik vraag enkel om hier goed over na te denken; jouw krachten zijn sterk, waarschijnlijk sterk dan wij beide weten. Jij zou daarom hier kunnen blijven, deze krachten verborgen houden om de kans dat Sauron jou zal ontdekken te verkleinen, of je zou het reisgenootschap achterna kunnen gaan en ze helpen de ring te vernietigen, maar daarmee de kans jouw krachten aan het verkeerde oog te onthullen vergroten.'

Zijn woorden kwamen als een klap aan en ik vergat even hoe ik moest ademen. 'U bedoelt dat ik een keus moet gaan maken. Een keus die mogelijk de verkeerde zou kunnen zijn, of de juiste.'

𝐇𝐢𝐝𝐞 𝐚𝐧𝐝 𝐒𝐞𝐞𝐤 [𝐍𝐋]Where stories live. Discover now