12.

11 1 0
                                    

"Zijn we er klaar voor?"

We stonden in het verlaten huis met onze kostuums aan, we hadden prijzige maskers geregeld bij de lokale handwerkman, maar de oogmaskers waren de prijs waard. Ze waren ingelegd met glimmende juwelen en versierd met kant. Iedereen die het droeg zag er meteen luxe uit.

We stonden bij elkaar in een cirkel als een laatste bijeenkomst tot we bij het paleis waren. Met onze armen over elkaars ruggen hielden we ons dicht op elkaar. "Denk eraan, we zijn daar te gast," herinnerde ik iedereen er nog aan. "Zorg dat je niemand daar lastig valt." Iedereen knikte.

De koetsier kuchte om onze aandacht te trekken, maar ik stak mijn vinger in de lucht om hem te laten weten dat we nog niet klaar waren.

"De voorstelling is pas later op de avond, dus kijk uit met wat je eet en kijk uit voor je kostuum," ging Roelle verder. We zouden een uur na de inloop pas optreden.

"We moeten echt gaan," onderbrak de koetsier ons voor de zoveelste keer. Cirelle hief zijn hoofd uit de cirkel.

"Bijna klaar." De koetsier slaakte een zucht terwijl we onze cirkel niet verbraken.

"En tot slot," begon ik toen. Mijn blik reisde naar Roelle, hij had de eer om onze spoedvergadering te sluiten.

"Vergeet niet, wij zijn de Sterrenstrevers, dus we stoppen niet..."

"...Tot we de sterren hebben bereikt." We braken de formatie en de koetsier rolde met zijn ogen.

"We zijn er klaar voor," kondigde ik hem aan en hij opende de koets. Er waren drie koetsen gestuurd om ons allemaal te vervoeren. Ik stapte met Florelle in een koets en Jelle kwam erbij met Gabrielle aan zijn hand.

Toen hij merkte dat ik naar hun handen keek, liet hij haar snel los, waardoor ik een lachje liet horen. Ik herinnerde me nog de eerste keer toen ik Roelles hand vasthad toen we het verlaten huis binnenkwam. We waren compleet doorweekt van de regen, maar zijn hand hield me warm. Mijn wangen hadden blosjes van de kou, of misschien door het tintelende gevoel in mijn buik. Het was een vredige dag, een gelukkige die ik weer wilde herbeleven.

En gauw kon dat weer.

De koetsdeur werd dichtgeslagen en het voertuig kwam in beweging. Met elke hobbel stuiterde we op de houten banken en op dit soort momenten miste ik de kussens die in de koets van de prinses zaten. Jelle had zijn hand over zijn buik geslagen en Florelle leek niet stil te kunnen zitten.

"Nerveus?" vroeg ik het bruinharig meisje. Ze friemelde aan het beige blouse dat ze aan had. Haar kledij was die van een alledaagse burger, ze zal verliefd worden op een soldaat in de oorlog die Roelle speelde en hem dan kwijtraken, voor ze hem terugvond in een tijd na de oorlog. Alles was anders, de situatie en hun uiterlijk, maar hun gevoelens waren vereeuwigd. En Florelle kon dat zo goed uiten.

"Toch wel een beetje," zei ze met een glimlach. "Maar ik ben ook wel heel enthousiast." Ze keek naar haar eigen handen, naar haar afgekloven nagels die met elke dag korter werden.

"Het komt allemaal goed, ik weet het zeker," stelde ik haar gerust. Jelle was maar een figurant, maar hij bleef naar buiten staren terwijl hij in gedachten verzonken was. Gabrielle keek naar haar in kousen bedekte knieën, tikte die van haar soms tegen die van Jelle aan, waardoor hij onopgemerkt glimlachte. Alles zou goed komen, ik kende deze mensen al sinds ze bij de Sterrenstrevers kwamen en ze waren stuk voor stuk getalenteerd, en een ware Sterrenstrever.

We reden de buitenwijk uit, de binnenwijk door tot we bij de middencirkel kwamen. De winkels waren hier verlicht met kleine lampjes die een gezellige sfeer veroorzaakte. Zelfs terwijl er niemand op straat was, zag het eruit alsof er leven uitbloeide. "Kijk, een sneeuwman." Ik wees naar buiten toen een sneeuwman gemaakt van lampen voorbij kwam. Florelle opende haar mond in fascinatie, de lichten glinsterden in haar bruine ogen.

Buiten het ScriptWhere stories live. Discover now